Spelling H5 1hv

16 mei
Lesboek
Laptop (Lessonup)
Schrijfgerei
Leesboek lezen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

16 mei
Lesboek
Laptop (Lessonup)
Schrijfgerei
Leesboek lezen

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk

19 mei:
Spelling H5 BN:opdrachten  + havo B- en vwo C-opdrachten
Spelling H5 Deelwoorden als BN:  opdrachten+ havo B- en vwo C-opdrachten

2 juni
repetitie H5

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen ...

Terugblik (H5 woordsoorten: voorzetsel)

Spelling H5

Slide 3 - Diapositive

Even herhalen ...

Wat is een voorzetsel? En wat geeft deze aan?



Slide 4 - Diapositive

Voorzetsel
Een voorzetsel geeft vaak plaats, tijd of reden/oorzaak aan. 

Soms is een voorzetsel een deel van een vaste combinatie.
- naar aanleiding van, door middel van 

(Dus geen deel van scheidbare werkwoorden!)
- afkijken -> De aap kijkt alle trucjes zorgvuldig af


Slide 5 - Diapositive

Voorzetsel
Een voorzetsel herkennen:
- Het staat meestal voor een lidwoord of voornaamwoord

- Als een voorzetsel achter een zelfstandig naamwoord staat, geef het vaak een richting aan

- Soms ontbreekt het lidwoord
        (aan tafel, op bed)

Slide 6 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Wat is dat ook alweer?

Leerdoelen:
- Ik kan (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden herkennen en correct spellen.

Slide 7 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord kan voor en achter een zelfstandig naamwoord staan.

Het prachtige boek -> Het boek is prachtig
(De lange vorm)                                    (De korte vorm)

Slide 8 - Diapositive

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal, of welke stof, iets is gemaakt.

Hier geen lange of korte vormen. Ze hebben maar één vorm.
(eindigen meestal op -en)

Rieten dak, glazen deur, plastic tas, zilveren armband

Slide 9 - Diapositive

Is het woord tussen haakjes een BN of een SBN?
De 'stenen' vloer is net gedweild .

A
BN
B
SBN

Slide 10 - Quiz

Is het woord tussen haakjes een BN of een SBN?
De 'mooie' hond was erg lief.

A
BN
B
SBN

Slide 11 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord
Van voltooide en onvoltooide deelwoorden kun je een bijvoeglijk naamwoord maken.

3 manieren:
  • Zo kort en eenvoudig mogelijk. Zet een -e achter het woord!
  • Vanwege de uitspraak: -tt of -dd  (de verzette les)
  • Voltooid deelwoord op -en? Dan blijft de spelling gelijk.

Slide 12 - Diapositive

voltooide en onvoltooide deelwoorden
voltooid deelwoord            vd
gefietst
gezwommen
                  
onvoltooid deelwoord      od
fietsend
zwemmend

Slide 13 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
                                                                                  bijvoeglijk naamwoord
Slapend   (slapen)                                             De slapende baby

Verzet       (verzetten)                                        De verzette wedstrijd

gewonnen  (winnen)                                         De gewonnen prijzen

Slide 14 - Diapositive

De ... (stelen) batterijen.

Wat is de juiste vorm van het bn?
A
Gesteelde
B
Gestoolde
C
Gestolende
D
Gestolen

Slide 15 - Quiz

De ... (verbreden) snelweg.

Wat is de juiste vorm van het bvn?
A
Verbrede
B
Verbreden
C
Verbreede
D
Verbreedde

Slide 16 - Quiz

Eergisteren ............... ik een mail van de organisatie.
Verwachte
Verwachtte

Slide 17 - Question de remorquage

Hij werd behandeld voor de .................... knie.
ontwrichtte
ontwrichte
ontwrichde

Slide 18 - Question de remorquage

Eergisteren deelde hij dan eindelijk de ............... cadeaus uit aan de winnaars.
verlootte
verlote
verloote

Slide 19 - Question de remorquage

Dat was het bijvoeglijk naamwoord!

Snap je het helemaal?
A
Ik snap het volledig
B
Ik snap het ongeveer
C
Na een paar opdrachten begrijp ik het
D
Ik snap het echt niet

Slide 20 - Quiz

Wat heb je geleerd?
Je kan:
  •  (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden herkennen en correct spellen.
  • de regels van het bijvoeglijk naamwoord juist toepassen op zinnen.

Slide 21 - Diapositive

Voor we starten ...
Video-uitleg vd en od als bn kijken (klassikaal)

startopdracht (klassikaal

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag
Maak de volgende opdrachten:
  • Alle opdrachten van Spelling: Bijvoeglijk naamwoord

  • Alle opdrachten van Spelling: Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Slide 23 - Diapositive

Evaluatie
geleerd
uitleg
sfeer
gewerkt
tips
tops

Slide 24 - Diapositive