Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
1800 dm = ..... m
A
18000
B
18
C
180
D
180000
Slide 6 - Quiz
19,25 km = ..... m
A
19250
B
1925
C
192,5
D
0,1925
Slide 7 - Quiz
16 m² = ..... cm²
A
1600
B
0,16
C
160
D
160000
Slide 8 - Quiz
Welke beweringen zijn waar? A. 5,365 dm = 5,365 × 10 × 10 = ...... mm B 5,365 dm = 5,365 × 10 = ...... mm C. 5,365 dm = 5,365 × 20 = ...... mm D. 5,365 dm = 5,365 × 100 = ...... mm
A
A
B
B
C
A en D
D
A en C
Slide 9 - Quiz
Welke beweringen zijn waar? A. omrekenen van m naar cm kan met ×1000 B. omrekenen van m naar cm kan met
A
1600
B
0,16
C
160
D
160000
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Bereken de omtrek van de figuur in meters.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Naast de tuin van Mirna ligt een rechthoekig stuk gemeentegrond van 6 m bij 75 cm. Mirna koopt de grond voor €325 per vierkante meter. Bereken hoeveel Mirna voor de grond moet betalen.