E1; 2, 3 en 4 drielagenmodel en soorten computers

Drielagenmodel herkennen en soorten computers
Examenprogramma informatica
Domein E
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Drielagenmodel herkennen en soorten computers
Examenprogramma informatica
Domein E

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
  • Je kunt in een gegeven toepassing het drielagenmodel herkennen en de verschillende onderdelen benoemen.

  • Je kent de verschillen tussen een supercomputer, mainframe, server, personal computer en embedded system en kunt verschillende toepassingen van deze apparatuur benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het verschil tussen hardware en software?

Slide 3 - Question ouverte

Koppel de juiste lagen aan het juiste onderwerp.
Fysieke laag

Logische laag

Toepassingen laag
Hardware
Software
Besturingssysteem
Applicaties

Slide 4 - Question de remorquage

Geef aan of het wel of niet om een hardware-interface gaat.
Connector.
A
Wel
B
Niet

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo


vraagje;

Wat maakt een computer nu een computer?

Slide 7 - Diapositive

Het lagenmodel herkennen
Drielagenmodel niet alleen bij apparaten 

Ook bijvoorbeeld bij: 
  • Netwerken
  • Websites en webapplicaties

Slide 8 - Diapositive

Netwerken
Fysieke laag: kabels, apparaten, servers, clients
Logische laag: software op apparaten, netwerkprotocollen
Toepassingenlaag: websites en webapplicaties




Slide 9 - Diapositive

Websites en webapplicaties
Client: ‘klant’
Server: apparaat die een klant bedient


Slide 10 - Diapositive

Soorten computers
  • Supercomputer
  • Mainframe
  • Server
  • Personal computer
  • Embedded systems
  • Internet of Things-apparaten



Slide 11 - Diapositive

Supercomputer
Supercomputers zijn de krachtigste en snelste computers
  • Ruimtevaartprojecten
  • Wetenschappelijk onderzoek
  • Weersvoorspellingen


Slide 12 - Diapositive

Mainframe

Slide 13 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een supercomputer en een mainframe

Slide 14 - Question ouverte

Mainframe
  • Stabiele supercomputers
    die jarenlang onderbroken werken zonder storingen 
  • Bijvoorbeeld: banken en verzekeringsmaatschappijen

Slide 15 - Diapositive

Parallelle verwerking
  • Veel bewerkingen naast elkaar
  • Veel rekenkracht per bewerking

  • MPP: Massive Parallel Processing

Slide 16 - Diapositive

Server
  • Een computer die een netwerk- of internettoepassing mogelijk maakt
  • Ieder op internet aangesloten apparaat kan dienen als server


Slide 17 - Diapositive

Onder welke computercategorie valt een smartphone

Slide 18 - Question ouverte

Personal computer
Computer voor persoonlijk gebruik

Relatief klein van afmeting
  • Op bureau of in broekzak
  • Van laptop tot smartphone

Slide 19 - Diapositive

Embedded systems
Vier belangrijke kenmerken
  1. Onopvallendheid
  2. Betrouwbaarheid
  3. Zuinigheid
  4. Beperktheid


Slide 20 - Diapositive

Embedded systems
Een apparaat waarbij de computer ingebed is
  • In auto’s
  • In huizen
  • In ons lichaam 
  1. Pacemaker 
  2. Gehoortoestel implantaat

Slide 21 - Diapositive

Internet of Things
  • Connected embedded systems

  • Smart city

  • Domotica

Slide 22 - Diapositive

Welke van de onderstaande apparaten is geen voorbeeld van een embedded system?
A
Een wasmachine
B
Een smartwatch
C
Een pinautomaat
D
Een alarmsysteem

Slide 23 - Quiz


Op amsterdamsmartcity.com staat een overzicht van alle smart-city-technieken die in de stad Amsterdam worden gebruikt. Bekijk het project Yellowbox.
Wat houdt het project Yellowbox in?
A
Hier kunnen mensen hun gemiste postpakketjes ophalen.
B
Hier kunnen mensen hun mobiele devices opladen.
C
Hier kunnen mensen grofvuil achterlaten.
D
Hier kunnen mensen veilig hun spullen opbergen.

Slide 24 - Quiz