4M 11.6 De oren

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Startopdracht
Dolfijnen bepalen door middel van echolocatie hun locatie en die van andere dieren of voorwerpen in het water. Vanuit hun kop kunnen dolfijnen hoge pieptonen uitzenden, die weerkaatsen tegen bijvoorbeeld een vis. Het teruggekaatste geluid kan de dolfijn opvangen met zijn onderkaak. Door de sterkte van het signaal kan de dolfijn bepalen hoe ver hij verwijderd is van de vis. 
--> Met welk zintuig of welke zintuigen van de mens komt dit systeem van echolocatie het meest overeen?  Leg je antwoord uit.

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht antwoord
Gehoorzintuig. Dat vangt luchttrillingen op die geluid veroorzaken.

Slide 3 - Diapositive

Programma
  • Leerdoelen
  • Video Zintuigen het oor --> 2,5 minuut
  • Uitleg basisstof 6 --> De oren
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 4 - Diapositive

Zintuigen
11.1 Het zintuigenstelsel
11.2 Tien zintuigen van de mens
11.3 De ogen
11.4 De iris en de ooglens
11.5 Het netvlies
11.6 De oren

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen 1.6
  • Je kunt de delen van het oor noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Geluid is het trillen van lucht
De trommelholte wordt
ook wel het middenoor genoemd.
De luchtdruk moet aan beide kanten 
van het trommelvlies gelijk zijn zodat 
het trommelvlies goed kan trillen --> 
buis van Eustachius.
De trilhaartjes in het slakkenhuis bewegen door de trilling van het vocht → in de zintuigcellen ontstaan impulsen → gehoorzenuw → hersenen





Slide 8 - Diapositive

Evenwicht
3 halfcirkelvormige kanalen gevuld met vloeistof onderin zitten zintuigcellen met haartjes 
De haartjes bewegen als de vloeistof beweegt --> informatie naar hersenen.


Evenwichtsorgaan is gevoelig voor bewegingen van je hoofd en de snelheid van je bewegingen.

Slide 9 - Diapositive

Onderdeel en functie
1.  oorschelp: geluid opvangen
2. trommelvlies: meetrillen en doorgeven
3. gehoorbeentjes: trilling versterken
4. slakkenhuis: impusen maken
5.gehoorzeuw: impulsen doorgeven aan hersenen
6. buis van eustachius: druk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk houden 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Sterkte van geluid wordt aangegeven in decibel (dB).
10 dB = 10x sterker geluid, 20 dB = 100x sterker.


Slide 12 - Diapositive

Trilhaartjes in het slakkenhuis
Trilhaartjes in het slakkenhuis

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Huiswerk

Lezen: 11.6
Maken opdracht 1 t/m 3 en
5 t/m 8

Klaar?
Oefen op biologiepagina.nl



Herhalen en/of extra oefenen

Playlist uitlegvideo's


Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen 1.6
  • Je kunt de delen van het oor noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 16 - Diapositive

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 17 - Question de remorquage

oorschelp
1
gehoorgang
2
trommelvlies
4
oorsmeerkliertjes
3
gehoorbeentjes (hamer, aambeeld, stijgbeugel)
5
slakkenhuis
6
gehoorzenuwen
7
evenwichtsorgaan
9
Oefen de namen van het oor

Slide 18 - Diapositive

Zet de woorden in de juiste volgorde 
1
2
3
4
5
Hamer
Aambeeld
Trommelvlies
Slakkenhuis
Stijgbeugel

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
Gehoorbeentjes trillen
Vocht in het slakkenhuis trilt
Zintuigcellen zetten prikkels om in impulsen
Impulsen gaan naar hersenen
Geluid zorgt voor trillingen in de lucht
Trommelvlies gaat trillen

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is de functie van het middenoor?
A
Het omzetten van prikkel naar impuls
B
Het impuls doorsturen naar de hersenen
C
De trilling versterken
D
Het geluid opvangen uit de lucht

Slide 21 - Quiz

Waaruit bestaat het evenwichtsorgaan?
A
Drie cirkelvormige kanalen met een balletje
B
Drie met vocht gevulde cirkelvormige kanalen
C
Het slakkenhuis
D
vloeistof in een soort vaasjes

Slide 22 - Quiz