Sara'h - Cover Last christmas

Quiz de Noël
In de komende 2 minuten leer je woorden die je nodig hebt voor de quiz. Probeer zoveel mogelijk woorden te onthouden!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Quiz de Noël
In de komende 2 minuten leer je woorden die je nodig hebt voor de quiz. Probeer zoveel mogelijk woorden te onthouden!

Slide 1 - Diapositive

je redonnerai
rejeter
le bonheur
le coeur
quelqu'un
dès
ramener
Joyeux Noël
le tort
il ment
le cas
ik zal teruggeven
afwijzen
het geluk
het hart
iemand
sinds/vanaf
terugbrengen
Gelukkig Kerstfeest
het ongelijk
hij liegt
het geval
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Last Christmas (Sara'h)
Le dernier Noël / Noël passé
Ecouter la chanson 'Last christmas' 
et répondez aux questions!

Slide 3 - Diapositive

20

Slide 4 - Vidéo

00:03
Wat betekent 'je t'ai donné mon coeur'
A
ik heb je gegeven mijn hart
B
ik gaf je mijn hart

Slide 5 - Quiz

00:07
Wat betekent:
tu l'as rejeté
A
je hebt het weer afgewezen
B
je hebt het teruggegeven

Slide 6 - Quiz

00:11
"cette fois, je le donnerai"
" ... ...., zal ik het je weer teruggeven"
A
de volgende keer
B
deze keer
C
geen enkele keer
D
nooit

Slide 7 - Quiz

00:15
'à quelqu'un qui veut mon bonheur'
betekent
A
aan iemand die mij 'het geluk gunt'
B
aan iemand die geluk van mij wilt

Slide 8 - Quiz

00:22
"mais dès le jour d'après"
A
maar sinds de dag ervoor
B
maar vanaf de vorige dag
C
maar sinds de dag erna
D
maar sinds de laatste keer

Slide 9 - Quiz

00:35
"j'essaie mais je ne peux pas"
A
ik geef het op maar ik kan het niet
B
ik geef het op maar ik wil het niet
C
ik probeer maar ik wil het niet
D
ik probeer maar ik kan het niet

Slide 10 - Quiz

00:39
"tout me ramène à toi"
A
alles brengt me weer terug bij jou/doet me aan je denken
B
alles leidt me af van jou
C
alles doet me jou vergeten
D
ik wil alles van je weten

Slide 11 - Quiz

00:46
"Un an déjà, cela ne me surprendrait pas"
A
al een jaar lang, dat zou me niet verbazen
B
al een jaar lang, dat zou ik niet overleven
C
al een jaar lang denk ik aan jou
D
al een jaar lang probeer ik je te vergeten

Slide 12 - Quiz

00:49
Joyeux Noël, je t'ai préparé,
........
Wat was het laatste woord?
A
oublié (vergeten)
B
trouvé (gevonden)
C
envoyé (gestuurd)
D
surpris (verrast

Slide 13 - Quiz

00:56
"Je sais bien" (ik weet heus wel)
"que j'ai vraiment eu tort"
A
dat ik echt ongelijk had
B
dat ik echt gelijk had

Slide 14 - Quiz

01:00
"Je pourrais bien (ik zou best kunnen)
"y croire encore"
wat betekent dit laatste zinsdeel?
A
er nog op vertrouwen
B
er nog aan denken
C
er nog in geloven
D
er nog aan twijfelen

Slide 15 - Quiz

01:33
"une salle bondée" (een zaal vol mensen)
"les amis sont là"
A
de vrienden zijn daar
B
de vrienden zijn vrolijk

Slide 16 - Quiz

01:37
"ton coeur si froid"
A
jouw hart zo warm
B
jouw hart zo koud

Slide 17 - Quiz

01:40
"être importante ..... ......"
welke 2 laatste woorden zong ze hier?
A
pour moi
B
pour toi
C
pour nous
D
pour vous

Slide 18 - Quiz

01:43
"ce n'était pas le cas"
het was niet .... ....
A
de reden
B
de bedoeling
C
de vergissing
D
het geval

Slide 19 - Quiz

01:49
"qui ment, yeux dans les yeux"
"die liegt, ogen in de ogen"
hoe zeg je dit in het Nederlands?
A
die glashard liegt
B
die liegt om de vrede te bewaren

Slide 20 - Quiz

01:54
"je ne veux plus les erreurs du passé"
"Ik wil niet meer de ...... van het verleden"
A
de leugens
B
de feiten
C
de herinneringen
D
de fouten

Slide 21 - Quiz

01:58
"maintenant j'ai trouvé l'amour, je ne me laisserai plus piéger"
"nu heb ik de .................................. gevonden,
ik laat me niet meer in de maling nemen"
A
vrede
B
zonde
C
liefde
D
bedoeling

Slide 22 - Quiz

02:08
"Cette fois, je le redonnerai"
"Deze keer zal ik het ..........
A
terugwinnen
B
terugsturen
C
teruggeven
D
terugverdienen

Slide 23 - Quiz

02:12
"mon bonheur" =
A
mijn geluk
B
mijn liefde

Slide 24 - Quiz