Creatief schrijven (1)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Welkom

Ga rustig zitten (plattegrond).

Staat je telefoon op stil?

Is je telefoon uit het zicht?

Pak je boek en pen.

Wacht rustig tot de les begint.

Burgemeester Tiel wil extra mankracht tegen overlast en criminaliteit: ‘Harde aanpak wérkt’

Er hangt een onprettige, onveilige sfeer in Tiel, constateert de nieuwe burgemeester van het Waalstadje. Hij pakt criminelen en andere overlastgevers daarom hard aan. De tijd van waarschuwen is voorbij. Wie nu voor problemen zorgt, krijgt meteen een boete. Om door te pakken wil de burgemeester vijf extra handhavers aannemen.

Verhalen schrijven

Aan het eind van deze opdracht kun je:

• in je eigen woorden omschrijven wat fictie is.
• bij teksten onderscheid maken tussen
  fictie en non-fictie.
• voorbeelden noemen van fictie en non-fictie
  in teksten en andere media.
• zelf fictie schrijven.

Non-fictie

Niet verzonnen

• Krantenbericht
• Studieboek
• Documentaire
• Reisverslag
  

Fictie

Verzonnen

• Roman
• Strip
• Film
• Poëzie
  

Tekstdoelen:

Hyperbool

nandaroep.nl

Welk soort films/boeken vind jij leuk?

Genres

Actie

Avontuur

Mysterie

Fantasy/sciencefiction

Muziek

Western

Romantiek

VERRASSINGSWOORD

• Verzin een eerste zin, of, nog leuker, laat één van de leerlingen een startzin bedenken. Voorbeelden zijn: ‘Ergens, in een land hier ver vandaan, woonde een..’, of ‘Toen het plotseling donker werd in de kamer..’.
  
• De kinderen schrijven de eerste zin op, en gaan hierna zelf verder. Het leuke bij deze werkvorm is dat je als leerkracht iedere minuut een willekeurig woord opnoemt. Je kunt het zo gek niet bedenken, alles kan! De kinderen moeten op dat moment dit willekeurige woord in hun verhaal verwerken. Het kan dus zijn dat een leerling net bezig was met een spannend verhaal over een topcrimineel, waarna hij of zij ineens het woord ‘taart’ in het verhaal moet zien te passen. 
• Laat aan het eind een aantal kinderen hun verhaal voorlezen of wissel de verhalen uit en laat leerlingen elkaar tips en tops geven. Originele verhalen gegarandeerd!

Doorgeefverhaal

Doorgeefverhaal

De kinderen krijgen allemaal een los blaadje. Ze beginnen ieder voor zich aan een verhaal. Zet op het bord een timer aan, bijvoorbeeld op drie minuten. Als de timer afgaat, geven de leerlingen het blaadje door aan de volgende leerling in het groepje. Iedere leerling heeft nu een stukje van een verhaal van een vorige leerling voor zich. De leerlingen schrijven verder aan dit verhaal totdat de timer weer afgaat en zij het blaadje opnieuw doorgeven. Je kunt dit net zo lang doen als je wilt. Laat na afloop een aantal leerlingen hun verhaal voorlezen.

Verzin een nieuw einde

Kijk met de lln een stukje van een film of lees een stukje voor uit een boek. 

Stop op een willekeurig moment en laat de lln het verhaal verder afschrijven.

TRIOLET

Een triolet is een gedicht dat bestaat uit acht regels. De eerste, vierde en zevende regel zijn hetzelfde. Ook de tweede en laatste regel zijn gelijk. Het schema van een triolet ziet er zo uit:

A

B

a

A

a

b

A

B

Je kunt werken met een thema, een bepaalde vraag, een boek of filmpje als uitgangspunt. Het is prettig om de leerlingen eerst een associatie-woordweb te laten maken over alles waar ze aan denken bij het gekozen onderwerp. Dit geeft hen inspiratie voor woorden die in het triolet gebruikt kunnen worden. Hieronder een triolet dat een van mijn leerlingen maakte, over het thema zomer.

Bloedheet, dat is het vandaag.

De zweetdruppeltjes rollen over mijn lijf.

Alles gaat een beetje traag.

Bloedheet, dat is het vandaag.

De hele dag hoor ik dat geklaag.

Dit is hoe ik ons klaslokaal met 30 graden omschrijf.

Bloedheet, dat is het vandaag.

De zweetdruppeltjes rollen over mijn lijf.

Wie is je hoofdpersoon?

• Uiterlijk
• Karakter
• Wat doet hij/zij graag
• Eigenschappen

Bedenk nu zelf een hoofdpersoon.

Uiterlijk

Karakter

Wat doet hij/zij graag

Eigenschappen

Verhaallijn

• Waar speelt het af?
• Wereld maken.
• Genre?
• Wat gebeurt er?
• Waar gaan ze naartoe?

Maak nu een 

globale verhaallijn

Waar speelt het af?

Wereld maken.

Genre.

Wat gebeurt er?

Waar gaan ze naartoe?

Verdieping

Zintuigen.

Voelen, zien, proeven, ruiken en horen.

Wat voel je?

Blij, bang, boos ect.

Verhaal schrijven!

Maak nu een lopend verhaal van je eerste gebeurtenis.

Startzinnen

8 voorbeeld startzinnen

Om je in de klas op weg te helpen of thuis heb ik hier 8 voorbeeld startzinnen voor je op een rijtje gezet. Er is geen goed of fout. Ieder kind kiest zijn eigen zin.

1. De dapperste egel van het hele bos gaat op jacht…

2. Ik heb een hekel aan…

3. Dit is een heel schokkend verhaal…

4. Het dagboek van…

5. Wat als ik miljonair zou zijn…

6. Er was eens…

7. De dag dat alle dieren verdwaald zijn in het bos..

8. Vandaag is de leukste schooldag van het jaar…

In principe kun je ook heel makkelijk zelf startzinnen bedenken. Alles mag en kan eigenlijk. Vaak helpt het wel als er gevaar dreigt of iets opgelost mag worden, zodat je direct in de juiste stemming krijgt om iets te bedenken.

www.lezeninhetvmbo.nl

www.laatmaarleren.nl

www.laatmaarleren.nl