Les 1

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Les 1

Frans 

Programme

• Lesdoelen
• Presentie
• Voorstellen                      ( 5 min)
• Kennismakingsspel        (15 min)
• Passeport                         ( 5 min)
• On y va!                           (10 min)
• On va parler!                   (10 min)
• Afsluiting                        ( 5 min)
• Devoirs

Lesdoelen

Na de les...

...begrijp ik woorden die te maken hebben met Frans in de klas. 

...kan ik vertellen hoe ik heet. 

Presentie

Je me présent!

Voilà, c'est moi :) 

Et vous, comment vous appelez?

Nu wil ik jullie graag wat beter leren kennen en hier hoort een kleine (thuis)opdracht bij: 

- Noem je naam, leeftijd en  hobby's terwijl ik je naam noteer 

  op een (tijdelijke) plattegrond.

Thuis:

- Maak een powerpoint van maximaal 2 slides en stel jezelf voor aan de 

  hand van 1 foto van jezelf en 3 foto's die iets vertellen over jezelf. (huiswerk) 

- Stuur ze naar mij op via Magister > opdrachten (dit zal er eind middag opstaan)

Kennismakingsspel: vind iemand die …

Het idee:

- Ga op zoek met je 'feitjes' kaart in de klas op zoek naar leerlingen die voldoen aan het 

  feitje op jouw bingo kaart. 

- Vraag of iemand voldoet aan het feitje. Ja? schrijf zijn/haar naam op. Nee? Zoek verder.

- Wie als eerste zijn kaart vol heeft en de meeste variatie in personen heeft, heeft gewonnen. 

Kennismaken met de Franse taal

Oh là là! Jullie gaan Frans leren! 

Overleg met je groepje (4 personen), hoeveel Franse woorden kennen jullie al? 

Laten we eens kijken hoeveel Franse woorden 

jullie als klas al kennen!

Un jeu

Laten we verder eens kijken wat jullie weten van Frankrijk :)

Kijk naar de volgende plaatjes. Is het Frans of is het niet Frans? 

Als je denkt dat het Frans is, sta je op. Denk je niet dat het Frans is, dan blijf je zitten. 

Allez-y!

Bonne chance ;) 

Passeport. 

Hoe zat het ook alweer. Even een korte toelichting.

On va parler!

A: Bonjour!                              (Hallo)               

B: Bonjour!                              (Hallo)

A: Comment tu t'appeles?    (Hoe heet jij?)

B: Je m'appelle ......                 (Ik heet ....)

A: Au revoir!                           (Tot ziens)

B: Au revoir!                            (Tot ziens)

Afsluiting

De volgende twee woorden ken ik en hebben te maken met Frans. 

Als ik wil zeggen hoe ik heet doe ik dit als volgt:

Huiswerk

Maken ex. jezelf voorstellen