Fictie - Volksverhalen

Hoofdstuk 6 - Fictie
Volksverhalen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6 - Fictie
Volksverhalen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  •  Het doel van de les bespreken.
  • Stukje herhaling fictie.
  • Uitleg over volksverhalen.
  • Zelfstandig werken in Workbook.

Slide 2 - Diapositive

Doel van de les:
  •  Je weet wat volksverhalen zijn.
  • Je weet wat het verschil is tussen sprookjes, fabels en mythen zijn.
  • Je weet wat een sagen is.
  • Je weet wat een legende is.

Slide 3 - Diapositive

Herhaling...
- Wat is fictie?
- Waardoor creëer je spanning?

Slide 4 - Diapositive

Volksverhalen
Voor het jaar 1200 werden veel verhalen alleen maar verteld. 

Hoe komt dat denk je?

Slide 5 - Diapositive

Volksverhalen
Precies! Mensen kon toen nog niet lezen.

Rondtrekkende mensen vertelden hun verhalen op markten en in kastelen. Verhalen die mondeling werden verteld, noemen we volksverhalen! 



Slide 6 - Diapositive

Zo herken je volksverhalen
- Sprookjes: daarin komen alle denkbare niet bestaande figuren in voor. 
-  Fabel: een fabel is een verhaal met een moraal. Dieren spelen de hoofdrol.
- Mythen: in mythen spelen hogere machten, goden en halfgoden een hoofdrol. Veel mythen geven een verklaring voor dingen die gebeuren in de natuur, die mensen niet begrepen.

Slide 7 - Diapositive

Legenden en sagen
  •  Zijn gebeurtenissen uit de werkelijkheid.
  • Sagen - daarin spelen met bijzondere krachten, zoals weervolven, zeemeerminnen. 
  • Legende - daarin zijn heiligen of erg vrome mensen de belangrijkste personen. Meestal gebeuren er wonderen.

Slide 8 - Diapositive

Het verschil
Sprookjes, fabels en mythen spelen zich af in een tijd en plaats die we niet altijd kennen. 

Bij sagen en legenden zijn plaats en tijd wel bekend.

Slide 9 - Diapositive

Alles op een rij
  •  Volksverhalen van vroeger (voor 1200) werden mondeling doorgegeven. 
  • In fabels spelen dieren vaak de hoofdrol.
  • In sprookjes en mythen is fantasie belangrijk.
  • Sagen en legenden zijn gebaseerd op de werkelijkheid.

Slide 10 - Diapositive

Aan het werk!
Je gaat nu zelfstandig aan het werk in Workbook met de modules H6 Fictie: volksverhalen 1, 2 & 3.

Slide 11 - Diapositive