Blokuur_herhaling 5,6, inleiding op 19_NUMO

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Lesdoelen

Je leert hoe je zelfstandige naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden  herkent. (Kern 5, 6)

Je gaat een fictietekst lezen en oefent met herkennen van genres (Kern 8)

Je leert hoe je werkwoordsvormen herkent in een zin (Kern 19)

Wat gaan we doen? (6de uur)

Huiswerk nakijken

Video kijken

Tekst Alaska lezen 

Opdracht maken (herhaling lesstof deze week)

Huiswerk bespreken (blz. 16 & 17)

Vraag 1

1 a uitgebreide T1

b knalharde

c stomste

d lichtmetalen, opvallend

e loeiende, betere

f Britse, Amerikaanse

g rijdende

h nieuwste

i Nederlandse, populaire, invloedrijkste

.

Vraag 2

a bijvoeglijk naamwoord – ‘grote’ zegt hier iets over het ding dat de ik wil.

b zelfstandig naamwoord – ‘grootte’ heeft een lidwoord en is dus een zelfstandig

naamwoord.

c bijvoeglijk naamwoord – ‘oranje’ zegt iets over het schaatspak.

d zelfstandig naamwoord – ‘Oranje’ is hier een eigennaam, het is een Nederlands sportteam.

e zelfstandig naamwoord – ‘bedrog’ heeft een lidwoord en is dus een zelfstandig

naamwoord.

f bijvoeglijk naamwoord – ‘Bedrogen’ zegt iets over de klanten.

Klassikaal bespreken

vraag 5, 7, 8 op bladzij 17

Quiz time!

De rode auto staat in de straat.
Wat is het bijvoegelijk naamwoord?

Zelf aan de slag

Wat?	Lees de tekst ' Alaska' op bladzij 21
Wat zoek je op in de tekst?	- 7 zelfstandige naamwoorden - 7 bijvoeglijke naamwoorden - 3 moeilijke woorden: betekenis + voorbeeldzin - 5 werkwoorden in de tegenwoordige tijd - 5 werkwoorden in verleden tijd. Voor de werkwoorden vind je meer informatie op bladzij 42
Klaar?	Maak vraag 1 t/m 6 op bladzij 20
Tijd?	15 minuten

BLOKUUR: 7de uur.

Wat gaan we doen?

- Uitleg bij hoofdstuk 19 (werkwoorden herkennen)

- Opdracht Alaska nakijken

- Uitleg bij NUMO

- Zelfstandig werken in NUMO.

Tekst Alaska klassikaal nakijken

- 7 zelfstandige naamwoorden

- 7 bijvoeglijke naamwoorden

- 3 moeilijke woorden

- 5 werkwoorden in de tegenwoordige tijd

- 5 werkwoorden in verleden tijd.

Uitleg bij NUMO

Zelf aan de slag/ huiswerk

Wat?	Hoofdstuk 8, blz 20: vraag 1 t/m 6
Klaar?	Start met NUMO, sprongtoets grammatica
Tijd?	15 minuten
Dan:	Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Huiswerk + plannen

Huiswerk voor woensdag:

Leesboek: blz. 11 t/m 26 (alinea van Jasmin)

NUMO sprongtoets maken. 

Schrijf je huiswerk in je Plenda

Hak je huiswerk in stukjes en verdeel
over de dagen vóórdat het af moet zijn