HV2D 27-05-2024

HV2D
Lundi, le 27 mai 2024
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

HV2D
Lundi, le 27 mai 2024

Slide 1 - Diapositive

Le programme pour aujourd'hui:
  • Samen oefenen aanwijzend voornaamwoord 
  • Samen luisteren ex. 14
  • Aan het werk: met gids & presentatie (Al klaar? -> woordzoeker Un. 5)

Slide 2 - Diapositive

Apprendre 5: Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 3 - Diapositive

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de aanwijzend voornaamwoorden in het Frans?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 5 - Quiz

Een aanwijzend voornaamwoord vertelt zelf eigenlijk al wat het doet. Je gebruikt het wanneer je iets aanwijst. Dus bijvoorbeeld:
Dat meisje heeft een mooie tekening gemaakt.
 Dat = aanwijzend vnw

Slide 6 - Diapositive

In het Frans:
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:






Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Slide 7 - Diapositive

Stappenplan aanwijzend vnw [ aantekening!]

1. Kijk naar het zelfstandig naamwoord ACHTER het aanwijzend voornaamwoord. 
2. Is dit zelfst.nmw. meervoud? (woorden met lidwoord les/des, eindigt meestal op  x / s.] --> gebruik CES Bijv.: Ces garçons ont beaucoup de devoirs  
3. Is dit woord vrouwelijk enkelvoud? (woorden met lidwoord "la" of "une") --> gebruik CETTE  Bijv.: Cette salade est délicieuse

Slide 8 - Diapositive

  • Is het woord mannelijk enkelvoud? (Woorden met lidwoord un / le)---->
1. controleer of het woord begint met een klinker / h 
Gebruik: CET.  Bijv.: Cet hôtel est fermé.
2. begint het woord met een medeklinker: Gebruik: CE
Bijv.: Ce garçon travaille bien!

Slide 9 - Diapositive

En nu even oefenen:

Slide 10 - Diapositive

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
épinards
table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
journaux

Slide 11 - Question de remorquage

_____ livre (mannelijk)
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 12 - Quiz

______agenda (mannelijk)
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 13 - Quiz

________ filles
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 14 - Quiz

_______ garçons
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 15 - Quiz

_____ acteur
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 16 - Quiz

Qu'est-ce que tu préfères pour les vacances?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Exercice d'écoute 14 (2V p. 63, 2H p. 61)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

A demain!

Slide 20 - Diapositive