2.1 Welvaart en crisis in de VS (MUNT)

Introductie: tijdbalk en overzicht hoofdstuk.
- Bekijk pagina 26-27.
- Beantwoord de volgende vragen:

1. Waarom heet dit tijdvak Interbellum?
2. Wat kun je aan de kaart op p. 27 aflezen over de macht van Europa na WO I.
3. Noem twee landen die in WO I hard hebben gevochten maar op de kaart geen kolonies hebben.
 Geef daar een verklaring voor.
4. Wat betekenen de begrippen fascisme, communisme, democratie en dictatuur?
5. Waarover gaat de afbeelding op p. 26?

 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Introductie: tijdbalk en overzicht hoofdstuk.
- Bekijk pagina 26-27.
- Beantwoord de volgende vragen:

1. Waarom heet dit tijdvak Interbellum?
2. Wat kun je aan de kaart op p. 27 aflezen over de macht van Europa na WO I.
3. Noem twee landen die in WO I hard hebben gevochten maar op de kaart geen kolonies hebben.
 Geef daar een verklaring voor.
4. Wat betekenen de begrippen fascisme, communisme, democratie en dictatuur?
5. Waarover gaat de afbeelding op p. 26?

 

Slide 1 - Diapositive

2.1 Welvaart en crisis in de VS

Slide 2 - Diapositive

Schrijf het leerdoel en de begrippen in je schrift

Leerdoelen: 
- Hoe de welvaart ontstond in de VS

Aan het einde van de les ken je volgende begrippen: interbellum, kapitalisme, industrieel kapitalisme, Fordisme, Taylorisme,  lopende band, roaring twenties, consumptiemaatschappij, 




Introductie: tijdbalk en overzicht (p. 24-27)

- Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Welvaart in de jaren 1920
- In 1928 waren de Amerikanen optimistisch en tevreden
- President Hoover (gekozen in 1928) zei dat armoede in Amerika helemaal zou verdwijnen
- Na WO I was de VS het rijkste land ter wereld 

Slide 4 - Diapositive

Kapitalisme
Vraag: Geef aan de hand van het filmpje kenmerken van het kapitalisme: 
Vraag: hoe ontstaat een succesvol bedrijf en waarom is dat goed voor de gemeenschap? 

Slide 5 - Diapositive

Kapitalisme
 Economisch systeem gebaseerd op investeringen van geld in de verwachting winst te maken.
De productiemiddelen zijn meestal in privaat eigendom van particuliere ondernemers.

Slide 6 - Diapositive

Industrieel kapitalisme
Fordisme en Taylorisme en Charlie Chaplin
Vragen:
- Wat is Taylorisme?
- Hoe gebruikt Ford het Taylorisme voor zijn auto-fabriek? 
- Wat is het voordeel? 
-
Wat is het nadeel?   


De productiemiddelen zijn meestal in privaat eigendom van particuliere ondernemers. 

Industrieel kapitalisme: produktiemiddelen zijn fabrieken, machines, technologie, zie Fordisme. 

Slide 7 - Diapositive

- De productie nam toe doordat er efficienter werd gewerkt
- Er werd sneller en goedkoper geproduceerd, hierdoor konden lonen omhoog en prijzen omlaag 
- Dit leidde tot meer vraag naar producten zoals koelkasten en stofzuigers
- Zo ontstond in de VS een consumptiemaatschappij: een samenleving waarin veel consumptiegoederen worden gekocht 

Slide 8 - Diapositive

- Ook de auto werd betaalbaar voor de middenklasse
- In 1929 had 60% van de Amerikaanse gezinnen een auto, wat in Europa onvoorstelbaar was

Slide 9 - Diapositive

"Roaring Twenties"
Vragen
- Geef op basis van het filmpje tenminste 3 kenmerken van de Roaring Twenties. 
- Wat was een belangrijke oorzaak voor de Roaring twenties? 





Slide 10 - Diapositive

"Roaring Twenties"
- Zuinigheid maakte plaats voor consumeren en plezier maken
- Jazz, drank en wilde dansjes zoals de charleston  
- Ook de mode veranderde: kort haar en kortere rokken




Slide 11 - Diapositive

Vraag:
- Wat was het doel en het gevolg van de drooglegging? 

Slide 12 - Diapositive

Beantwoord de vragen


Leerdoelen: 
- Hoe de welvaart ontstond in de VS

Aan het einde van de les ken je volgende begrippen: interbellum, lopende band, industrieel kapitalisme, Fordisme, roaring twenties, consumptiemaatschappij, 




Introductie: tijdbalk en overzicht (p. 24-27)

- Afsluiting

Slide 13 - Diapositive