Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 3
Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Werken in de thuiszorg - Deel C+D
Slide 1 - Diapositive
Welke beroepen zijn er in de thuiszorg?
Slide 2 - Carte mentale
Is er sprake van verbale of non-verbale communicatie? Vul het goede antwoord in. De hulpverlener maakt oogcontact met het slachtoffer?
Slide 3 - Question ouverte
Is er sprake van verbale of non-verbale communicatie? Vul het goede antwoord in. De helpende gaat lachend en met opgestoken hand de deur uit.
Slide 4 - Question ouverte
Is er sprake van verbale of non-verbale communicatie? Vul het goede antwoord in. De dochter van de zorgvrager vraagt of er ook pleisters op de boodschappenlijst staan.
Slide 5 - Question ouverte
Vul in: Elke dag moet je minstens __________ gram groenten eten. Eet elke dag tenminste ________ fruit
Slide 6 - Question ouverte
Vervang vlees elke week een keer door _____, vooral _______
A
Vis, vooral vette vis
B
Plantaardige producten, vooral bonen
C
Brood, vooral bruin brood
D
Zuivel, vooral vette zuivel
Slide 7 - Quiz
Hoe ziet een steunkous eruit? (antwoord met een afbeelding!)
Slide 8 - Question ouverte
Geef minimaal drie aandachtspunten voor een representatief uiterlijk.
Slide 9 - Question ouverte
Waarom moet je na de behandeling je handen wassen en de verbandtrommel bijvullen?
A
Hygiëne en bij een volgende behandeling kan er een verband nodig zijn.
B
Handen wassen is niet noodzakelijk, wel de verbandtrommel bijvullen.
C
Hygiëne en bijvullen is niet noodzakelijk.
D
Handen wassen is niet noodzakelijk, bijvullen wel omdat er bij een volgende behandeling een verband nodig kan zijn.
Slide 10 - Quiz
Mevrouw Cardoso is gevallen en ze heeft vermoedelijk een gebroken been.
A
Gevallen = objectief
Gebroken been = subjectief
B
Objectief
C
Subjectief
D
Gevallen = subjectief
Gebroken been = objectief
Slide 11 - Quiz
Wat is obstipatie?
A
Diarree
B
Verstopping
C
Benauwdheid
D
Bloedneus
Slide 12 - Quiz
A
Zelfredzaamheid middelen
B
doehetzelf middelen
C
ADL hulpmiddelen
D
Woon- en huismiddelen
Slide 13 - Quiz
Wat betekenen de letters 'ADL' voluit?
A
Algemeen Dagelijks Lopen
B
Andere Dagelijkse levenspatronen
C
Anders Doen Lopen
D
Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen
Slide 14 - Quiz
Met welk hulpmiddel kan een zorgvrager zelf zijn overhemd dichtknopen? (antwoord met een afbeelding!)
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Voorbeelden van ADL hulpmiddelen:
aangepast bestek
aangepaste keukenartikelen zoals openers en fixeerder
aankleedhulpen:
aankleedstok
knopenhaak
ritsopener
schoen- en sok aantrekhulp
Shoeps (elastische veters)
greepers (schoenveters)
knoppendraaier
losse toiletverhogerverhogers:
bedverhogers
stoelverhogers
Slide 17 - Diapositive
Wat is een juist voorbeeld van een ADL hulpmiddel?
A
aangepast bestek
B
helping hand
C
knopenhaak
D
sokaantrekker
Slide 18 - Quiz
ADL hulpmiddelen
Slide 19 - Diapositive
Ondersteunen bij verplaatsen.
Hulpmiddelen die mensen zelf kunnen gebruiken:
- Sta op stoel
- driepoot stok
- Krukken
- Looprek
- Rollator
- Rolstoel
Slide 20 - Diapositive
Privacy
Bespreek altijd vooraf de wensen van de zorgvrager;
Als een zorgvrager opkijkt tegen de verzorgingen, neem de tijd en bespreek dit;
Maak duidelijke afspraken over de privacy.
Slide 21 - Diapositive
Wat betekent empathie?
Slide 22 - Question ouverte
Empathie
* inleven in de situatie van de ander
begrip tonen voor de gevoelens en de wensen van de ander
Slide 23 - Diapositive
Wat is een voorbeeld van Empathie?
A
Zaterdag werd iedereen opgeroepen een kaarsje te branden voor de slachtoffers van Corona.
B
Je kunnen inleven in een ander.
C
Luisteren naar iemand die net z'n partner is verloren.
D
Tijdens een voetbalwedstrijd woorden naar de scheidsrechter roepen.
Slide 24 - Quiz
Is dementie een ouderdomsziekte?
A
ja
B
nee
Slide 25 - Quiz
Als je dementie hebt dan....
A
Raak je je geheugen langzaam kwijt
B
Kun je niet meer zo goed lopen
C
Raak je je baan kwijt
D
Dan heb je vaak hoofdpijn
Slide 26 - Quiz
Wat is dus dementie?
Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen (een syndroom), waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken.
Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes.
Slide 27 - Diapositive
Vergeetachtigheid is hetzelfde als dementie
A
Niet waar
B
Waar
Slide 28 - Quiz
Dementie is geneesbaar... is dit juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Noem 3 symptomen van dementie
Slide 30 - Question ouverte
Slide 31 - Vidéo
Symptomen dementie bij ouderen
Vergeetachtigheid
Problemen met dagelijkse handelingen
Vergisssingen met tijd en plaats
Taalproblemen
Kwijtraken van spullen
Slecht beoordelingsvermogen
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
Reuma
Ontsteking van gewrichten
Oorzaak: auto-immuunziekte (het lichaam geeft een afweerreactie tegen normaal, eigen lichaamsweefsel)
Verschijnselen: ochtendstijfheid, zwellingen en pijn in gewrichten
Behandeling: medicatie
Slide 34 - Diapositive
Oorzaken
De oorzaak van de meeste vormen van reuma is onbekend.
door langdurige klachten -> Chronisch
Niet te genezen.
Klachten kunnen wel verminderd worden.
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Vidéo
Wat is een ander woord voor CVA?
A
Beroerte
B
Hartinfarct
C
Longontsteking
D
Ziekte van Parkinson
Slide 37 - Quiz
Beroerte = CVA
C = cerebro
V = vasculair
A = accident
Vertaald: ongeluk in de hersenbloedvaten
Slide 38 - Diapositive
Beroerte
Ook wel CVA genoemd
herseninfarct, hersenbloeding of TIA
Slide 39 - Diapositive
Alzheimer
hersenbloeding
kleine pasjes en veel beven
ontstoken gewrichten
Parkinson
Dement
Reuma
CVA
Slide 40 - Question de remorquage
Wat is diabetes?
A
spierziekte
B
bloedarmoede
C
hypo
D
suikerziekte
Slide 41 - Quiz
Als iemand suikerziekte/diabetes heeft, wat maakt het lichaam niet aan?
A
Suiker
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Glucose
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Vidéo
COPD
- Luchtwegen vernauwd door beschadiging
- Symptomen zijn Chronisch
- Het beloop is geleidelijk verergerend en de levensverwachting verminderd.
Astma
- Geen echte oorzaak aan te wijzen, maar er zijn wel factoren die de kans op astma vergroten
- Symptomen zijn periodiek
- Het beloop met behandeling is met astma gunstiger en men kan er gemiddeld ouder mee worden.
Slide 44 - Diapositive
Wordt door astma en COPD door roken veroorzaakt?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide
Slide 45 - Quiz
Stelling: voor mensen met COPD is het coronavirus gevaarlijker dan voor mensen zonder COPD (of andere longziekten)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 46 - Quiz
Koppel de ziekte aan de juiste symptomen
Benauwdheid, geirriteerde slijmvliezen
Blijvende vermoeidheid, pijn op de borst
Buikpijn en buikkrampen
Problemen met spreken en begrijpen, vergeetachtig
Verdikking of bobbel in het lichaam
Snel buiten adem raken, kortademig zijn en hoesten
Astma
COPD
Dementie
Hart- en vaatziekten
Kanker
Voedselvergiftiging
Slide 47 - Question de remorquage
Wat is volgens jou, welvaartsziekten?
Slide 48 - Question ouverte
Hoe zijn welvaartsziekten ontstaan?
A
Doordat er steeds meer medicijnen zijn ontwikkeld
B
Doordat de leefstijl van mensen is veranderd door meer overvloed
C
Doordat kinderen minder zijn gaan buitenspelen
D
Doordat er meer welzijn in Nederland is gekomen.
Slide 49 - Quiz
Deze welvaartsziekten ontstaan in een
omgeving die mensen stimuleert om veel te eten en weinig te bewegen.
Bijvoorbeeld:
Reclame dat aanzet tot ongezond eten.
Kinderen die minder bewegen doordat ze voor de tv hangen.
Slide 50 - Diapositive
In rijke landen hebben mensen vaak last van welvaartsziekten, zoals ..
A
autisme,
B
reuma
C
Astma
D
hart- en vaatziekten
Slide 51 - Quiz
Welk voedingsmiddel mag er bij de volgede diëten niet worden gegeten?
Natriumarm dieet
Energiebeperkt dieet
Glutenvrij dieet
Lactose vrij dieet
Slide 52 - Question de remorquage
Slide 53 - Vidéo
Voorbereiden op de toets
In deel A, B, C en D ben je woorden tegengekomen die je moet kennen voor het examen.