H3 herhaling passé composé avoir en etre

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H3 - herhaling passé composé

Om over het nu te praten heb je de présent

Bij een grote groep werkwoorden op -er zien de vormen er zó uit:

je mange

tu écoutes

il parle

nous regardons

vous jouez

ils changent

Er zijn ook veel ONREGELMATIGE WERKWOORDEN EN DAAR MOET JE DE PRÉSENT GEWOON VAN LEREN (bijvoorbeeld faire. prendre, avoir, etc.)

Kies de juiste vorm van de présent:
Ils ... la radio.

1. écoutons
2. écoutez
3. écoutent

Vul de juiste vorm in van de présent:
Je ... anglais. (parler)

Ken je de présent  van avoir = hebben nog?

Kies de juiste vorm van avoir:
Ils ... beaucoup de succès.

1. ont
2. a
3. avons

Kies de juiste vorm van avoir:
Tu ... beaucoup d'amis?

1. ai
2. as
3. a

Vul de juiste vorm in van avoir:
Vous ... une question?

En ken je de présent van etre nog?

Kies de juiste vorm van etre:
Elle ... à l'école.

1. suis
2. es
3. est

Kies de juiste vorm van etre:
Nous ... grands!

1. est
2. sommes
3. sont

De vormen van avoir en etre heb je nodig

als je de passé composé gaat maken =

de verleden tijd. 

Je gaat dus praten over gebeurtenissen in het verleden!

Hoe ziet het eruit als je van de présent de passé composé maakt?

Elle (parler) avec son ami.

1. Elle a parlé avec son ami.
2. Elle a parle avec son ami.
3. Elle est parlé avec son ami.

Zet de zin in de passé composé:
Nous (écouter) la radio.

Zet de zin in de passé composé:
Elle (voyager) en métro.

Let op: nu volgen 3 vragen 

met werkwoorden die het hulpwerkwoord etre hebben!

Zet de zin in de passé composé:
Luc (aller) en Espagne.

Zet de zin in de passé composé:
Marianne (aller) en France.

Zet de zin in de passé composé:
Ils (arriver) à Paris.

Let op: nu volgen 5 vragen...

waarbij jij moet kiezen: hulpwerkwoord avoir of etre?

Zet de zin in de passé composé:
Elle (manger) une pizza.

Zet de zin in de passé composé:
Elle (être)
à l'école.

Zet de zin in de passé composé:
Nous (aller) à Paris.

Zet de zin in de passé composé:
Vous (aimer) le film?

Zet de zin in de passé composé:
Ils sortent au cinéma.

Het is dus duidelijk:

je moet van een werkwoord weten welk hulpww  nodig is.

En je moet bij onregelmatige ww weten

hoe het onregelmatige voltooid deelwoord eruit ziet. 

LEER DAT GOED BIJ ELK NIEUW WERKWOORD DAT JE LEERT!