Facilitaire werkzaamheden

• Dienstverlening en Producten
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 3,4

0

Hoeveel bacteriën kunnen er na 24 uur in een vaatdoekje zitten

1. 10.000
2. 20.000
3. 100.000
4. Nog veel meer, miljarden!

Welkom bij de les facilitaire werkzaamheden uitvoeren

Aan het einde van de les weet je meer over:

• Professioneel schoonmaken;
• hoe je moet schoonmaken;
  
• hoe vaak je moet schoonmaken;
  
• vuil;
  
• planning;
  
• etiketten;
  
• milieu bewust werken;
  
• ergonomisch werken;.

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Thuis schoonmaken:

Wie?

Waarom?

Hoe vaak?

Jouw kamer?

schoonmaakmiddelen?

professioneel schoonmaken?

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Professioneel schoonmaken

• goede planning;
• hygiëne eisen, moet je opvolgen;
• juiste schoonmaakmethoden gebruiken;
• juiste materialen gebruiken;
• juiste methodieken gebruiken.

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Professioneel schoonmaken

Schoonmaakmaterialen:

Emmers.

Doekjes.

Schrobber.

Trekker.

Zeem.

Dweil.

Toiletborstel.

Veger/bezem.

Stofzuiger.

Mop

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Professioneel schoonmaken

Dagelijkse werkzaamheden:

Wekelijkse werkzaamheden:

Periodieke werkzaamheden:

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Professioneel schoonmaken

Schoonmaakplan

= een goede planning waardoor je efficiënt (doelgericht) gaat werken.

In een schoonmaakplan staan de volgende onderdelen:

• Wat je moet schoonmaken.
• Wanneer je moet schoonmaken.
• Hoe je moet schoonmaken.
• Wie er moet schoonmaken.

Basisregels schoonmaak

1. Werk van boven naar beneden

2. Werk van buiten naar binnen

3. Werk van schoon naar vuil

Waarom maak je eigenlijk schoon?

1. Vanwege de bacteriën, alles moet thuis smetschoonzijn
2. Om Astma te voorkomen
3. Hygiëne, veiligheid, en sociaal
4. Prettige sfeer, hygiëne, onderhoud en veiligheid

Werk je bij alle schoonmaakklussen van boven naar beneden?

1. Ja
2. Nee

Wanneer pas je deze 3 schoonmaakregels toe?

1. Alleen bij het schoonmaken van de wc
2. Bij alle schoonmaakklussen
3. Alleen wanneer je dat wil
4. Alleen bij het schoonmaken van vloeren

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Schoonmaakmiddelen

Let bij het gebruik van schoonmaakmiddelen op:

• Lees het etiket.
  
• Volg de gebruiksaanwijzing en de voorzorgsmaatregelen.
  
• Doe altijd de dop op de fles. Ook tijdens het gebruik.
  
• Plaats en bewaar schoonmaakmiddelen buiten het bereik van kinderen.
  
• Zorg voor een juiste dosering. Gebruik niet te veel.
  

Welke informatie lees je
op het etiket van het
schoonmaakmiddel?

Waarom doe je de emmer
niet helemaal vol?

Waarom doe je eerst water
in de emmer en dan pas
het schoonmaakmiddel?

1. Dan gaat het water lekker schuimen
2. Dan gaat het water niet schuimen

Hoe weet je hoeveel schoonmaakmiddel je moet gebruiken?

1. Dat staat op het etiket van het schoonmaakmiddel
2. Dat kun je gokken
3. Dat staat op de emmer
4. Dat weet je niet

Waarom pas je deze
wringtechniek toe?

Waarom vouw je het
werkdoekje netjes op
voor je gaat schoonmaken?

1. Zo moet je het vaker uitspoelen
2. Dat hoeft niet
3. Zo kun je meer schoonmaken voordat je het doekje moet uitspoelen
4. Zo hoef je het doekje niet meer uit te spoelen

Waarom gebruik je verschillende kleuren voor de verschillende schoonmaakklussen?

Welke schoonmaakregels heb je de vrouw uit het filmpje zien toepassen?

Welke kleur emmer en doekje gebruik je als je de wc pot gaat schoonmaken?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke kleur emmer en doekje gebruik je als je de vieze keuken gaat schoonmaken?

1. 
2. 
3. 
4. 

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Etiketten

Schoonmaakmiddelen kunnen gevaarlijke stoffen bevatten. Op het etiket wordt via pictogrammen de gevaren van een schoonmaakmiddel aangegeven.

Pictogram= Een afbeelding die snel iets duidelijk maakt.

Welke symbolen zijn weergegeven

1. Toepassingsgebieden
2. Gevarensymbolen
3. Niet mengen!
4. Pictogrammen

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Professioneel schoonmaken

schoonmaakmiddelen

1. Reinigingsmiddelen= Een middel om het zichtbare vuil te verwijderen.
   Gebruiken voor alle oppervlakten en materialen.
   Voorbeeld: allesreiniger
2. Desinfecteermiddelen= Een middel waarmee je onzichtbare vuil verwijdert. Het doodt micro-organismen (bacterien en schimmels)
   Voorbeeld: chloor

Fles nummer 1 is een voorbeeld van

1. Een oplosmiddel
2. Een onderhoudsmiddel
3. Een desinfecteermiddel
4. Een vetoplosser

Leuk weetje .......

Gemeente Putten

6,7 H =

Zacht water

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Ontkalken is het verwijderen van kalkaanslag op bijvoorbeeld aparaten of verwarmingselementen.

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Het Milieu

Biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen:

• Ossengalzeep (verwijdert vlekken)
• soda (vervanger van chloor)
• groene zeep (allesreiniger en vlekverwijderaar)
• schoonmaakazijn ( ontkalker, ramen wassen, vloeren)

Beide schoonmaakmiddelen zijn tegen kalk. 

Wat is waar?

fles 1

fles 2

1. Fles 1 is natuurlijk
2. Fles 2 is natuurlijk
3. Fles 1 is synthetisch en fles 2 is op natuurlijke basis
4. Fles 2 is synthetisch en fles 1 is op natuurlijke basis

schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Ergonomie

Ergonomie = verstandig omgaan met je lichaam, letten op een goede houding

Op welke manier maak je laag bij de grond schoon?

1. 
2. 

Noem 2 dingen die je hebt geleerd deze les.