Vervoer
1 / 30
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Wat is dit?
A
de fiets
B
de bus
C
de auto
D
de scooter
Slide 19 - Quiz
Wat is dit?
A
de zeilboot
B
de duikboot
C
de caravan
D
de gondel
Slide 20 - Quiz
Wat is dit?
Typ het woord.
Typ het woord.
Slide 21 - Question ouverte
Wat is dit?
Typ het woord.
Typ het woord.
Slide 22 - Question ouverte
Wat is dit?
A
de trijn
B
de trein
C
de trien
D
de trjin
Slide 23 - Quiz
Wat is dit?
A
de scoeter
B
de scoetur
C
de scooter
D
de scootur
Slide 24 - Quiz
Wat is dit?
Typ het woord.
Typ het woord.
Slide 25 - Question ouverte
Wat is dit?
Typ het woord.
Typ het woord.
Slide 26 - Question ouverte
Zoek het plaatje bij het woord.
de helikopter
de vrachtwagen
de zeppelin
de caravan
de ambulance
Slide 27 - Question de remorquage
Zoek het woord bij het plaatje.
de zeilboot
het viegtuig
de gondel
de camper
de duikboot
Slide 28 - Question de remorquage
Zoek het woord bij het plaatje.
de ambulance
de vrachtwagen
de caravan
de zeppelin
de helikopter
Slide 29 - Question de remorquage
Welke zinnen zijn goed.
A
De auto rijdt op de weg.
B
De boot rijdt op de weg.
C
De bus rijdt op de weg.
D
De trein rijdt op de weg.
