Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
§2.1 Het communisme
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de belangrijkste ideeën van Karl Marx uitleggen.
Je kunt enkele indirecte oorzaken benoemen van de Russische revolutie.
Je kunt uitleggen hoe de Russische revolutie verliep.
Slide 2 - Diapositive
Lezen: De ideeën van Karl Marx
Beantwoord daarna de vragen over dit stukje tekst
Slide 3 - Diapositive
Wat was de reden dat arbeiders arm bleven?
Slide 4 - Question ouverte
Welke twee klassen van de klassenmaatschappij bedoelt Marx?
Slide 5 - Question ouverte
Arbeiders moeten via een revolutie de macht overnemen
A
Socialisten
B
Communisten
Slide 6 - Quiz
Door het invoeren van sociale wetten de situatie van arbeiders beter maken
A
Socialisten
B
Communisten
Slide 7 - Quiz
Karl Marx en het communisme
Rijk vs Arm (Bourgeoisie/proletariaat) Rijken steeds rijker, armen steeds armer => Opstand! => Arbeiders aan de macht
Alle rijkdommen (ook de fabrieken en de machines) naar de arbeiders.
Einde aan de klassenmaatschappij
Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken).
Toen Marx in 1883 stierf was er nog nergens een revolutie van arbeiders geweest en bestond het communisme alleen op papier.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Lezen: Rusland vóór 1917
Slide 10 - Diapositive
Waarom was het verassend dat de communistische revolutie in Rusland plaatsvond?
Slide 11 - Question ouverte
Rusland was geen democratisch land. Waarom niet?
Slide 12 - Question ouverte
Politiemacht die politieke tegenstanders opspoort
Slide 13 - Question ouverte
De Russen waren ontevreden met de Tsaar en wilden verandering. Er kwam een demonstratie die met geweld werd neergeslagen. Toch voerde de Tsaar toen enkele hervormingen door. Geef een voorbeeld van een hervorming.
Slide 14 - Question ouverte
Rusland voor 1917
Russische tsaar leefden als alleenheersers en wilden geen kritiek.
De geheime politie onderdrukte de bevolking.
Grond was in bezit van de adel (boeren waren niet vrij). - Lange werkdagen. - Weinig voedsel.
1905 Rusland verloor de oorlog met Japan.
Slide 15 - Diapositive
Rusland voor 1917
1905 ongewapende burgers demonstreren bij Winterpaleis. Ze willen korte werkdagen en algemeen kiesrecht.
De demonstratie werd met geweld neergeslagen.
> Landelijke protesten nemen toe.
Tsaar moet hervormingen doorvoeren.
Rusland krijgt een parlement (doema), maar de Tsaar hield de meeste macht.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Aan de slag!
HW voor dinsdag:
§2.1: 1 t/m 6 maken
Slide 18 - Diapositive
§2.1 Het communisme
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Lees: De Russische Revolutie
Slide 21 - Diapositive
Door de Eerste Wereldoorlog nam de ontevredenheid onder de bevolking toe. Geef aan waarom.
Slide 22 - Question ouverte
Tsaar Nicolaas II trad af en er kwam een voorlopige regering
A
Februarirevolutie
B
Oktoberrevolutie
Slide 23 - Quiz
De voorlopige regering wordt afgezet en de communisten onder leiding van Lenin nemen de macht over
A
Februarirevolutie
B
Oktoberrevolutie
Slide 24 - Quiz
Wie zijn de Bolsjewieken?
Slide 25 - Question ouverte
Tijdens de burgeroorlog: alle tegenstanders van de Bolsjewieken (aanhangers Tsaar, adel, grootgrondbezitters)
A
Roden
B
Witten
Slide 26 - Quiz
Tijdens de burgeroorlog: de communisten, het leger van de bolsjewieken
A
Roden
B
Witten
Slide 27 - Quiz
Nieuwe naam van Rusland vanaf 1922
Slide 28 - Question ouverte
Wat is een eenpartijstaat?
Slide 29 - Question ouverte
De Russische revolutie
Veel onvrede over de Eerste Wereldoorlog, vooral boeren vochten mee.
Geen boeren die het land bewerkten daardoor misoogsten en hoge voedselprijzen.
Uitbreken van stakingen en demonstraties. Hieruit ontstond in 1917 de Russische revolutie.
Slide 30 - Diapositive
Februarirevolutie
Het leger kiest de kant van de demonstranten.
De Doema kiest de kant voor de demonstranten.
Tsaar Nicolaas II wordt afgezet en getransporteerd naar Siberië.
Doema moet tijdelijke regering installeren.
Slide 31 - Diapositive
Oktoberrevolutie
Het regeringsbesluit om door te vechten vergrootte de invloed van de bolsjewieken, zoals Russsische communisten werden genoemd.
Lenin roept de aprilstellingen uit: - Alle grond naar de boeren, macht aan de Sovjets (arbeiders), fabrieken naar de arbeiders en vrede met Duitsland
Bolsjewieken bezetten belangrijke gebouwen en zetten de voorlopige regering af.
Slide 32 - Diapositive
0
Slide 33 - Vidéo
Lenin aan de macht
Strijd tussen het rode leger ( bolsjewieken) en het witte leger: een naam voor alle tegenstanders van de bolsjewieken.
Oprichting Sovjet-Unie.
Sovjet-Unie werd éénpartijstaat: alleen de Communistische Partij was toegestaan.
Slide 34 - Diapositive
§2.1 Het communisme
Slide 35 - Diapositive
Deze les
1. Opdracht in groepjes
2. Opdracht BBB
3. Wat gebeurd er met de Tsaar en zijn familie?
4. §2.1 afmaken
Slide 36 - Diapositive
Groepsopdracht
Welk begrip hoort bij welke afbeelding + argument
2 rondes
5 minuten
Snelste tijd én alle antwoorden goed
timer
5:00
Slide 37 - Diapositive
De juiste antwoorden - Ronde 1
1. Karl Marx = C
2. Kapitalisten = B
3. Communisten = A
4. Tsaar Nicolaas II = E
5. Adel in Rusland = F
6. Bloedige zondag = D
7. Doema = G
Slide 38 - Diapositive
De juiste antwoorden - Ronde 2
1. Vladimir Iljitsj Lenin = D
2. Februarirevolutie = B
3. Oktoberrevolutie = H
4. Bolsjewieken = A
5. Josef Stalin = G
6. Burgeroorlog Roden en Witten = F
7. Sovjet-Unie = C
8. Eenpartijstaat = G
Slide 39 - Diapositive
Opdracht: Brain - Book - Buddy
Ronde 1 Brain: Tabel 1
Probeer antwoord te geven op de vragen
Ronde 2 Book: Tabel 2
De opengelaten vragen proberen in te vullen met behulp van je boek
Ronde 3 Buddy: Tabel 3
De opengelaten vragen proberen in te vullen met behulp van degene die naast je zit. Verbeter/vul aan...
Slide 40 - Diapositive
Ronde 1
Brain!
timer
5:00
Slide 41 - Diapositive
Ronde 2
Book!
timer
5:00
Slide 42 - Diapositive
Ronde 3
Buddy!
timer
5:00
Slide 43 - Diapositive
De Romanovs
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Vidéo
De Romanovs
Worden ondergebracht in 'het huis met het speciale doel'.
Zij dachten de revolutie te overleven.
Maar door oorlog tussen de Roden en de Witten worden zij toch geëxecuteerd.