§1.6 Landbouw in Nederlad en Spanje

Weer & Klimaat, §1.6 Landbouw in Nederland  en Spanje

Maak tijdens de uitleg een aantekening!
Hierna: leerdoelen.
In deze les kun je 16 punten verdienen!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Weer & Klimaat, §1.6 Landbouw in Nederland  en Spanje

Maak tijdens de uitleg een aantekening!
Hierna: leerdoelen.
In deze les kun je 16 punten verdienen!

Slide 1 - Diapositive

Aan het eind:
1. ken je de kenmerken van de landbouw in Nederland;

2. ken je de kenmerken van de landbouw in Spanje

3. kun je de stikstofcrisis in Nederland omschrijven

+ weet je een oplossing te noemen voor de stikstofcrisis.

Slide 2 - Diapositive

Uitleg leerdoel 1:
Nederland heeft een prima klimaat voor landbouw, want de temperatuur is ideaal en de waterbalans is positief (er valt meer regen dan dat er verdampt. Gevolg: meer dan 50% van de grond is bestemd voor land -en tuinbouw.
Bij overtallig water draineren boeren het water in de grond via plastic buizen met kleine gaatjes in de grond. 
Met sproei-irrigaties kunnen boeren ook irrigeren.

Opvallend is de veel glastuinbouw in Noord en Zuid-Holland en Brabant (zie achtergrond).

Slide 3 - Diapositive

Uitleg leerdoel 2
Het binnenland van Spanje is te droog door een negatieve waterbalans en dus ongeschikt voor landbouw. Gevolg: landdegradatie (achteruitgang van de kwaliteit van het land doordat de bodem wegwaait of uitdroogt).
Soms vindt je hier wel olijfboomgaarden. Gevolg: hier is extensieve landbouw, want de opbrengsten zijn laag.

Landbouw per vegetatiezone (gebied met een bepaalde plantengroei):
Noordwesten;  intensieve landbouw, bv aardappelen, graan, veeteelt. 
Oosten en zuiden: grote wijngebieden, citrusvruchten en sinaasappels.
Hierna: quizvraag

Slide 4 - Diapositive


Wat is de juiste volgorde? 
Kies het goede antwoord.
Hierna: sleepvraag.
A
grote verdamping – landdegradatie – verdroging – negatieve waterbalans
B
landdegradatie – negatieve waterbalans – grote verdamping – verdroging
C
grote verdamping – negatieve waterbalans – verdroging – landdegradatie
D
negatieve waterbalans – verdroging – landdegradatie – grote verdamping

Slide 5 - Quiz

Sleep de twee afbeeldingen naar de juiste klimaatgrafiek.
Let op: er is dus 1 klimaatgrafiek waar je geen afbeelding naartoe sleept.
Hierna: filmpje Landbouw in Nederland en Spanje - Verstraete (+ 2 min).

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Vidéo

Sleep de afbeeldingen over plantengroei (vegetatiezones) naar de juiste plek.
Hierna: enkele quizvragen.

Slide 8 - Question de remorquage


Twee uitspraken:
1. In het algemeen heeft Nederland vrijwel altijd een positieve / negatieve waterbalans.

2. 'Een positieve waterbalans houdt in dat er er meer regen valt dan dat er verdampt'.  Deze uitspraak is juist / onjuist 
A
1. positieve, 2. juist
B
1. positieve, 2. onjuist
C
1. negatieve, 2. juist
D
1. negatieve, 2. onjuist

Slide 9 - Quiz


Twee uitspraken:
1. In Nederland is met name sprake van intensieve / extensieve landbouw.

2. Op de afbeelding hiernaast zie je intensieve / extensieve veeteelt in Spanje. 
A
1. intensieve, 2. intensieve
B
1. intensieve, 2. extensieve
C
1. extensieve, 2. intensieve
D
1. extensieve, 2. extensieve

Slide 10 - Quiz


Over landbouw in Spanje worden twee uitspraken gedaan.
Uitspraak 1: in gebieden waar de hoeveelheid nuttige neerslag klein is, komt vaker extensieve veeteelt voor dan in gebieden waar de hoeveelheid nuttige neerslag groter is.
Uitspraak 2: door droogte en reliëf hebben Spaanse akkerbouwers
 gemiddeld meer last van bodemerosie dan Nederlandse akkerbouwers. 
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 11 - Quiz


Tekst met keuzemogelijkheden: 
Spanje staat voor de uitdaging om de landbouw aan te passen aan het veranderende klimaat. De landbouw in Spanje zal steeds meer te maken krijgen met een watertekort omdat er … 1 … (meer / minder) nuttige
neerslag is en de droge periode langer wordt.
Nu al is een groot deel van de Spaanse bodem alleen geschikt voor … 2 … (extensieve / intensieve) veeteelt.
Een mogelijke oplossing voor het watertekort is … 3 … (de aanleg van drainagesystemen / het opslaan van water) tijdens de winterperiode. 
A
1. meer, 2. extensieve, 3. het opslaan van water
B
1. minder, 2. intensieve, 3. de aanleg van drainagesystemen
C
1. minder, 2. extensieve, 3. het opslaan van water
D
1. meer, 2. intensieve, 3. de aanleg van drainagesystemen

Slide 12 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Als er weinig begroeiing op een berghelling is, wordt de grond 
(1) langzamer / sneller weggespoeld.
Als alle grond wegspoelt, houd je (2) kale rotsen / vruchtbare
grond over.
Hierna: sleepvraag.
A
1. langzamer, 2. kale rotsen
B
1. langzamer, 2. vruchtbare grond
C
1. sneller, 2. kale rotsen
D
1. sneller, 2. vruchtbare grond

Slide 13 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste kolom:
Hoe werd Nederland een landbouwmacht? uitleg leerdoel 3 - NOSop3 (± 12 min)
Nederland
Spanje
Gematigd zeeklimaat
Verwoestijning
Tomatenkassen
Sinaasappelbomen.
Regelmatig een negatief waterbalans.
Verbouw van aardappelen
Veel landdegradatie

Slide 14 - Question de remorquage

6

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo


Twee uitspraken:

1. Hoe hoger de landbouwopbrengsten hoe hoger / lager de stikstofuitstoot.

2. De grote veroorzaker van de stikstofcrisis is de industriesector / landbouwsector.
Hierna: evaluatie
A
1. hoger, 2. industriesector
B
1. hoger, 2. landbouwsector
C
1. lager, 2. industriesector
D
1. lager, 2. landbouwsector

Slide 17 - Quiz


Evaluatie- opdracht: Zet de cijfers 1 en 2 onder mekaar.
Benoem vervolgens 2 acties die volgens jou moeten worden uitgevoerd om het stikstofprobleem kleiner te maken:

Slide 18 - Question ouverte

07:21

Klik hiernaast op de afbeelding om in te zoomen.

Wat hoort erbij ....X.... en ....Y..... te staan?

A
X = boerenbedrijven, Y= dieren
B
X= dieren, Y= boerenbedrijven

Slide 19 - Quiz

07:21

Hoeveel miljoen koeien zijn in de veeteelt in Nederland ongeveer te vinden?
A
400.000
B
4 miljoen
C
40 miljoen
D
400 miljoen

Slide 20 - Quiz

07:21

Hoe vaak past Nederland in de Verenigde Staten?

A
37 X
B
237 X
C
1237 X
D
2237 X

Slide 21 - Quiz

07:21

Twee uitspraken:

1. In 2020 is 71 miljoen / miljard euro verdiend in de landbouw.

2. De landbouwopbrengsten zijn vooral bedoeld voor de import / export.  
A
1. miljoen, 2. import
B
1. miljoen, 2. export
C
1. miljard, 2. import
D
1. miljard, 2. export

Slide 22 - Quiz

07:21

Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Je ziet een print screen van 1:00.
Wat hoort bij .....X..... te staan?
A
akkerbouw
B
bosbouw
C
visteelt
D
fruitteelt

Slide 23 - Quiz

07:21

Nederland staat op nummer 2 op de lijst van grootste voedselexporteur ter wereld.

Maar welk land staat op nummer 1?

A
Duitsland
B
Verenigde Staten
C
Brazilië
D
China

Slide 24 - Quiz