Inkomenselasticiteit

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welke vragen kun je verwachten op de toets

Wat is het doel van inkomenselasticiteit?

1. Onderzoeken hoeveel mensen verdienen
2. onderzoeken v.h. effect inkomenswijzigingen op vraag producten
3. Onderzoeken v.h. effect prijswijzigingen op vraag producten.
4. Onderzoeken in hoeverre inkomen rekbaar is.

Een verschil tussen inkomens en prijselasticiteit is:

1. De formule is anders
2. De type goederen die we onderscheiden zijn anders
3. Minstens 3 antwoorden zijn juist
4. Elasticiteit[p] = negatief, Elasticiteit [i] niet perse

Bij inkomenselasticiteit onderscheiden we deze goederen:

1. Complementaire en substitutie
2. Elastisch en inelastisch
3. Homogeen en hetrogeen
4. Inferieur, normale, noodzakelijke en luxe

De ink.elasticiteit die het beste bij deze scooter past is:

1. -1
2. 0,5
3. 1,2
4. 9

Stijgt het inkomen met 10% en de vraag stijgt met 20%, dan:

1. Is de inkomens elasticiteit -2
2. is de inkomenselasticiteit -0,5
3. is de inkomenselasticiteit 2
4. is de inkomenselasticiteit 0,5

Inkomen stijgt met 10%, vraag met 20%

Werkwijze:

- Schrijf de formule op.   %veranderingQ / % verandering I

- Vul de formule in               20/ 10 = ??

- Berereken de uitkomst.     =2

De i.elasticiteit is 5 en de vraag is met 50% gestegen. het inkomen:

1. stijgt met 250%
2. Stijgt met 10%
3. Daalt met 250%
4. Daalt met 10%

I. elasticiteit is 5 ; vraag is met 50% gestegen

Werkwijze:

- Schrijf de formule op.                 % verandering Q/ %verandering I

- Vul de formule in                               50  / ?? = 5.

- Berereken de uitkomst.    (gebruik ezelsbruggetje 6/2=3)

                                                                 50/5 = 10%

Vraag naar product stijgt van Q 10 naar Q15. Inkomen stijgt met 5%

1. De inkomenselasiciteit is 33
2. De inkomenselasiciteit is 10
3. De inkomenselasiciteit is 5
4. De inkomenselasiciteit is 2,5

Vraag naar product stijgt van Q 10 naar Q15. Inkomen stijgt met 5% n

Werkwijze:

- Schrijf de formule op.                 % verandering Q/ %verandering I

- Vul de formule in                               50  / 5 = ??

- Berereken de uitkomst.              = 10

Inkomen oud is 3000; inkomen nieuw is 4000 Prijselasticiteit is 0,8.

1. % verandering Q is 25%
2. % verandering Q is 26,67%
3. % verandering Q is 28,67%
4. % verandering Q is 30%

Inkomen oud is 3000; inkomen nieuw is 4000 Prijselasticiteit is 0,8.

Werkwijze:

- Schrijf de formule op.                 % verandering Q/ %verandering I

- Vul de formule in                               ??  /33,3 = 0,8

- Berereken de uitkomst.               6/2=3.    -->  33,3*0,8= 26,67%

Q oud is 335, Inkomen is gedaald met 30%; I.elasticiteit is 0,8. Q nieuw is?

1. 364
2. 328
3. 302
4. 264

Q oud is 335, Inkomen is gedaald met 30%; I.elasticiteit is 0,8.   Q nieuw is?

Werkwijze:

- Schrijf de formule op.                 % verandering Q/ %verandering I

- Vul de formule in                               ??  / -30 = 0,8

- Berereken de uitkomst.               6/2=3.    -->  -30*0,8= -24%

0,76 * 335 = 254,6