Les 1: 6.3

6.3 Zuren en basen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

6.3 Zuren en basen

Slide 1 - Diapositive

Planning
Herhalen 6.1 en 6.2
Uitleg 6.3
Voorbeeldopgave (opgave 6)
Huiswerk/portfolio

Slide 2 - Diapositive

Waar hebben we het de afgelopen 2 lessen over gehad? (H6)

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een evenwichtsreactie?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een evenwichtsreactie en een verdelingsevenwicht?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe heet de tijd die een evenwicht nodig heeft om tot stand te komen?
A
inzettijd
B
insteltijd
C
wachttijd
D
evenwichtstijd

Slide 6 - Quiz

Bij een evenwicht hebben de stoffen voor de pijl dezelfde concentratie als die na de pijl.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

De vorming van NO2 uit N2O4 is een endotherm proces. Bij een temperatuursverhoging verschuift dit evenwicht:
A
naar links
B
niet
C
naar rechts

Slide 8 - Quiz

De vorming van NO2 uit N2O4 is een endotherm proces. Bij een verhoging van de druk verschuift dit evenwicht:
A
naar links
B
niet
C
naar rechts

Slide 9 - Quiz

Wat is geen manier om de insteltijd te verkorten?
A
Temperatuur verhogen
B
Magnesium schaafsel gebruiken i.p.v. staven
C
Deksel van het reactievat halen
D
Een katalysator uit een vorig experiment hergebruiken

Slide 10 - Quiz

Zuren

Slide 11 - Diapositive

Waar denk je aan bij zuren?

Slide 12 - Question ouverte

Zuren
https://www.youtube.com/watch?v=QEujWlN9E6c

https://www.youtube.com/watch?v=CTVd_WxblGI

Slide 13 - Diapositive

Zuren
Molecuul dat H⁺ af kan staan ​


HCl (g) + H₂O (l) → H₃O⁺(aq) + Cl⁻ (aq)​

Slide 14 - Diapositive

Zuren
Ionisatiereactie​: ​
HCl (g) + H₂O (l) → H₃O⁺(aq) + Cl⁻ (aq)​ 

Kan versimpeld worden tot: HCl (g) → H⁺ (aq) + Cl⁻ (aq)​

Zoutzuur​


Slide 15 - Diapositive

Zuren
Meerwaardige zuren zijn moleculen die 
meer dan 1 H⁺ af kunnen staan.

Fosforzuur (H₃PO₄) en zwavelzuur (H₂SO₄) zijn de belangrijkste voorbeelden.

Slide 16 - Diapositive

Organische zuren
Reageren/ioniseren meestal niet helemaal

Slide 17 - Diapositive

Basen
Tegenovergestelde van zuur;
Molecuul dat H⁺ kan accepteren 

Slide 18 - Diapositive

Welk soort deeltjes zouden basen kunnen zijn?

Slide 19 - Question ouverte

Basen
Vaak negatieve ionen; tegengestelde ladingen die elkaar aantrekken.

In H4 heb je geleerd dat je ionen "niet in een potje kan kopen"; hoe zouden we deze toch kunnen krijgen?

Slide 20 - Diapositive

Basen

Oplossen van zouten
Bijv. Na₂CO₃:
Na₂CO₃ (s) → 2 Na⁺ (aq)  +  CO₃²⁻ (aq)

Dan kan de volgende reactie optreden:
CO₃²⁻ (aq) + H2O (l) ⇋ OH⁻ (aq) + HCO₃⁻ (aq)​

Slide 21 - Diapositive

Basen
Kan ook door hydroxide-zouten op te lossen
Komt direct OH⁻ bij vrij

Oplossingen van hydroxide-zouten noemen we -logen, bijv;
oplossing van NaOH = natronloog
oplossing van KOH = kaliloog

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Bekende zuren en basen

Slide 24 - Diapositive

Zuur-base reactie
Is een reactie waarbij een H⁺ wordt "overgedragen" 
van een deeltje (H⁺-donor/zuur) 
naar een ander deeltje (H⁺-acceptor/base)

Slide 25 - Diapositive

"Spoiler"
Wat is er aan de hand met water?
Reactie met zuur: HCl (g) + H₂O (l) → H₃O⁺(aq) + Cl⁻ (aq)​ 
Reactie met base: CO₃²⁻ (aq) + H2O (l) ⇋ OH⁻ (aq) + HCO₃⁻ (aq)​

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk:
4, 5b, 6, 7, 8, 9b, 10, 12, 14b

Slide 27 - Diapositive

huiswek: 4, 5b, 6, 7, 8, 9b, 10, 12, 14b


huiswerk: 4, 5b, 6, 7, 8, 9b, 10, 12, 14b

Slide 28 - Diapositive