AR1_VwGy_Unit3_TestJezelf-3.2,3.3,3.4

Welcome to English Class
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome to English Class

Slide 1 - Diapositive

Today
  • Lesson Aim
  • Revise Grammar Lesson 2, 3 and 4. 
  • Start Lesson 5 
  • Wrap-up Lesson

Slide 2 - Diapositive

Lesson target
After this lesson, you should be able to:
> Easily indicate wheter a sentence is a present simple or a present continuous.

Slide 3 - Diapositive

Geef het juiste antwoord:
Large - ? - ?
timer
0:25
A
largeer - largeest
B
big - bigger
C
larger - larger
D
larger - largest

Slide 4 - Quiz

Geef het juiste antwoord:
handsome- ? - ?
timer
0:25
A
handsomer- most handsome
B
more handsome- handsomest
C
more handsome - most handsome
D
handersome- handestsome

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Lesson 2: Comparisons
General rule: 
Young  >  Younger  >  Youngest

But!
Fat  >  Fatter  >  Fattest
Tiny  >  Tinier  >  Tiniest 
Beautiful  >  more beautiful  >  most beautiful 
good > better > best   /   bad > worse > worst 

Slide 7 - Diapositive

Is de spellingsregel voor het
maken van een comparison juist?
> als een woord eindigt op een -e, komt
er alleen nog maar -r / -st achter.
timer
0:30
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Is de spellingsregel voor het maken
van een comparison juist?
> als een woord eindigt op een -y,
dan verandert de -y naar -ier / -iest.
timer
0:30
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Is de spellingsregel voor het maken
van een comparison juist?
> Voor het maken van onregelmatige werkwoorden is een regel.
timer
0:30
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Wat voor type zin stond
er op de vorige afbeelding?
timer
0:20
A
Present Simple
B
Past Simple
C
Present Continuous
D
Comparison

Slide 12 - Quiz

timer
1:15
Zet de juiste kenmerken bij de juiste zinsvorm.
Present Simple
Present Continuous
Voor een doorgaande activiteit
Gewoontes
Verb + ing
SHIT-rule
Verb + s 
moment van spreken

Slide 13 - Question de remorquage

Describe, in English, what you see in the upcoming pictures. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat voor zinstype is dit?

I'm walking with my dog.
A
Present Simple
B
Present Continuous
C
present continuous + present simple
D
Present simple + present continuous

Slide 19 - Quiz

Wat voor zinstype is dit?

He walks towards the kitchen.
A
Present Simple
B
Present continuous
C
present continuous + present simple
D
Present simple + present continuous

Slide 20 - Quiz

Wat voor zinstype is dit?

He is walking to the kitchen / as he needs to cook dinner
A
Present Simple
B
Present continuous
C
present continuous + present simple
D
Present simple + present continuous

Slide 21 - Quiz

Wat voor zinstype is dit?

When you go out in the hot sun / avoid getting sunburned.
A
Present Simple
B
Present continuous
C
present continuous + present simple
D
Present simple + present continuous

Slide 22 - Quiz

Lesson aim: You should now be able to:
Easily indicate wheter a sentence is a present simple or a present continuous.
A
Definitely Yes!
B
Absolutely not!
C
A little bit...
D
Still don't know what this is about..

Slide 23 - Quiz

Homework
Unit 3 • Lesson 5 
Exercises: 1, 2, 3, 4, 5, 6.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive