Ontvangst goederen, scheiding van productgroepen en FIFO en FEFO

• Veiligheid en hygiëne
• Secundair onderwijs

Ontvangen van goederen

Terugkoppeling vorige les

Op het einde van de les:

-  kan de leerling 2 punten benoemen waarmee rekening gehouden moet worden als er een bestelling geleverd wordt.

- Kan de leerling 3 voorbeelden geven van leveranciers

Ontvangst van goederen 

Waar moet je ook alweer op letten bij het bestellen voor de Horeca keuken?

Ontvangst van goederen. Wat is belangrijk en waar controleer je op?

Alle spullen moeten worden opgeslagen in het magazijn, de diepvriezer of koeling.

Waar moet je op letten? 

Waar moet je op letten als je het magazijn gaat controleren?

De regels voor opslag in het levensmiddelenmagazijn:

Houd de vloer vrij van producten → beter schoon te maken.

Lage producten voor hoge producten → beter zichtbaar.

Zware producten niet te hoog en niet te laag → makkelijker tillen.

pot kerriepoeder

gedroogde pasta

emmer mayonaise

ijsbergsla

pot augurk

kookwijn

olie en azijn

boter

cherrytomaat

wortel

blikjes tonijn

druiven

Citroen

uien

vlees

rijst

chocolade

Vlees ligt bij de foute opslag bovenin de stelling

Welk product moet je als eerste opslaan?

1. Gepelde tomaten in blik.
2. Vacuum verpakt gerookt spek.
3. Diepvries gamba’s.
4. Zak aardappels.

Ompakken is:

1. Het opnieuw inpakken van geleverde artikelen omdat de verpakking is beschadigd.
2. Het verwijderen van het ergste zand van geleverde artikelen.
3. Het in kleinere porties verpakken van geleverde artikelen.
4. Het anders inpakken van geleverde artikelen om de houdbaarheid te verlengen.

Je ziet dat de display van de diepvriescel een temperatuur aangeeft van -22,50C.
Wat moet je doen?

1. Een monteur bellen.
2. De producten overbrengen naar een andere diepvriesruimte.
3. De producten laten ontdooien en als werkvoorraad gebruiken.
4. Niets.

I Een pot augurken met de kortste THT datum moet je vooraan zetten, zodat deze als eerste gebruikt zal worden.
II Fifo is niet van toepassing op zelf bereide producten.

1. Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
2. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
3. Beide stellingen zijn juist.
4. Beide stellingen zijn onjuist.

Zijn de lesdoelen bereikt?

Aan het einde van de les hebben de studenten inzicht in het controleren van de bestelling:
Hoe doe je dat?
Waarom doe je dat?
Wat is het nut van het controleren van een bestelling?
Waar moet je op letten bij de opslag van goederen?

Hoe was de les van vandaag?

😒🙁😐🙂😃