Paragraaf 7 Ondernemingsvormen

Economie 
3GT
H7§7
Ondernemingsvormen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Economie 
3GT
H7§7
Ondernemingsvormen

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. Hoofdstuk 7 paragraaf 7 bespreken ( blz. 105)
  2. Zelfstandig doornemen hoofdstuk 7 (staat onder bronnen hoofdstuk 7)
  3. Uitgedeelde stencil opdrachten bekijken staan ook antwoorden op.

Slide 2 - Diapositive

Landbouw, visserij, mijnbouw
Landbouw, visserij, mijnbouw
primaire sector

producten worden uit de natuur gehaald
bijv: Visserijbedrijf, mijnbouwbedrijven, boerenbedrijven
Een onderneming:
• verkoopt goederen of diensten met als doel winst maken; 
• staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel
(KvK). 

De Kamer van Koophandel geeft advies aan beginnende
ondernemers.

Slide 3 - Diapositive

Landbouw, visserij, mijnbouw
Landbouw, visserij, mijnbouw
primaire sector

producten worden uit de natuur gehaald
bijv: Visserijbedrijf, mijnbouwbedrijven, boerenbedrijven
Ondernemingsvormen
Als je je eigen onderneming gaat starten, dan kun je voor verschillende ondernemingsvormen kiezen.

Slide 4 - Diapositive

Ondernemingsplan
Ondernemingsplan = plan waarin je beschrijft wat  het doel en de verwachtingen van je onderneming  zijn en hoe je het organisatorisch en financieel gaat aanpakken.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Ondernemingsvormen
  • eenmanszaak
  • zelfstandige zonder personeel (zzp-er)
  • vennootschap onder firma (vof)
  • besloten vennootschap (bv)
  • naamloze vennootschap (nv)
  • stichting

Slide 7 - Diapositive

Eenmanszaak
Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft. 

De eigenaar kan wel
personeel in dienst hebben.

Slide 8 - Diapositive

Zzp-er
Iemand die werkt zelfstandig, heeft dus een eigen onderneming. 

Een zzp-er heeft geen personeel en betaalt inkomstenbelasting over de winst.

Slide 9 - Diapositive

Welke beweringen zijn juist? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Een zelfstandige kan personeel in dienst hebben.
B
Als zelfstandige heb je zekerheid over je werk en je inkomen.
C
In een eenmanszaak werkt maar één persoon.
D
De eigenaar van een eenmanszaak is eigen baas.

Slide 10 - Quiz

V.o.f.
Vennootschap onder firma: er zijn twee of meer eigenaren (vennoten of firmanten)
die samen de leiding hebben.

Slide 11 - Diapositive

kenmerken eenmanszaak en v.o.f.
Voor de eigenaren van een eenmanszaak en v.o.f. is de winst hun inkomen. Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen
moet betalen.

Bij verlies zijn de eigenaren ook privé aansprakelijk.

Slide 12 - Diapositive

BV en NV
Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap) zijn ondernemingsvormen waarbij het privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming strikt van elkaar gescheiden zijn. De eigenaren zijn aandeelhouders.

Over de winst wordt vennootschapsbelasting betaald. Betalen ze over de nettowinst
De aandeelhouders krijgen dividend als er winst gemaakt wordt.

Slide 13 - Diapositive

Verschil BV en NV
  • BV is besloten: aandelen zijn niet verhandelbaar

  • N.V. is open: aandelen kunnen wel worden verhandeld op bijv de aandelenbeurs

Slide 14 - Diapositive

Stichting
Een stichting is een instelling die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. Vaak ontvangen ze geld in de vorm van donaties of een subsidie. Winst mag niet gehouden worden, dit moet besteed worden t.b.v. het doel van de stichting.

Slide 15 - Diapositive

Het voortbestaan van een eenmanszaak is afhankelijk van de eigenaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Welke van onderstaande bedrijven geeft aandelen uit?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
BV
D
VOF

Slide 17 - Quiz

Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?
A
NV
B
BV
C
CV
D
VOF

Slide 18 - Quiz

Alle aandelen staan op naam.
Eén persoon krijgt alle winst
Iedere vennoot is aansprakelijk.
Aandelen zijn vrij verhandelbaar.
NV
Eenmanszaak
Vof
BV

Slide 19 - Question de remorquage