Oefenvragen H5 Koude oorlog

Oefen vragen H5 Koude oorlog
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Oefen vragen H5 Koude oorlog

Slide 1 - Diapositive

Dictatuur hoort bij
A
kapitalisme
B
communisme

Slide 2 - Quiz

Vrijemarkteconomie hoort bij
A
kapitalisme
B
communisme

Slide 3 - Quiz

Berlijn hoort bij
A
communisme
B
kapitalisme
C
beide

Slide 4 - Quiz

Wat bedoelen we met de term Koude oorlog?

Slide 5 - Question ouverte

Planeconomie past bij
A
communisme
B
kapitalisme

Slide 6 - Quiz

Navo hoort bij
A
communisme
B
kapitalisme

Slide 7 - Quiz

Kapitalisme
Communisme
BRD
DDR

Slide 8 - Question de remorquage

Communisme
Kapitalisme

Slide 9 - Question de remorquage

Communisme of kapitalisme?
communisme
kapitalisme
gelijkheid
individualisme
BRD
NAVO
DDR
Hongarije
China
Nederland

Slide 10 - Question de remorquage

Zet de zinnen in de juiste chronologische volgorde.
Stalin en Hitler sluiten een niet aanvalsverdrag.
De Sovjet-Unie en de Verenigde Staten vechten samen tegen Duitsland.

Oprichting van de Verenigde Naties.
Oprichting van de NAVO.
Oprichting van het Warschaupact.

Slide 11 - Question de remorquage

Welke twee zinnen zijn juist?
De Verenigde Naties maken afspraken om wereldproblemen op te lossen.
De Verenigde Naties willen dat arme landen de wereldproblemen oplossen.
Mensen over de hele wereld hebben steeds minder contact met elkaar.
Steeds meer mensen over de hele wereld hebben contact met elkaar.
Deze is juist
Deze is juist

Slide 12 - Question de remorquage

Waarom besloten de VS en SU om tijdens de Tweede Wereldoorlog met elkaar samen te werken?
A
Omdat de VS een grote kans zag voor een nieuwe afzetmarkt
B
Omdat zij een gezamenlijke vijand hadden: Groot-Britannie
C
Omdat zij een gezamenlijke vijand hadden: Duitsland
D
Omdat de SU Alaska aan de VS had verkocht

Slide 13 - Quiz

Wat werd er in februari 1945 bepaald op de Conferentie van Jalta?
A
Wat er moest gebeuren met Duitsland na de oorlog
B
Hoe de VS en de SU samen Europa zouden veroveren
C
Hoe de VS en SU zich na de oorlog zouden terugtrekken uit Europa
D
Hoe ze Japan zouden verslaan

Slide 14 - Quiz

Welke leiders waren aanwezig op de conferentie van Jalta?

Slide 15 - Question ouverte

In hoeveel bezettingszones werd Duitsland na de oorlog verdeeld?
A
4: Nederland, GB, SU en VS
B
4: Frankrijk, GB, SU en VS
C
3: GB, SU en VS
D
3: Polen, SU en VS

Slide 16 - Quiz

Welke Duitse stad werd ook in 4 bezettingszones verdeeld:
A
München
B
Neurenberg
C
Berlijn
D
Dortmund

Slide 17 - Quiz

De Koude Oorlog tussen de VS en de SU werd indirect bevochten. Wat word daarmee bedoeld?
A
De VS en SU waren in oorlog, maar beloofden elkaar om geen kruisraketten te gebruiken
B
Er werd gevochten in andere landen, maar niet in de VS of SU zelf
C
De SU en VS sturen hun bondgenoten om elkaar te bevechten
D
Dat zowel de SU en VS elkaar niet durfden te aanvallen omdat andere landen zoals Duitsland een comeback konden maken

Slide 18 - Quiz

Na 1945 werd Europa in twee delen gedeeld:
A
Het communistische westen en het kapitalistische oosten
B
Europa werd verdeeld tussen Duitsland en Italië
C
Het westen werd Amerikaans grondgebied en het oosten van de Sovjet-Unie
D
Het communistische oosten en het kapitalistische westen

Slide 19 - Quiz

De VS is:
A
Communistisch
B
Kapitalistisch

Slide 20 - Quiz

De SU was:
A
Communistisch
B
Kapitalistisch

Slide 21 - Quiz


Wat wil het communisme?
A
Een samenleving waarin er geen eigen bezit is en waar iedereen gelijkwaardig is.
B
Een samenleving waarin er wel eigen bezit is en waar iedereen gelijkwaardig is.
C
Een samenleving waarin er één sterke leider is en er geen eigen bezit is.
D
Een samenleving waarin er één sterke leider is en waar wel eigen bezit is.

Slide 22 - Quiz

Wat is kapitalisme?
A
Het streven naar zoveel mogelijk winst
B
Het streven naar zoveel mogelijk kolonies
C
Het streven naar zoveel mogelijk macht
D
Het opslaan van producten

Slide 23 - Quiz

Wat is het Marshallplan?
A
Amerikaans steun-programma voor kapitalistische landen
B
Plan om de Sovjetunie aan te vallen
C
Steunpakket van SU voor de satellietlanden
D
Steunpakket voor Oostbloklanden van de VS

Slide 24 - Quiz

Wat is de trumandoctrine?
A
Idee dat men de communistische invloed moest indammen
B
Idee dat men West-Europa financiële hulp moest geven
C
Idee dat er geen verenigd Duitsland meer mocht zijn
D
Idee dat men meer kernwapens moest ontwikkelen als afschrikking

Slide 25 - Quiz

Blokkade Berlijn
Berlijnse Muur
1948
 1961

Slide 26 - Question de remorquage

IJzeren Gordijn

Berlijnse Muur

Slide 27 - Question de remorquage

Berlijnse Blokkade
Berlijnse Muur

Slide 28 - Question de remorquage

Oostblok
Westblok
IJzeren Gordijn
Berlijnse Muur

Slide 29 - Question de remorquage

Verenigde Staten
SovjetUnie
Blokkade van Berlijn
containment
Stalin
Blokkade van Berlijn
BRD
DDR
Stasi
Parlementaire democratie
welvaart
NAVO
planeconomie
Chroesjtsjov

Slide 30 - Question de remorquage

1955
1961
1949
1948
De bouw van de Berlijnse muur.
De Blokkade van Berlijn
De oprichting van de NAVO
De oprichting van het Warschaupact

Slide 31 - Question de remorquage