De Koude Oorlog: Ideologieën en Leiders

De Koude Oorlog: Ideologieën en Leiders

Doel van de les

Een chronologisch overzicht van de Koude Oorlog en de rollen van verschillende ideologieën en leiders begrijpen.

Wat weet je al over de Koude Oorlog?

De Koude Oorlog: Achtergrond

Na de Tweede Wereldoorlog ontstond de Koude Oorlog tussen de VS en de Sovjet-Unie, gekenmerkt door politieke spanning en wapenwedloop.

Truman-doctrine en Marshallplan

De VS introduceerde de Truman-doctrine en het Marshallplan om de verspreiding van het communisme te stoppen en Europa te herstellen na WOII.

De Sovjet-Unie en de Oostbloklanden

De Sovjet-Unie breidde haar invloed uit over Oost-Europese landen, die economisch en militair afhankelijk werden van de Sovjet-Unie.

Koude Oorlog in Azië

De Koude Oorlog had ook invloed in Azië, met conflicten zoals de Koreaanse Oorlog en de Vietnamoorlog als gevolg van ideologische strijd.

Leiders: VS en Sovjet-Unie

Belangrijke leiders waren o.a. Truman, Eisenhower (VS) en Stalin, Chroesjtsjov (Sovjet-Unie), die elk hun ideologie en beleid vertegenwoordigden.

Val van de Berlijnse Muur

De Koude Oorlog eindigde met de val van de Berlijnse Muur in 1989, wat leidde tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en het einde van de ideologische strijd.

Samenvatting en Reflectie

Evalueer de belangrijkste gebeurtenissen en ideologieën van de Koude Oorlog, en bespreek de impact ervan op de wereldgeschiedenis.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.