Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
9.2 lever en nieren
Slide 1 - Diapositive
Je hebt net voor de lunch nog een gymles. Welk hormoon zorgt ervoor dat je glycogeen omgezet wordt in glucose, zodat er voldoende glucose is om te kunnen sporten?
A
insuline, gemaakt door de lever
B
glucagon, gemaakt in de alvleesklier
C
glucagon, gemaakt in de schildklier
D
Insuline, gemaakt in de nieren
Slide 2 - Quiz
de lever
Leverslagader en poortader
opbouwen en omzetten
- aminozuren / eiwitten
- glucose > vet > cholesterol
Afbreken
- aminozuren > ureum
- alcohol / gifstoffen / medicijnen
Afvoeren
- gal | hemoglobine > billirubine
Opslaan
- glycogeen en ijzer
Slide 3 - Diapositive
Nieren
Functie:
filteren afvalstoffen uit het bloed:
afbraakstoffen uit de lever (ureum/alcohol)
overtollige stoffen, water, zouten
overbodige stoffen: kleurstoffen
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
De lever breekt overtollige eiwitten af, hoe heet de stof die dan wordt gevormd?
A
Koolhydraat
B
Glucose
C
Ureum
D
Cholesterol
Slide 8 - Quiz
Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader
Slide 9 - Question de remorquage
Wat is de juiste volgorde?
A
nieren - urineblaas - urineleider - urinebuis
B
nieren - urinebuis - urineblaas - urineleider
C
nieren - urineleider - urineblaas - urinebuis
Slide 10 - Quiz
7. Hieronder staan vier zinnen over uitscheiding.
Geef bij elke zin aan of die goed of fout is.
Goed
Fout
De huid is een uitscheidingsorgaan.
De nieren scheiden alcohol uit.
De lever verwijdert kleurstoffen uit je bloed
In de longen gaan zouten uit je bloed.
Slide 11 - Question de remorquage
Wat gebeurt er met de bloeddruk als er te veel terugresorptie plaatsvindt? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Question ouverte
Door een lage bloeddruk hoeft Dione maar weinig te plassen. Hoe komt het dat ze door een lage bloeddruk maar weinig hoeft te plassen? Leg je antwoord uit.