Les 7 Gewervelden

GEWERVELDEN
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

GEWERVELDEN

Slide 1 - Diapositive

De stam van de gewervelden 
wordt onderverdeeld in 5 groepen

Slide 2 - Diapositive

Gewervelde dieren
Gewervelden zijn 1 van de 7 stammen en wordt verdeeld in 5 groepen.

Alle gewervelde dieren hebben een inwendig skelet.

Een onderdeel van dat skelet is de wervelkolom. 

De wervelkolom is opgebouwd uit wervels.

Slide 3 - Diapositive

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 4 - Diapositive

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 5 - Diapositive

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 6 - Diapositive

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 9 - Diapositive

   Uitzonderingen
Let op:
Bijna alle zoogdieren leven op het land. Er zijn zoogdieren die in het water leven.

Bijna alle vogels kunnen vliegen.
Vogels die niet vliegen, leven op het land en niet in de lucht.

Slide 10 - Diapositive

kenmerken

Slide 11 - Diapositive

Vissen
kenmerken

Slide 12 - Diapositive

kenmerken

Slide 13 - Diapositive

kenmerken

Slide 14 - Diapositive

kenmerken

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

Welke dieren leggen eieren met een taaie, leerachtige schaal?
A
vogels
B
reptielen
C
vogels en reptielen
D
reptielen en amfibieën

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Aan het werk!
Maak eerst 3.7 (blz 230) in je  boek.
Ga verder met de tekenopdracht:
Vandaag tekent ieder van jullie op z'n minst EEN GEWERVELD DIER. 
timer
1:00

Slide 20 - Diapositive

Welke dieren leggen hun eitjes (meestal) in het water?
A
vissen en amfibieën
B
vissen en reptielen
C
vissen
D
amfibieën

Slide 21 - Quiz

Welke zijn de warmbloedige dieren?
A
vissen en zoogdieren
B
reptielen en zoogdieren
C
vogels en reptielen
D
zoogdieren en vogels

Slide 22 - Quiz


Bij welke klasse hoort het dier met dit skelet?
A
vissen
B
amfibieën
C
reptielen
D
zoorgdieren

Slide 23 - Quiz

In welke klasse(n) drinken de jongen melk bij de moeder?
A
vogels
B
zoogdieren
C
zoogdieren en vogels
D
zoogdieren en reptielen

Slide 24 - Quiz

Bij welke klasse hebben de dieren veren?
A
vissen
B
reptielen
C
vogels
D
zoogdieren

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo


Een nijlpaard is een zoogdier. Welk kenmerk van zoogdieren bezit het nijlpaard niet?
A
geen longen
B
koudbloedig
C
huid zonder haren
D
legt eieren

Slide 27 - Quiz



De vleermuis is
A
warmbloedig
B
koudbloedig
C
afhankelijk van de omgeving warm- of koudbloedig

Slide 28 - Quiz



De leguaan heeft droge schubben.
Hoe haalt de leguaan adem?
A
longen
B
kiewen
C
uitwendige kieuwen, longen en door de huid
D
eerst met kieuwen, daarna door de huid

Slide 29 - Quiz

Ademen door de huid
Welke groep kan dat?
A
Vissen
B
Amfibieën
C
Reptielen
D
Zoogdieren

Slide 30 - Quiz

Een jonge zeehond heeft een witte vacht. Een volwassen dier heeft een bruine of grijze.

Hoe plant de zeehond zich voort?
Is hij warm- of koudbloedig?
A
levendbarend warmbloedig
B
eieren met een leerachtige schaal koudbloedig
C
eieren zonder schaal koudbloedig
D
eieren met een kalkschaal warmbloedig

Slide 31 - Quiz

Levendbarend: Dieren waarvan de jongen niet uit eieren, maar uit de moeder komen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 32 - Quiz

Koudbloedig: De lichaamstemperatuur is gelijk aan de temperatuur van de omgeving
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo