chapitre 3 bron c et d le 8 janvier 2021

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour!

qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Zet allemaal je camera aan!

Woordjes bron A en B -> is het gelukt van FA-NE en NE-FA?

bron C

bron D le verbe être

jouer un jeu

het geheim

1. la chambre
2. le secret

lachen

1. rigoler
2. sympa

aujourd'hui

1. vandaag
2. vooral

trop

1. altijd
2. te, te veel

vraiment

1. opschrijven
2. echt

le dessin

1. tekenen
2. gym

Bron C 

De é spreek je uit als [ee] zoals in het woord zee
numéro, école, déteste, sérieux

De è spreek je uit als [e] zoals in het woord gek

après-midi, collège, très, problème

les jours de la semaine

lundi

mardi

mercredi

jeudi

vendredi

samedi

dimanche

maak opdr. 15a

Le verbe être

Het werkwoord zijn is in het Frans être. Dit werkwoord is onregelmatig, net als het werkwoord avoir. Je moet het rijtje dus uit je hoofd leren omdat er geen handige regel voor is.

Elle est sympa. - Zij is aardig.

Vul de juiste vorm in van être

1. Nous _________ à la maison.
2. Je _________ dans ma chambre.
3. Il _______ sévère.

4. Vous _________ sympas.

5. Elles _________ au stade.

Faire exercice 16 

Je krijgt 10 minuten de tijd om opdr. 16 te maken, ben je eerder klaar dan ga je ook opdr. 17 maken.

Les devoirs 15 janvier 2021

faire: opdr. 16, 17, 18, 19

slimstampen + apprendre: H3 bron A, B, C, D
(overhoren is verplicht, oefenen en leren mag je doen, probeer minimaal 80% te halen!)