Oefenen met procenten (vervolg)

Oefenen met procenten (boek vervolg)
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenISK

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Oefenen met procenten (boek vervolg)

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel procent is gekleurd?

Slide 2 - Question ouverte

Hoeveel procent is gekleurd?
A
50%-0%
B
25%-50%
C
100%-50%
D
100%-25%

Slide 3 - Quiz

In de jam zit 15% suiker en de rest bestaat uit aardbeien. Hoeveel procent aardbeien?

Slide 4 - Question ouverte

35% van de apekop is drop, hoeveel procent is dan geen drop?

Slide 5 - Question ouverte

30% lopen
20% fiets
15% auto
15% bus
15% brommer
Hoeveel procent overig?

A
15%
B
5%
C
25%
D
50%

Slide 6 - Quiz

Welk percentage hoort bij de breuk 1/4?
A
20%
B
25%
C
10%
D
50%

Slide 7 - Quiz

Welk percentage hoort bij de breuk 1/10?
A
20%
B
50%
C
10%
D
100%

Slide 8 - Quiz

Noah heeft 40 euro. Hij heeft 50% betaald voor een broek. Hoeveel heeft hij betaald?
A
10 euro
B
20 euro
C
30 euro
D
40 euro

Slide 9 - Quiz

Reken uit 25% van 80 euro, laat zien hoe je aan het antwoord komt!

Slide 10 - Question ouverte

Reken uit: 20% van 45 euro. Laat zien hoe je aan het antwoord komt!

Slide 11 - Question ouverte

Sofie koopt een jurk. De jurk kost normaal 60 euro. Ze krijgt 10% korting, hoeveel moet ze betalen? Laat zien hoe je aan het antwoord komt!

Slide 12 - Question ouverte

De juf koopt een stoel. De stoel kost 24 euro. Ze krijgt 25% korting, hoeveel moet de juf betalen? Laat zien hoe je aan het antwoord komt!

Slide 13 - Question ouverte

Welke breuk hoort er bij 20%
A
1/4
B
1/3
C
1/5
D
1/2

Slide 14 - Quiz

10 procent van de kinderen heeft rood haar. Welk deel van de kinderen heeft rood haar, zet het in een breuk.

Slide 15 - Question ouverte

Welk percentage hoort er bij de breuk 3/4?

Slide 16 - Question ouverte

Is 2/5 groter of kleiner dan 50%?
A
groter
B
kleiner

Slide 17 - Quiz

Is 40% groter, kleiner of gelijk aan 0,4?
A
groter
B
kleiner
C
gelijk

Slide 18 - Quiz