4BBL/KBL/TL - Hoofdstuk 1: Paragraaf 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Paragraaf 2: Kringlopen van water

Lesdoelen

- Je kunt de korte en de lange kringloop van water beschrijven en verklaren.

- Je kunt de aanvoer, opslag en afvoer van water in stroomgebieden beschrijven en verklaren.

Waterrecycling

Water zit in een kringloop.

Dat is de route die wordt afgelegd in de natuur.

Soms lijkt het water dus op, maar is het ergens anders opgeslagen.

Dat gebeurt met water in natuur én van ons zelf (riool, drinkwater).

Korte kringloop

*Water op zee verdampt.

Water --> Waterdamp (van vloeibaar naar gas)

Waterdamp stijgt op en koelt af, dat heet condensatie.*

Korte kringloop

*Condensatie

Waterdamp --> water.

Dat zie je terug in wolken, dat zijn kleine waterdeeltjes.

Hoog in de lucht is water bevroren. Dichterbij aarde smelt het .*

Lange waterkringloop (1)

*Water verdampt --> wolk

Wolk met sneeuw gaat naar een berg.

Sneeuw op de berg blijft in een gletsjer.

Gletsjer smelt --> smeltwater

Smeltwater --> naar een rivier*

Gletsjer in Spanje (Pyreneeën)

Lange waterkringloop (2)

*Neerslag die als regen valt zakt weg in de bodem. Dat heet infiltreren.

Dat mengt met grondwater.

Grondwater komt omhoog en gaat met rivieren naar zee.*

Vlakke gebieden vervoeren langzamer dan heuvels.

Rivier uit een heuvel/berg stroomt omlaag.

Rivier uit vlakke gebieden stroomt langzaam.

Lange waterkringloop (3)

De kringloop kan ook sneller, als neerslag direct in de rivier valt.

Dan mengt regenwater met oppervlaktewater.

Oppervlaktewater kan je zien.

Stroomgebied

Nederland ligt in het stroomgebied van 4 grote rivieren.

=

Het gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren