Havo 4 - 24 maart - Betoog

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Havo 4 - 23 maart 

Belangrijke data - noteren!

• 1 en 2 april: herkansing leestoets
• 8 (of 6) april: schrijftoets betoog
• vanaf vrijdag: toets bespreken
• vrijdag: boek mee

Het betoog (pagina 119) 

• Lesdoel: je kunt een betoog herkennen
• Betoog, uiteenzetting en beschouwing 

Wat is wat? 

maak aantekeningen!

• Uiteenzetting: objectief informeren
• Beschouwing: opiniëren, verschillende meningen laten horen en de lezer na laten denken 
• Betoog: overtuigen aan de hand van argumenten + standpunt

Het betoog bevat:

• Een standpunt (de mening van de auteur over een kwestie)
• Argumenten (feitelijk of waarderend)
• Feiten en of voorbeelden die de argumenten ondersteunen
• Eventueel tegenargumenten/weerlegging 

Argumenteren

• Feitelijke argumenten moeten waar zijn (we doen niet aan 'alternatieve feiten'
• Waarderende argumenten moeten 'waar' zijn, of ze moeten ondersteund worden met feiten 
• Een voorbeeld van een waarderend argument: 'Het is slecht voor kinderen om alcohol te drinken.'

Waarom tegenargument/weerlegging?

Waarom tegenargument/weerlegging?

• Laat zien dat je je hebt ingelezen en dat je alle kanten van het verhaal kent
• Je bent eventuele tegenargumenten al voor

Opbouw

1. Inleiding

2. Middenstuk

3. Slot

Inleiding

Onderwerp introduceren + standpunt geven

Middenstuk

Argumenten geven

Eventueel tegenargument

Één argument per alinea

Slot

Opnieuw je standpunt noemen in iets andere woorden

Afsluiten en concluderen

Wat ook kan (maar minder gebruikelijk)

1. Introductie (standpunt nog niet geven)

'moeten we allemaal minder vlees eten?'

2. Argumenteren

3. Concluderen - antwoord geven op de vraag

Zoek naar (of bedenk) een standpunt en stuur het in.

En nu? 

- Samen opdracht 1 

- Daarna vragenlijst

https://icalt.nl/go/Yx4A3cu

Volgende keer:

• Schrijven: hoe doe je dat en hoe pak je dat aan?
• Toets bespreken