Klas 3G/T, week 11, H3 Woordenschat

Nederlands klas 3 
Week 2020
Docent: meneer Weerman
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands klas 3 
Week 2020
Docent: meneer Weerman

Slide 1 - Diapositive

Les 1 + 2
H2 Woordenschat

Slide 2 - Diapositive

Afspraken 
5 algemene afspraken:  
1. Ik ga respectvol om met anderen en andermans spullen 
2. Ik volg de instructie van alle medewerkers op 
3. Ik ruim (mijn) afval op 
4. Ik loop rustig door de school 
5. In school draag ik geen pet en doe ik mijn capuchon af 
 
En 4 afspraken in de klas:  
1. Ik heb mijn schoolspullen in orde 
2. Mijn iPad gebruik ik alleen met toestemming van de docent 
3. Mijn telefoon bewaar ik in mijn kluis. Let op: neem je je telefoon toch mee de klas in, dan doe je deze in de telefoontas. De school is niet aansprakelijk voor schade of diefstal. 
4. Luisteren we naar elkaar (hand opsteken voordat je wat wilt zeggen/vragen) 

Slide 3 - Diapositive

Afspraken telefoon
Basis is dat telefoons niet zichtbaar zijn in de les. Leerlingen kunnen: 
- de telefoon blijft in de tas 
- de telefoon gaat in de telefoontas 
- de telefoon blijft in de kluis  
 
De docent 
- zorgt ervoor dat de telefoon niet “meer” zichtbaar is 
- draagt zelf zorg voor passende consequenties 
- hanteert hierbij afspraken rondom regel overtredend en grensoverschrijdend gedrag 


Slide 4 - Diapositive

Vandaag 3DNL/T
  • Lezen
  • Lesdoelen / Uitleg (video-uitleg) H3 Woordenschat
  • Aan de slag: 
    - maken opdracht 1, 2 en 3 (bladzijde 82/83/84)
    -samenwerken/zelfstandig werken
  • Klaar: H1 Extra opdrachten Lezen /Woordenschat

Slide 5 - Diapositive

Vandaag 3K
  • Lezen
  • Lesdoelen / Uitleg (video-uitleg) H3 Woordenschat
  • Aan de slag: 
    - maken opdracht 1 t/m 7  (bladzijde 76/77/78/79)
    -samenwerken/zelfstandig werken
  • Klaar: H3 Extra opdrachten Lezen /Woordenschat

Slide 6 - Diapositive

Vandaag 01/12
  • 10 min: Lezen
  • 15 min: Herhalen (powerpoint) H3 Lezen
  • 15 min: Aan de slag: 
    - maken opdracht 4 (blz. 72/73)
    -samenwerken/zelfstandig werken
  • Klaar: H3 Schrijven opdracht 1 + 2 (blz. 76/77)
  • 5 min: Afsluiting

Slide 7 - Diapositive

Vandaag 03/12
  • 10 min: Lezen
  • 10 min: Lesdoelen / Uitleg (video-uitleg) H3 Woordenschat
  • 20 min: Aan de slag -> maken startopdracht / opdracht 1 en 2 (blz. 82/83)
  • Klaar: maken H3 Lezen -> opdracht 5
  • 5 min: Afsluiting

Slide 8 - Diapositive

Vandaag 04/12
  • 10 min: Lezen
  • 5 min: Lesdoelen / Uitleg (video-uitleg)
    H3 Woordenschat
  • 20 min: Aan de slag -> maken opdracht 3, 4 en 5 (blz. 84/85)
  • 10 min: Pauze
  • 10 min: Herhalen / Uitleg (powerpoint) H3 Lezen
  • 30 min: Deeltoets H3 Lezen (versie B), daarna opdracht 5 (bladzijde 74)
  • 5 min: Afsluiting

Slide 9 - Diapositive

Lesdoelen

  • Je leert over formeel taalgebruik

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk
Hoofdstuk 2 -> Woordenschat (bladzijde 54/55)
  • Lezen: theorie Woordenschat hoofdstuk 2 (video-uitleg)
  • Maken: opdracht 1 + 2

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk
Hoofdstuk 2 -> Woordenschat (bladzijde 56/57)
  • Lezen: theorie Woordenschat hoofdstuk 2 (video-uitleg)
  • Maken: opdracht 3 + 4

Slide 12 - Diapositive

Taalgebruik
letterlijk en figuurlijk

Slide 13 - Diapositive


LETTERLIJK OF FIGUURLIJK?


Slide 14 - Diapositive

Aan het einde van deze les:
  • Weet je het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
  • Kan je figuurlijk taalgebruik herkennen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo


Letterlijk taalgebruik

Dit vertelt precies wat er gebeurd is, er zit geen andere betekenis achter

Bijvoorbeeld: tegen de lamp lopen --> je bent écht tegen de lamp aangelopen

Slide 17 - Diapositive


Figuurlijk taalgebruik

 Dit heeft een andere betekenis dan dat er staat.

'Tegen de lamp lopen' kan in dit geval ook betekenen: je deed iets stiekem en bent nu gesnapt

Slide 18 - Diapositive


Nog meer voorbeelden van figuurlijk taalgebruik:

  • De baard in de keel krijgen
  • Een blauwtje lopen
  • Iemand uit de droom helpen
  • Bij de pakken neerzitten

Spreekwoorden zijn altijd figuurlijk bedoeld!

Slide 19 - Diapositive

En nu even oefenen!

Slide 20 - Diapositive

Je moet het nou eens goed in je oren knopen, dat je op tijd moet komen
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 21 - Quiz

Ik heb er een hard hoofd in of ik dit jaar ga slagen voor mijn eindexamen
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 22 - Quiz

Ik heb een wond aan mijn hoofd
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 23 - Quiz

Ik heb een zere keel
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 24 - Quiz

Mijn broer krijgt de baard in de keel
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 25 - Quiz

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 26 - Quiz

Je raadt nooit wie ik gisteren tegen het lijf liep
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 27 - Quiz

Wat vind je nog lastig?

Slide 28 - Question ouverte