4h kua P2: les 4: presentaties en toets bespreken

4h kua P2: les 4: presentaties en toets bespreken 
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

4h kua P2: les 4: presentaties en toets bespreken 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom bij KUA! 
  • Telefoon is weg voordat je het lokaal binnenkomt 
  • Jas uit & tas op de grond 
  • Laptop dicht op tafel
  • KUA mapje, schrift en pen op tafel 
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke periode hoort bij massacultuur?
A
van 1850 to nu
B
van 1900 tot 1950
C
van 1900 tot nu
D
van 1950 tot nu

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk kunstwerk is geen pop-art?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is (wat betreft voorstelling) de inspiratie voor pop art?
A
Felle kleuren, uitvergrotingen en herhalingen
B
Manier van schilderen
C
De moderne consumptie maatschappij en amusementsindustrie
D
Het gewone ongewoon maken

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pop art 

- onderwerpen uit de (populaire) consumptiemaatschappij: strips, reclame, verpakkingen van producten, popsterren 
- het is niet origineel
- (soms) vervreemding van het formaat (ongewoon)
- Vaak een ironische ondertoon, commentaar op consumptiemaatschappij

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Waarom gebruikten  veel  popart kunstenaars beelden uit de reclame?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ging de toets?
0100

Slide 8 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag

1.  Presentaties! 
2. Toets bespreking 

 




Slide 9 - Diapositive

Checklist:
Het leerdoel is in leerlingentaal geformuleerd.
Het leerdoel is volgens de RTTI-methodiek geformuleerd.
Het leerdoel geeft een omschrijving van de context (inhoud).
Er wordt een werkwoord gebruikt in het leerdoel (gedrag).

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
De condities worden weergeven in het leerdoel (voorwaarden).
Er zijn succescriteria gekoppeld aan het leerdoel (norm
Aan het einde van de les

- kan je zes subculturen herkennen en beschrijven aan de hand van tijd, plaats, ideologie, kledingstijl en muziek

- heb je kritisch je antwoorden bekeken en leerdoel geformuleerd voor p2 





Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les

begrijp je dat vooruitgang in de kunst niet meer bestaat: alles is ooit al gedaan, originaliteit en authenticiteit bestaan niet meer in het tijdperk van reproductie




Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Presentaties 
Jullie zijn de experts!
Maak aantekeningen 
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jaren '80 Hiphop

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les

- (kan je zes subculturen herkennen en beschrijven aan de hand van tijd, plaats, ideologie, kledingstijl en muziek)






Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Toets bespreken 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips volgende toets:
1. Lees goed de vraag. Wat wordt er gevraagd? Begrijp je alle woorden?
2. Welke analysebegrippen pak je erbij en hoeveel dingen moet je noemen? 
3. Geef antwoord in volledige zinnen. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt. 
4. Geef je echt antwoord op de vraag?


Maak aantekeningen! Stel vragen in de les! Maak huiswerk!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een goed antwoord?
Het is groot OF Het decor is groot
Het klinkt hard OF De koperblazers klinken hard
Aan zijn gezicht OF zijn mond is scheefgetrokken / hij heeft zijn ogen dichtgeknepen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de antwoorden
Zet een kruisje voor de vraag als je wil dat ik nog een keer naar je antwoord kijk! 

Waar heb je punten laten liggen? Formuleer een leerdoel voor jezelf voor periode 2 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips volgende toets:
1. Lees goed de vraag. Wat wordt er gevraagd? Begrijp je alle woorden?
2. Welke analysebegrippen pak je erbij en/of hoeveel dingen moet je noemen? 
3. Geef antwoord in volledige zinnen. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt. 
4. Geef je echt antwoord op de vraag?


Maak aantekeningen! Stel vragen in de les! Maak huiswerk!

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de afbeeldingen
In tegenstelling tot klassiek ballet is moderne dans gericht op de gevoelswereld van de danser en/of choreograaf. In het fragment zie je Lamentation (klaagzang), een solodans, uitgevoerd door choreografe Martha Graham zelf. Het verdriet dat in Lamentation wordt verbeeld, wordt versterkt door de theatervormgeving.
T2 x 3p 13. Beschrijf aan de hand van drie verschillende aspecten van de THEATERVORMGEVING op welke manier de inhoud van Lamentation hier wordt versterkt.



Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Decor: het is heel donker.
Kostuum: het lijkt alsof ze vast zit.
Grime en hairstyling: je ziet dat ze geschminkt is. Ze ziet er bleek uit. 

- Welke elementen zijn goed aan dit antwoord?
- Wat ontbreekt nog? 



Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Russische Revolutie (1917) heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van de kunst in dat land. Er kwam met de introductie van het communisme een duidelijke richtlijn voor de kunstenaars om zich aan te houden. De nieuwe kunstvorm film werd ingezet als propagandamiddel voor deze nieuwe regeringsvorm.
I x 2p  Leg uit wat propaganda kunst is en waarom film hier zo'n geschikte kunstvorm voor is.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

a. Propaganda kunst is kunst waarbij het de bedoeling is je van te overtuigen dat een politieke beslissing goed is. Film is goed want daar wordt er een verhaal verteld en mensen leven vaak mee met de personen/karakters. 

b. Dat is een vorm om aandacht te trekken, door de film gaan ze veel aandacht trekken. 

c. Propaganda kunst is kunst gemaakt met de bedoeling om mensen hun ideeën kritiekloos te veranderen. Film is hiervoor geschikt omdat je kunt laten zien wat je wilt. 

Welk antwoord heeft 2 punten gekregen en waarom? 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk komt op SomToday 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les

- kan je zes subculturen herkennen en beschrijven aan de hand van tijd, plaats, ideologie, kledingstijl en muziek

- heb je kritisch je antwoorden bekeken en leerdoel geformuleerd voor p2 





Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les

begrijp je dat vooruitgang in de kunst niet meer bestaat: alles is ooit al gedaan, originaliteit en authenticiteit bestaan niet meer in het tijdperk van reproductie




Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Hoge en lage cultuur 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken massacultuur 1950-nu
Laagdrempelig amusement (makkelijk te begrijpen, geen voorkennis vereist) > Herkenning/identificatie.

•  Massale consumptie (het trekt een groot en breed publiek) > Cultuurindustrie met als doel geld verdienen.

Massamedia (gedrukte pers, radio, tv, film, internet) spelen een belangrijke rol in de massale verspreiding/reclame. > Reproduceren.


Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Modernisme: er is een duidelijke grens tussen ‘hoge’ kunst en ‘lage’ kunst


Elite bepaalde wat kunst is en wat niet. Om hoge kunst te kunnen waarderen, is een bepaald kennisniveau nodig. 

De kunst van het volk werd door hen gezien als plat, goedkoop en oppervlakkig amusement (want hier had je geen kennis van de kunsten voor nodig). 
Massacultuur: hoge en lage kunst mixen, grenzen vervagen. 


De kunst van het volk werd door hen gezien als plat, goedkoop en oppervlakkig amusement (want hier had je geen kennis van de kunsten voor nodig).





 Elite bepaalde wat kunst is en wat niet. Om hoge kunst te kunnen waarderen, is een bepaald kennisniveau nodig.

De kunst van het volk werd door hen gezien als plat, goedkoop en oppervlakkig amusement (want hier had je geen kennis van de kunsten voor nodig).



Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De grens tussen hoge en lage kunst vervaagt.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoge kunst
Lage kunst
De elite
het volk
exclusief
populair
Serieus
oppervlakkig
Ingewikkeld
snel te begrijpen
De grenzen gaan vervagen. 

Mixen, verwijzen, wisselen.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De grens tussen hoge kunst en lage kunst vervaagt in de massacultuur. Bedenk een voorbeeld van hoge kunst en van lage kunst.

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1  Vercommercialisering van de kunsten
2  Musea gebruiken marketing om een massapubliek te trekken. 
Niet meer alleen focus op 'hoge kunsten'
Keith Haring verkocht (op aanraden Andy Warhol) in zijn Pop-shop T-shirts, buttons, posters en andere producten met tekeningen van hemzelf.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3  Beeldmerken uit de populaire cultuur verheven tot hoge kunst
4  Nieuwe disciplines geïntroduceerd die afkomstig zijn uit populaire cultuur
'60
'70
'80
'90
'00
'10

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Analyseopdracht 

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Massacultuur is nog steeds dominant.

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 44 - Vidéo

2018
the Carters. beyonce en jay z


Elementen hoge kunst:
- Het Louvre, museum
-Mona Lisa
-
-
-
-
-


Elementen lage kunst:
- Hip-hopmuziek
-sneakers
-
-
-
-
-
Schrijf op, wat je in de videoclip ziet/hoort. zoveel mogelijk.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke discipline
kun je gebruiken bij analyse
deze videoclip?

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Decor: ik zie............
Dit is een voorbeeld van hoge/lage kunst, want........

Muziek: ik hoor.............
Dit is een voorbeeld van hoge/lage kunst, want........

Hairstyling: ik zie............... 
Dit is een voorbeeld van hoge/lage kunst, want........




Schrijf voorbeelden van hoge en lage kunst op.

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ben je klaar? Lever antwoorden bij mij in. Papier of digitaal.

Zoek dan zelf een videoclip van muziek waarin hoge- en lage kunst worden gecombineerd.

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De grens tussen hoge kunst en lage kunst vervaagt in de massacultuur. Bedenk een voorbeeld van hoge kunst en van lage kunst.

Slide 49 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions