Havo 12.1 en 12.2

Welkom vandaag 26  mei
Planning
  • Lezen
  • Toelichting theorie
  • Vragen stellen
  • sommen oefenen
Neem plaats (volgens de plattegrond)
Tas op de grond



Pak pen en papier en je boeken 
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom vandaag 26  mei
Planning
  • Lezen
  • Toelichting theorie
  • Vragen stellen
  • sommen oefenen
Neem plaats (volgens de plattegrond)
Tas op de grond



Pak pen en papier en je boeken 

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 11
11.1 - Dieren bewegen
11.2 - Kracht en beweging 

9.5 - Goed geregeld
Opgaven 
opdracht 1 t/m 15 van 11.1
opdracht 1 t/m 21 van 11.2
opdracht 1 t/m 6 van 9.3
opdracht 7 t/m 14 van 9.3
opdracht 1 t/m 17 van 10.4
opdracht 1 t/m 10 van 10.5
opdracht 1 t/m 14 van 10.6
opdracht 1 t/m 10 van 10.5Opdracht 1 t/m 8 van 9.5
Opdracht 9 t/m 13 van 9.5


Deze week

HA2a
Proefwerk H10  17 mei (week 20)

Nu  week 19

Slide 2 - Diapositive

Hoe bewegen dieren met een wervelkolom?

Slide 3 - Diapositive

12.1 Bewegen
Herhaling: zodat je weet (leerdoelen)

dat gewervelde dieren een skelet met wervelkolom hebben met hetzelfde bouwplan
Dat er 5 groepen zijn: vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren
Hoe de beweging van de wervelkolom is bij deze groepen
Dat de leefwijze en omgeving de vorm, botten en bouw van het skelet bepalen

Slide 4 - Diapositive

Hoe bewegen dieren met een wervelkolom?
  1. Wervelkolom beweegt heen en weer : zijdelings golvende beweging
- Vissen wervelkolom gaat goed naar links en rechts
- Amfibiën
- Reptielen

Slide 5 - Diapositive

Hoe bewegen dieren met een wervelkolom?
  1. Wervelkolom beweegt heen en weer zijdelings golvende beweging
Amfibiën: zijdelingse beweging van wervelkolom
en kunnen vaak ook op het land lopen
Vissen
- Reptielen

kronkelen zoals een vis in het water

Slide 6 - Diapositive

Hoe bewegen dieren met een wervelkolom?
1. Wervelkolom beweegt heen en weer  
- Vissen
- Amfibiën
- Slangen
2. Wervelkolom beweegt op en neer
poten recht onder hun lichaam
- Vogels voorpoten omgevormd tot vleugels
- Zoogdieren

Slide 7 - Diapositive

Waardoor gaan dieren zo snel?
geen poten veel weerstand van grond
hoe langer de poten, grotere stappen, meer snelheid
Zelfde bouwplan; zelfde botten
verschil in lengte poten en contact met grond

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Kennis: wat weet je al (nog)?
Inloggen met je eigen naam 
timer
1:00
Let op de timer!

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen 12.2
  • Je kan uitleggen hoe zwaartekracht, waterkracht, windkracht, motorkracht en motorkracht kunnen zorgen voor beweging 

  • Je kan uitleggen wat er bedoeld wordt met gemiddelde snelheid

  • Je kan rekenen met de volgende formule: Vgem = s : t 

  • Je kan verschillende eenheden naar elkaar omrekenen 

Slide 11 - Diapositive

Snelheid
  • De afstand die in je in een bepaalde tijd aflegt.

  • Als je rijdt of fietst fiets je niet steeds met dezelfde snelheid, vaak bereken je over een hele weg de gemiddelde snelheid

  • De gemiddelde snelheid kan je berekenen in meter per seconde (m/s) of kilometer per uur (km/h)

Slide 12 - Diapositive

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren! Samen bovenstaande tabel aanvullen
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
afstand
s
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 13 - Diapositive

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren (h) / seconden
t = s : V
afstand
s
Km / meter
s = V x t
gemiddelde snelheid
Vgem
Km/h of m/s
V = s : t

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld 1
 Je fietst 10 km en doet hier 0,4 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid

  •  Gegeven: Afstand (s) = 10 km & tijd (t) = 0,4 uur (km en uren horen bij elkaar)
  •  Gevraagd: Vgem
  •  Formule: Vgem = Afstand (s)/tijd (t)
  •  Berekening: Vgem = 10 /0,4 = 25
  •  Antwoord: Vgem = 25 km/h
Want de eenheden waren km en uur, dus km/h

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld 2
 Je schaatst 400 m en doet hier 33.3 s over. Bereken de gemiddelde snelheid

  •  Gegeven: Afstand (s) = 400 m & tijd (t) = 33.3 s 
  •  Gevraagd: Vgem
  •  Formule: Vgem = Afstand (s) : tijd (t)
  •  Berekening: Vgem = 400/33.3 = 12.01
  •  Antwoord: Vgem = 12.01 m/s

Slide 16 - Diapositive

Snelheid
- De eenheid van snelheid is in Km/u of m/s
- De afkorting van snelheid is v (velocity)

Slide 17 - Diapositive

Opgave 14. Sven Kramer reed tijdens de WK in Moskou de volgende tijden
afstand
(m)
tijd
gem snelheid m/s
gem snelheid km/h
500
36.70 s
1500
1.47 min
5000
6.14 min
10 000
13.08 min

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

opgave 15
- Koen loopt 2.4 km in 12 minuten. Bereken de snelheid in m/s en km/h
  •  Gegeven: Tijd (t) = 12 minuten & Afstand (S) = 2.4 km
  •  Gevraagd: snelheid(m/s en km/h)
  •  Formule: 

  •  Berekening: 2.4 km= 2400 m
  • Berekening: 12 minuten = 12*60=720 s
  • Berekening 12 minuten = 12/60= 0.2 h
  • Antwoord: V (m/s) = 2400 / 720 = 3.33 m/s
  • Antwoord: V (km/h) = 2.4 / 0.2 = 12 km/h


V=tS

Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen 12.2
  • Je kan uitleggen wat de netto kracht is (1)

  • Je kan uitleggen wat er bedoeld wordt met gemiddelde snelheid (1)

  • Je kan rekenen met de volgende formule: V = S/t  en S=V*t en t=S/V (2)

  • Je kan verschillende eenheden naar elkaar omrekenen (2)

Slide 21 - Diapositive

afstand = snelheid x tijd
snelheid = afstand : tijd
tijd = afstand : snelheid

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk
Aan de slag!

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk
KGT: 12.2 Opdracht 8 t/m 18 (blz 88)
HV: 12.2 Opdracht 11 t/m 21 (blz 115)

Slide 24 - Diapositive

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
afstand
s
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 25 - Diapositive

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren/seconden
t = s : V
afstand
s
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 26 - Diapositive

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren/seconden
t = s : V
afstand
s
Km / meter
s = V x t
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

12.2 Kracht en beweging

Slide 30 - Diapositive

Gewervelden hebben een ...
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 31 - Quiz

Is een geit een zoolganger, teenganger of een topganger?
A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 32 - Quiz

Welke dieren zijn teengangers?
A
Kameel, leeuw, hyena
B
Leeuw, hyena
C
Rat, leeuw
D
Kameel, rat, hyena

Slide 33 - Quiz

Welke krachten ken je?

Slide 34 - Question ouverte

Soorten krachten 
  • Zwaartekracht
  • Windkracht
  • Spierkracht
  • Veerkracht
  • Wrijvingskracht 
  • Magnetische kracht 
  • Kleefkracht
  • Elektrische kracht 

Slide 35 - Diapositive

Krachten werken tegen
- Wrijvingskrachten (Weerstand)
 Krachten die beweging tegenwerken
 Bijv. luchtweerstand, rolweerstand, schuifweerstand
  

Slide 36 - Diapositive

Gemiddelde snelheid berekenen
v = snelheid (km/h of m/s)
s =  afstand (km of m)
t = tijd (h of s)

Slide 37 - Diapositive

afstand = snelheid x tijd
snelheid = afstand : tijd
tijd = afstand : snelheid

Slide 38 - Diapositive

Voorbeeld 2
- Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid

Slide 39 - Diapositive

Voorbeeld 2
- Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid
16000 meter / 1000 = 16 kilometer


Slide 40 - Diapositive

Voorbeeld 2
- Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid
16000 meter / 1000 = 16 kilometer
  • Gegeven: afstand (s) = 16 kilometer en tijd (t) = 0,8 uur
  • Gevraagd: V
  • Formule: V = s : t
  • Berekening: V = 16 : 0,8 = 20
  • Antwoord: V = 20 km/h


Slide 41 - Diapositive

Voorbeeld 3
De Thalys legt 400 km af in 2 h en 40 min. Bereken de gemiddelde snelheid

1. Gegeven:   Afstand (s) = 400 km
                            Tijd (t) = 2 uur en 40 min
                              
                        

Slide 42 - Diapositive

Voorbeeld 3
De Thalys legt 400 km af in 2 h en 40 min. Bereken de gemiddelde snelheid

1. Gegeven:   Afstand (s) = 400 km
                            Tijd (t) = 2 uur en 40 min

                         40 min = 40 : 60 = 0,67 uur
                           2 uur  en 40 min =====> 2 uur + 0,67 uur =2,67 uur
                              
                        

Slide 43 - Diapositive

Voorbeeld 3
2. Gevraagd:                2.        (gem. snelheid)

3. Formule:                     3.  


4. Uitrekenen:              4.
 
5.   Antwoord                 5.  de gemiddelde snelheid is 150 km/h
υ=ts
v=2,67400
v

Slide 44 - Diapositive