Les verbes aimer, détester, adorer et préférer

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour tout le monde

Qu'est-ce que on va faire aujourd'hui?

Programme du cours

• Les verbes aimer, adorer, détester et préférer
• Dictee apprendre 4

Lesdoel: aan het einde van deze les weet ik dat ik de bij werkwoorden aimer, détester, adorer et préferer een lidwoord moet toevoegen en kan ik dit toepassen.

Lesdoelen bespreken + planning

Aantekening

Ik heb een hekel aan = détester 

Ik ben dol op                 = adorer

ik heb liever                   = préférer

ik hou van                       = aimer

Introductie grammatica

Stukje aantekening, leerlingen nemen het over

Is er iets bijzonders aan deze werkwoorden?

1. Nee
2. Weet ik veel
3. Ja
4. Zal mij niks verbazen

Aantekening!!!!!

1. Na de regelmatige werkwoorden adorer, aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans meestal le, la, l' of les
2. In het Nederlands gebruik je hier géén lidwoord!
3. Voorbeeld: 

    Mijn ouders zijn dol op tennis -> Mes parents adorent le tennis

Stukje theorie

Aantekening laten maken

Na de werkwoorden adorer,aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans .......

1. le, de, da, des
2. les
3. le, la, l' of les
4. l'

Waarom is het handig om dit te weten?

Betekenis geven

Je préfère musique

Vrai

Faux

Testen of het stukje grammatica is overgekomen

Le - La - L' - Les

1. Tu aimes beaucoup ........ chiens?
2. Claire déteste  ..............  histoire.
3. On déteste ......... maths.
4. J'adore ....... chocolat.

Oefening

Welke zin is juist?

1. Elle préfère le bus
2. Elle préfère l'bus

Dictee

Dictee woordjes apprendre lijst

Leerlingen kiezen volgens hen het goede antwoord

Wat is de juiste vertaling?

La matière

1. De auto
2. De school
3. Het schoolvak
4. Het rooster

Welke vertaling is juist?
Goed in ->

1. Fort en
2. Bon
3. Mal
4. Fort

Geef de juiste vertaling.
Sauf

1. Goedzo
2. Behalve

De vertaling van het werkwoord:
adorer

Vind je dat je de woordjes al goed kent?

1. Ja
2. Nee
3. Ik ken het wel, maar ik moet iets beter leren
4. Ik vind het lastig

Wat vinden de leerlingen zelf?

Lesdoel: aan het einde van deze les weet ik dat ik de bij werkwoorden aimer, détester, adorer et préferer een lidwoord moet toevoegen en kan ik dit toepassen.

Herhalen lesdoel

Wat heb je geleerd vandaag en vond je het lastig/te doen?

Evalueren wat de leerlingen hebben geleerd en hoe zij het vonden gaan