1.1 De kolonie Nederlands-Indië

1.1
De kolonie Nederlands-Indië
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1.1
De kolonie Nederlands-Indië

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
Stof van vorige week herhalen.
Leren wat Modern Imperialisme is.
Leren hoe Indonesië een kolonie werd van Nederland.
Leren hoe Nederlands-Indië werd bestuurd.
Leren hoe het cultuurstelsel werkte.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuur in Indonesië door Sultans en koningen.
A
Politiek
B
Economisch
C
Sociaal
D
Cultureel

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederlandse handel met Oost-Indië
A
Politiek
B
Economisch
C
Sociaal
D
Cultureel

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verspreiding van de islam in Indonesië
A
Politiek
B
Economisch
C
Sociaal
D
Cultureel

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De VOC kreeg handelsmonopolie
A
Politiek
B
Economisch
C
Sociaal
D
Cultureel

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bewoners van Banda worden door de VOC als slaaf verkocht.
A
Politiek
B
Economisch
C
Sociaal
D
Cultureel

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Samen lezen: Modern Imperialisme
Welke oorzaken had het Modern Imperialisme?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bestuur van Nederlands-Indië
  • In de 18e eeuw minder winst voor de VOC: meer concurrentie van ander landen.
  • 1798 draaide de VOC verlies en nam de Nederlandse staat de bezittingen en schulden over: de naam werd Nederlands-Indië. 

  • Dagelijks bestuur moest zo goedkoop mogelijk! Dus de Nederlanders werken samen met belangrijke Indonesische adellijke families.
  • --> Indirect bestuur 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuur in Nederlands-Indië
  • Door het land op deze manier te besturen waren er rond 1850 maar 175 Europese ambtenaren nodig om over de 13 miljoen inwoners van Java te regeren. 

  • Maar, het kostte behoorlijk wat geld en het werkte nog niet perfect.
  • Na een opstand gaf Koning Willem I  de taak aan Johannes van den Bosch om het cultuurstelsel te bedenken.
Gouverneur-Generaal
Gouverneur
Resident
Binnenlands bestuur
Assistent-resident
Regent
Inlands bestuur
Districtshoofd
Onderdistrictshoofd
Dorpshoofd
Verdeelt het werk en betaalt het plantloon uit
Hoogste ambtenaar in Nederlands-Indië
Hoofd van een provincie
Controleur
Javaanse vorsten, zij zorgden er met dorpshoofden voor dat het gebied goed werd bestuurd.
Bestuurder van een provincie
Een landbouwsysteem dat rond 1830 werd ingevoerd op Java, het belangrijkste eiland van Nederlands-Indië. 
1/5e van het land moest gebruikt worden voor producten die in Europa verkocht konden worden.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werkt het cultuurstelsel? (1)

  • Javaanse boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, suiker, tabak en indigo.

  • Dit moesten zij afstaan aan de Nederlanders omdat Nederland de "eigenaar" van de grond was. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werkt het cultuurstelsel? (2)

  • Javaanse boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen

  • De Javaanse vorsten (Regenten) krijgen cultuurprocenten. Hoe meer hun boeren leveren, hoe meer cultuurprocenten.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Positieve gevolgen voor Java

  • Verbetering van de infrastructuur op het eiland

  • Ontstaan van een geldeconomie

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Negatieve gevolgen voor Java
  • Boeren moesten vaak de beste grond afstaan voor de verbouwing van cultuurproducten.

  • Sommige regenten dwongen boeren om meer dan een vijfde deel van het land te bebouwen. (want, meer inkomsten = bonus)

  • Boeren kunnen zelf minder rijst verbouwen voor zichzelf, dus minder eten en hongersnoden. 

  • Sommige regenten eisten een extra belasting (zodat zij in luxe konden leven)

  • Heb je geen geschikte grond voor het cultuurstelsel? 66 dagen werken + pacht

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Maak in je werkboek op blz. 15 opdracht 9, 10 en 11.
En maak op blz. 19 opdracht 4ab.
Je hebt vijftien minuten de tijd.
De eerste vijf minuten werk je in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen.
Klaar? Leg uit hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde. Gebruik in je antwoord modern imperialisme, pacificatie en indirect bestuur.
Lever het antwoord in via Google Classroom.
timer
5:00
timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

T/m Atjehoorlog


Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de Javaanse boeren producten aan Nederland leveren.

Welke producten waren dat?
A
aardappels en vlees
B
specerijen
C
brood en groente
D
koffie en suiker

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Tijdens het Cultuurstelsel kregen de Javaanse vorsten geld van het Nederlandse bestuur.

Dit geld noemen we:
A
batig slot
B
plantloon
C
cultuurprocenten
D
pacht

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



De Javaanse vorsten dwongen de boeren meer te verbouwen dan eigenlijk verplicht was. Dit leverde de vorsten extra geld op.

De stelling is:
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?

Omdat de boeren
A
minder geld gingen verdienen.
B
steeds minder zin kregen om te werken.
C
veel producten voor de export moesten leveren

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe groot was het percentage dat
de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je zelf dat deze les ging?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kwam dat?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions