Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
§2.1 Leven in een Griekse stad
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat enkele eigenschappen van Griekse stadstaten zijn
- Dat niet alle mensen in het oude Griekenland burgerrechten hebben
- Hoe het leven in een Griekse stadstaat eruit ziet
- Welke rol slavernij vervult in de Griekse samenleving
Slide 2 - Diapositive
Waar op de kaart ligt Griekenland?
Slide 3 - Question de remorquage
Acropolis
De acropolis (hoge stad) was het middelpunt van de stad. Het was een versterkte heuvel.
Tempel
De tempel was voor de Grieken erg belangrijk. Net als de Egyptenaren dachten de Grieken dat de goden invloed hadden op het dagelijks leven en ze moesten dus tevreden gehouden worden.
Agora
De agora was het marktplein. Hier konden burgers elkaar ontmoeten om te praten over het bestuur en konden de handelaren handelen.
Stad
Om de acropolis groeide vaak een stad. Door de handel en veiligheid kwamen veel mensen hier wonen.
Platteland
Veel mensen woonden in de stad, maar de meeste mensen waren toch nog boer en woonden op het platteland.
Haven
De Grieken waren handelaren. Veel handel gebeurde over zee en bijna elke stad had dan ook een haven.
Stadsmuur
In de tijd van de Grieken werd veel oorlog gevoerd. Veel steden bouwden dus een stadsmuur om de stad en burgers te beschermen.
Slide 4 - Diapositive
De polis
Het Griekse landschap bestaat uit zee en bergen
De steden worden moeilijk door andere steden veroverd
Iedere stad wordt zijn eigen kleine staat: stadstaat
De Grieken noemen zo'n stadstaat een polis
Staat
Een begrensd gebied met een bestuur
Stadstaat
Een stad met het omliggende gebied die zichzelf bestuurt
Slide 5 - Diapositive
Verschillen en overeenkomsten
Tussen poleis zijn grote verschillen
Toch hebben de Grieken veel overeenkomsten (cultuur)
Dezelfde taal
Dezelfde verhalen
Dezelfde kunst
Slide 6 - Diapositive
Iedere Griekse polis heeft andere goden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Iedere Griekse polis heeft zijn eigen bestuur
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Sleep de onderdelen van de polis naar de juiste plek
Acropolis
Agora
Platteland
Haven
Stadsmuur
Stad
Tempel
Slide 10 - Question de remorquage
Slavernij
In de Griekse samenleving is sprake van ongelijkheid
Het grootste verschil is tussen vrije mensen en slaven
Slaven zijn het bezit van andere mensen, ze krijgen veel taken
Bijna iedereen in de Griekse wereld heeft slaven
Slide 11 - Diapositive
Opdracht 5
In de Griekse wereld kon je bijna [..............1...............] slaven tegenkomen. Ook in het [..............2...............] waren slaven werkzaam. Slaven werkten [..............3...............] op het land. Wie eenmaal slaaf was, bleef dat [..............4...............] zijn hele leven. Grieken vonden slavernij [..............5...............]
Maak de tekst kloppend
Woorden
nergens
overal
onderwijs
bestuur
nooit
ook
altijd
meestal
doodgewoon
bijzonder
Slide 12 - Question de remorquage
Aan de slag
Lees "De Griekse burger" op bladzijde 69
Straks krijg je er opdrachten over
Slide 13 - Diapositive
Leg uit wat burgerrecht betekent
Slide 14 - Question ouverte
Opdracht 8
Vrij
Soldaat
Invloed op het bestuur
Mannelijke burger
Vrouwelijke burger
Slaaf
Vreemdeling
Slide 15 - Question de remorquage
Welke uitspraak is juist?
A
Een Atheense man met burgerrecht moest altijd behoorlijk rijk zijn en land bezitten
B
Elke Griek die zijn polis wilde verdedigen, kreeg van de stad wapens en een harnas
C
Toen oorlogsschepen belangrijk werden, konden in Athene ook arme boeren meebeslissen
D
Wie meeroeide op een oorlogsschip, moest zijn eigen wapenuitrusting betalen
Slide 16 - Quiz
Leven in de polis
Oud Griekenland heeft landbouw, maar moet veel handelen
In de Griekse wereld zijn de mannen de baas
Mannen hebben inkomsten en regelen het bestuur
Vrouwen zorgen voor het huishouden
Slide 17 - Diapositive
De rol van de Griekse man en de Griekse vrouw
Rol voor de man
Rol voor de vrouw
Huishouden leiden
Het leger aansturen
Dochters uithuwelijken
Naar school gaan
Jong trouwen
Toestemming vragen
Zorgen voor inkomsten
Veel sporten
Slide 18 - Question de remorquage
Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00
Slide 19 - Diapositive
Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 3 t/m 15 van §2.1
Maken opdracht A van de PO (inleveren eerste les na vakantie)