Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3,4
Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Advies, verkoop en afrekenen
Hoofdstuk 6
Slide 1 - Diapositive
Doel
Aan het eind van dit hoofdstuk heb je geleerd:
waar je op moet letten bij het geven van advies;
wat belangrijk is om te zorgen voor een succesvolle persoonlijke verkoop;
hoe je met de klant afrekent.
Slide 2 - Diapositive
Adviezen
Let er wel op dat de cliënt ook rust krijgt.
Gesprekken over cliënt zelf en behandeling.
Hoe het gezicht thuis gereinigd kan worden.
Welke crèmes, maskers en scrubs kunnen worden gebruikt.
Informatie over de huid.
Schrijf altijd kort op de klantenkaart waarover je met de cliënt gesproken hebt.
Slide 3 - Diapositive
Verkopen
Bij de persoonlijke verkoop moet je:
Goed weten wat de wensen zijn;
Het assortiment (producten die je aanbiedt) goed kennen;
Wat de verwerking is;
Welke stoffen erin zitten;
Voor welke huidsoort het product geschikt is;
Hoe je het product gebruikt.
Inschatten of iemand iets wil verkopen. Geef een klant proefjes mee als er interesse is. Bij verkoop proefjes van andere producten.
Slide 4 - Diapositive
Afrekenen
De klant kan afrekenen op verschillende manieren: contant, elektronisch (pin), creditcard en op rekening. Op rekening betalen betekent dat de klant een rekening (factuur) ontvangt, en deze binnen een afgesproken termijn overmaakt.
Procenten
1 procent is eenhonderdste deel, ofwel: 1/100 x iets
Contant geld teruggeven
Je moet ervoor zorgen dat je zo min mogelijk muntjes en biljetten (briefjes) teruggeeft.
Slide 5 - Diapositive
Aan de slag
Lezen en opdrachten maken hoofdstuk 6 (bladzijde 231 t/m 243).
Deelopdracht 1 en 2 van praktijkopdracht 6 'Verkopen en afrekenen' (bladzijde 97 t/m 102).
Test je kennis: Hierna volgen een aantal vragen over de theorie.
Slide 6 - Diapositive
Waar hoef je niet op te letten bij persoonlijke verkoop?
A
Je moet weten wat de wensen van de klant zijn.
B
Je moet het assortiment goed kennen.
C
Je moet kunnen inschatten of iemand iets wil kopen.
D
Je hoeft niet te luisteren, maar wel heel veel praten.
Slide 7 - Quiz
Marieke heeft een gezichtsbehandeling gehad. De behandeling kost €32. Ze krijgt 10% korting omdat ze vaste klant is. Hoeveel moet Marieke betalen?
A
€22
B
€28,80
C
€1,20
Slide 8 - Quiz
Je gaat afrekenen met een klant. Je klant heeft een schoonheidsbehandeling gehad en neemt een product mee. De totale prijs is €68,50. De klant betaalt met 2 briefjes van 50. Welk bedrag geef je aan de klant terug?
A
€18,50
B
€13,50
C
€31,50
Slide 9 - Quiz
Tess heeft een volle spaarkaart. Ze krijgt met haar volle spaarkaart 20% korting op een product. Ze koopt een dagcrème van €18,75. Hoeveel moet Tess betalen?
A
€15
B
€16,85
C
€16,75
Slide 10 - Quiz
Wat is je vraag over deze les?
Slide 11 - Question ouverte
Heb je fijn gewerkt? Was de theorie moeilijk? Wat is je gevoel na deze les?