Triage bij hart- en vaatproblemen deel 2

Pat boven 70, zweten, misselijk, half uur pob, nitro geen effect.
Welke ingangsklacht, welke urgentie, welk beleid?
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
TriageMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Pat boven 70, zweten, misselijk, half uur pob, nitro geen effect.
Welke ingangsklacht, welke urgentie, welk beleid?

Slide 1 - Question ouverte

Welke informatie uit voorgaande dia mag absoluut niet ontbreken in je overdracht naar arts?

Slide 2 - Question ouverte

Typisch cardiale pijn is:

Slide 3 - Question ouverte

Waarom wil de DA weten bij pob of de pijn vastzit aan de ademhaling?

Slide 4 - Question ouverte

Welke aandoening vraagt een snelle reactie van de arts?
A
extrasystole
B
brachycardie
C
hartbonken
D
tachycardie

Slide 5 - Quiz

Hoe klinken de klachten bij tachycardie?

Slide 6 - Question ouverte

Wat zorgt voor de hoogste urgentie?
A
tachycardie plus acuut begin
B
tachycardie plus vegetatieve verschijnselen

Slide 7 - Quiz

Bert van ’t Huis (29 jaar) belt naar de praktijk. Hij heeft een enorme last van zijn been, zegt hij. ‘Gisteren is het begonnen. Onder de knie is mijn rechterbeen dik en rood. Ik was gisteren erg moe, want we kwamen net terug van een vliegvakantie naar de Malediven. Ik heb er dus gisteren geen aandacht aan besteed. Welke urgentie krijgt deze cases?

Slide 8 - Question ouverte

In het journaal van de heer Westerhuis staat decompensatio cordis (hartfalen). Zijn vrouw belt omdat hij nu zo benauwd is. Je hoort hem rochelen. De arts gaat er heen, welke adviezen geef jij ter overbrugging?

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekenen de letters FAST?

Slide 10 - Carte mentale

FAST-test
Face: Vraag de persoon om te lachen of de tanden te laten zien; let op of de mond scheef staat en een mondhoek naar beneden hangt.
Arm: Vraag de persoon om beide armen tegelijkertijd horizontaal naar voren te strekken en de binnenzijde van de handen naar boven te draaien; let op of een arm wegzakt of rondzwalkt.
Speech: Vraag aan de persoon of aan de familieleden of er veranderingen zijn in het spreken (onduidelijk spreken of niet meer uit de woorden kunnen komen).
Time: Stel vast hoe laat de klachten bij de persoon zijn begonnen; dit is van belang voor de behandeling. Binnen 4,5 uur is trombolyse mogelijk.

Bij 1 van de kenmerken al minimaal U2

Slide 11 - Diapositive