1.3 Problemen in de kerk

1.3 Problemen in de kerk
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.3 Problemen in de kerk

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel 2 - 5
2. Je kunt uitleggen hoe er twee verschillende richtingen ontstonden in de kerk.

3. Je kunt vier verschillen noemen tussen katholieken en protestanten.

4. Je kunt uitleggen welke twee belangrijke protestante stromingen er bestaan. 

5. Je kunt uitleggen hoe de katholieke kerk reageerde op de Reformatie.

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen deze les?

Slide 3 - Diapositive

Kerk en keizer
Keizer Karel V van Habsburg (regeerde van 1515 tot 1555)
  • Verbood boeken met kritiek op de kerk.

  • Bestrafte prediken nieuw geloof en verstoppen ketters
    (onthoofding/ verbranding)

  • Alle onderdanen --> zelfde godsdienst --> eenheid in zijn rijk.

Slide 4 - Diapositive

Kritiek op de kerk


Maar welke kritiek was er al?

Slide 5 - Diapositive

Meer kritiek: Luther
  • Lutherbijbel--> volkstaal (Duits)
  • Boekdrukkunst--> snelle verpreiding ideeën van Luther
  • Volgelingen Luther: Protestanten

Slide 6 - Diapositive

Meer kritiek: Luther
Lutheranen: volgelingen van Luther 

Luther werd uit de kerk gezet (paus) en
vogelvrij verklaard (Keizer Karel V). 

Duitse vorsten beschermden Luther:
  • Ze vonden dat mensen zelf hun geloof moesten kunnen kiezen.
  • Volgens Luther waren vorsten de baas in de kerk.

Slide 7 - Diapositive


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 8 - Diapositive

Meer kritiek: Calvijn
  • Gelovigen bepalen zelf wat er gebeurd
  • Recht op in opkomst te komen
    tegen de vorst 
  • Calvinisten: Aanhangers van Calvijn. 

Slide 9 - Diapositive

Maarten Luther (1483-1546)
- Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken.
- Veel aanhangers in Duitsland.
- Geen predestinatieleer
- Vorst bepaald het geloof

Johannes Calvijn (1509-1564)
- Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
- Veel aanhangers in Nederland
- Predestinatieleer
- Gelovige mag zelf zijn geloof bepalen, mag in opstand komen tegen de vorst

Slide 10 - Diapositive

Verschil tussen Calvijn en Luther





  1. Hij publiceerde 95 stellingen tegen misstanden in de kerk.
  2. Hij geloofde in predestinatie.
  3. Hij schafte veel sacramenten af.
  4. Hij verzette zich tegen de rijkdom van de kerk.
  5. Hij vond dat de regering aan de kerk moet gehoorzamen.
  6. Hij werd in de ban gedaan en vogelvrij verklaard.
  7. Hij vertaalde de Bijbel in de landstaal.

Slide 11 - Diapositive

Reformatie 
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 12 - Diapositive

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Katholiek of protestant?
  1. Veel pracht en praal in de kerkgebouwen.
  2. Kerkgebouwen zijn sober en bevatten geen heiligenbeelden.
  3. De Bijbel heeft het hoogste gezag en kan door elke gelovige worden begrepen.
  4. Er is een sterke kerkelijke hiërarchie van priesters.
  5. Gewone gelovigen hebben veel te vertellen in de kerk.
  6. Er zijn 7 sacramenten die gelovigen nodig hebben om bij de kerk te horen.
  7. Er zijn maar enkele sacramenten: doop en avondmaal.
  8. Geestelijken mogen trouwen.
  9. Geestelijken mogen niet trouwen.

Slide 15 - Diapositive