B/K1 H4. par 4.1 eenheden en omtrek

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Aan het einde van deze les...

... weet je de eenheden van lengte.

... weet je hoe je de omtrek moet berekenen

... weet je wat de engelse eenheden van lengte zijn

Voorkennis activeren

• Verschil tussen grootheden en eenheden.
• Vermenigvuldigen en delen met 10, 100, 1000 enz. 

 Wat weten we al?

Grootheden & Eenheden

Grootheden zijn dingen die je kunt meten. 

Lengte, graden, tijd of snelheid

En in eenheden meten we de grootheden. 

Centimeter, celcius, uren, en km/u 

Grootheden & Eenheden

ijsdikte in cm

Grootheid

Eenheid

Grootheden & Eenheden

Tijd in dagen

Grootheid

Eenheid

Grootheden & Eenheden

Leeftijd in jaren 

Grootheid

Eenheid

Grootheden & Eenheden

Lengte in cm

Grootheid

Eenheid

Wat is de Eenheid in deze zin:
Het gewicht van dat stuk vlees is 200 gram

1. Gewicht
2. Gram
3. 200
4. Stuk vlees

Wat is hier de eenheid?
afstand in centimeters

1. Afstand
2. Centimeters

Wat is hier de grootheid?
tijd in dagen

1. tijd
2. dagen

Gewicht

Tijd

Lengte

kg

dam

hm

cg

Jaar

Minuten

Seconde

hg

m

3,4 x 100

1. 3,4
2. 34
3. 340
4. 3400

26 : 10=

1. 0,026
2. 0,26
3. 2,6
4. 26

Wat is het ezelsbruggetje voor de eenheden van lengte?

Wat is omtrek

Doel:

Ik weet wat ik moet doen als ik de omtrek moet uitrekenen.

Het woord omtrek zegt eigenlijk al wat het is.

Je gaat om het figuur heen meten.

Bijvoorbeeld de omtrek van een boom.

Omtrek uitleg

De omtrek is de afmeting eromheen.

De omtrek is belangrijk om te weten als je bijvoorbeeld een hek rondom je tuin wilt of als je prikkeldraad wilt langs je huis.

Je berekend de omtrek door alle zijdes bij elkaar op te tellen

Vergeet niet de berekening en de eenheid (cm, m, ...) er bij te zetten

De omtrek uitrekenen

De omtrek uitrekenen doe je op verschillende manieren.

Het ligt aan het figuur waarvan je de oppervlakte wilt berekenen.
In deze les gaat het over figuren met aleen maar rechte zijden

We beginnen met de rechthoek

Er zijn ook andere figuren:

 

Driehoek:

omtrek driehoek = 4 + 3 + 4

                                = 15 cm

Een vierhoek:

(Ik begin bij A)

omtrek figuur ABCD  = 3 + 4 + 5 + 2 

                                        = 15 cm

Bereken de omtrek

1. 40
2. 42
3. 44
4. 15

Stel: Je rent twee rondjes om
het voetbalveld, hoeveel meter
heb je dan gelopen?

1. 164 m
2. 328 m
3. 656 m
4. 228 m

Lesdoelen:

Ik weet de eenheden van lengte

Ik weet het verschil tussen grootheden en eenheden

Ik weet hoe ik de omtrek bereken