Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Prijselasticiteit van de vraag
en andere elasticiteiten
Slide 1 - Diapositive
Ev = _____________________
procentuele verandering van de prijs
% verandering van de gevraagde hoeveelheid
Slide 2 - Question de remorquage
De prijselasticiteit (Ev) van een product is -0,2. De vraag naar dit product is
A
inelastisch
B
elastisch
Slide 3 - Quiz
Zet de volgende producten op volgorde langs de meetlat
Slide 4 - Question de remorquage
De waarde van de prijselasticiteit (Ev) van een product is -0,8. De ondernemer wil zijn omzet laten stijgen. Hij moet hiervoor de prijs van zijn product
A
gelijk laten, omzet is al max
B
verhogen
C
verlagen
Slide 5 - Quiz
De waarde van de prijselasticiteit (Ev) van een product is -1,0. De ondernemer wil zijn omzet laten stijgen. Hij moet hiervoor de prijs van zijn product
A
gelijk laten, omzet is al max
B
verhogen
C
verlagen
Slide 6 - Quiz
De waarde van de prijselasticiteit (Ev) van een product is -1,2. De ondernemer wil zijn omzet laten stijgen. Hij moet hiervoor de prijs van zijn product
A
gelijk laten, de omzet is al max
B
verhogen
C
verlagen
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
1) Verschuiven langs de lijn
De prijs verandert.
De prijs staat in de figuur op de y-as.
Dus lees je af langs de lijn.
Slide 9 - Diapositive
2) Verschuiven van de lijn
De prijs verandert niet.
Bij elke prijs is er een andere vraag.
Dus verschuift de lijn.
Dus:
verandert iets anders dan P,
dan verschuift de lijn.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Maak opdracht 19 en 20
Slide 13 - Diapositive
Substituten
Slide 14 - Carte mentale
Complementaire goederen
Slide 15 - Carte mentale
-20 / -50 = 0,4
Positief dus substituten
Als de prijs van koffie daalt met 50% wordt er meer koffie gedronken. De vraag naar thee neemt dan af
Slide 16 - Diapositive
30 / -50 = -0,6
Negatief, dus complementaire goederen
Als de prijs van koffie daalt wordt er meer koffie gedronken. De vraag naar creamer stijgt dan ook.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
De inkomenselasticiteit (Ey) van een product is 0,2. Om wat voor soort product gaat het hier?
A
Primair goed
B
Luxe goed
C
Inferieur goed
Slide 19 - Quiz
Hier is sprake van een
A
Primair / normaal goed
B
Inferieur goed
Slide 20 - Quiz
Hier is sprake van een
A
Primair goed
B
Luxe goed
C
Inferieur goed
Slide 21 - Quiz
Elasticiteit van het aanbod
Een hoger marktprijs leidt tot meer aanbod.
Aanbodfactoren zijn:
* Prijs > verschuiving langs de aanbodlijn
* Het aantal aanbieders > verschuiving van de aanbodlijn
* De kosten > verschuiving van de aanbodlijn
Slide 22 - Diapositive
Aan de slag
18 en 21 t/m 24
Wil je 11 t/m 17 nakijken? Bekijk de antwoorden en geef aan wat goed en niet goed gaat.