Actieve aarde
1 / 23
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke uitspraken zijn waar?
A
Slide 2 - Quiz
Welke uitspraken zijn waar?
1. De aardkorst bestaat uit 2 soorten korst. De aardkorst die uit het lichtste gesteente bestaat is is het dikst.
2. Het gesteente in de continentale korst is zwaarder dan dat in de oceanische korst.
3. De dunne oceanische korst weegt evenveel als de dikke continentale korst.
1. De aardkorst bestaat uit 2 soorten korst. De aardkorst die uit het lichtste gesteente bestaat is is het dikst.
2. Het gesteente in de continentale korst is zwaarder dan dat in de oceanische korst.
3. De dunne oceanische korst weegt evenveel als de dikke continentale korst.
A
Alleen 1 is juist.
B
1 en 2 zijn juist
C
2 en 3 zijn juist
D
Alleen 2 is juist.
Slide 3 - Quiz
Diepe kloven in de oceaan
Slide 4 - Question de remorquage
De aarde heeft een bepaalde opbouw. Wat is, van binnen naar buiten, de juiste opbouw van de aarde?
A
Mantel - aardkorst - kern
B
Kern - aardkorst - mantel
C
Kern - mantel - aardkorst
D
Aardkorst - kern - mantel
Slide 5 - Quiz
Zet de begrippen op de juiste plaats
Oceanische korst
Continentale korst
Mantel
Kern
Lithosfeer
Slide 6 - Question de remorquage
Beschrijf in drie opeenvolgende stappen hoe de convectiestromen ontstaan.
Slide 7 - Question ouverte
Zet de omschrijvingen op de juiste plaats
Hier is het net zo warm als het oppervlak van de zon; zo'n 5000 graden
De plaat duikt de mantel in: subductie. De onderduikende plaat trekt de rest van de plaat mee de mantel in.
Het gesteente in de mantel wordt warm bij de kern en beweegt zeer traag richting de aardkorst
De platen worden iets opgeheven en uit elkaar geduwd. Er is sprake van divergentie.
Slide 8 - Question de remorquage
Wat is de drijvende kracht achter platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De zee
C
De mantel
D
Lava
Slide 9 - Quiz
A
Convergent
B
Subductie
C
Transform
D
Divergent
Slide 10 - Quiz
A
Transform
B
Convergent
C
Divergent
D
Subductie
Slide 11 - Quiz
Stelling: Subductie is altijd convergentie, maar convergentie is niet altijd subductie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Welke vorm van vulkanisme is te vinden bij subductie?
A
Explosief
B
Effusief
Slide 13 - Quiz
Door welke plaatbeweging wordt de midoceanische rug gevormd?
A
Naar elkaar
B
Langs elkaar
C
Subductie
D
Uit elkaar
Slide 14 - Quiz
Troggen ontstaan door ....
A
divergentie
B
subductie
Slide 15 - Quiz
Zet de plaatgrenzen op de juiste locatie
Divergent
Divergent
Divergent
Convergent
Convergent
Transform
Slide 16 - Question de remorquage
Zet de omschrijving bij de juiste korst
Oceanische korst
Continentale korst
Relatief dik
Maximaal 200 miljoen jaar oud
Basalt
Graniet
Stollingsgesteente
Slide 17 - Question de remorquage
Hoe zorgt subductie voor vulkanisme?
Slide 18 - Question ouverte
Aardkorst
onderwatergebergte
Aardkern
Graniet
diepzeetrog
Lithosfeer
midoceanische rug
radioactieve warmteproductie
kloof in de oceaan
continentale korst
Slide 19 - Question de remorquage
Slide 20 - Diapositive
Twee sferen: hoe heten deze en zijn ze vast, vloeibaar of plastisch?
A
De asthenosfeer is plastisch en de lithosfeer is vloeibaar
B
De asthenosfeer is vloeibaar en de lithosfeer is vast
C
De asthenosfeer is plastisch en de lithosfeer is vast
D
De asthenosfeer is vast en de lithosfeer is vloeibaar
Slide 21 - Quiz
koppel de begrippen met de juiste cijfers
1
2
3
4
5
convectiestromen
vorming lithosfeer / divergentie
afkoeling lithosfeer
subductie
lithosfeer duikt weg en smelt op
