Vocabulary -stones H3 BBL toets

Vertaal de woorden - zinnnen in het Engels


Chapter 3


1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vertaal de woorden - zinnnen in het Engels


Chapter 3


Slide 1 - Diapositive

zolder

Slide 2 - Question ouverte

onmogelijk

Slide 3 - Question ouverte

oefenen

Slide 4 - Question ouverte

fatsoenlijk(e)

Slide 5 - Question ouverte

pech, ongeluk

Slide 6 - Question ouverte

kwast

Slide 7 - Question ouverte

geloof

Slide 8 - Question ouverte


(uit)rekken

Slide 9 - Question ouverte

deelnemer

Slide 10 - Question ouverte

uithoudingsvermogen

Slide 11 - Question ouverte

vechtsporten

Slide 12 - Question ouverte

spontaan

Slide 13 - Question ouverte

salarisstrookje

Slide 14 - Question ouverte

koelkast

Slide 15 - Question ouverte

zaalwachter

Slide 16 - Question ouverte

uitspreken

Slide 17 - Question ouverte

uitspreken

Slide 18 - Question ouverte

bijvoorbeeld

Slide 19 - Question ouverte

spoedgeval

Slide 20 - Question ouverte

met pensioen

Slide 21 - Question ouverte

prestatie

Slide 22 - Question ouverte

storen

Slide 23 - Question ouverte

inschrijfgeld

Slide 24 - Question ouverte

motiveren

Slide 25 - Question ouverte

meevoelen met

Slide 26 - Question ouverte

volgens

Slide 27 - Question ouverte

solliciteren naar

Slide 28 - Question ouverte

verbeteren

Slide 29 - Question ouverte

vaardigheid

Slide 30 - Question ouverte

Ik vind het leuk om avontuurlijke dingen te doen.

Slide 31 - Question ouverte

Je werkt alleen vroeg in de ochtend.

Slide 32 - Question ouverte

Het salaris is het minimumloon.

Slide 33 - Question ouverte

Ik zag uw advertentie op internet.

Slide 34 - Question ouverte

Ik kijk uit naar uw reactie.

Slide 35 - Question ouverte

Ik las uw advertentie in de krant van gisteren.

Slide 36 - Question ouverte

Ik ben beschikbaar voor een persoonlijk gesprek.

Slide 37 - Question ouverte

Ik kan niet tegelijkertijd muziek luisteren en studeren.

Slide 38 - Question ouverte

Ik ben goed in dingen repareren.

Slide 39 - Question ouverte

Ik ben een erg creatief en spontaan persoon.

Slide 40 - Question ouverte

Zou je me kunnen vertellen over de baan?

Slide 41 - Question ouverte

Wat zijn de werktijden?

Slide 42 - Question ouverte

Het werk is gevarieerd en interessant.

Slide 43 - Question ouverte