05-02-2025 les H2C gram aanw vnw herhalen + werkblad

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Prenez vos livres
10 minutes d'apprentissage


Voca A + B ->  à la page 128
Avoir, être, aller, faire  ->  à la page 170
Bonjour à tous!
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Prenez vos livres
10 minutes d'apprentissage


Voca A + B ->  à la page 128
Avoir, être, aller, faire  ->  à la page 170
Bonjour à tous!

Slide 1 - Diapositive

Woensdag 19 februari
PW chapitre 3
Wat moet je leren? 
- Voca A + B + E + F (F-NL / NL-F) → p.128/129
- Phrases-clés C + G (F-NL / NL-F) → p.130
- Grammaire D + H → p.131
- Les nombres jusqu’à 1000 → p.130

Slide 2 - Diapositive

Aujourd'hui:
- Réviser les nombres jusqu'à 1000
- Grammaire
- Au travail!

Slide 3 - Diapositive

Het aanwijzend voornaamwoord
Welke aanwijzende voornaamwoorden zijn er in het Nederlands?
Hoe werkt het in het Frans?
    m
      v
  enk
     ?
      ?
   mv
     ?
      ?

Slide 4 - Diapositive

In het Nederlands
Aanwijzende voornaamwoorden in het Nederlands zijn:
- Deze
- Die
- Dit
- Dat

Slide 5 - Diapositive

In het Frans
In het Frans zijn er geen vertalingen voor deze, die, dit of dat.  

De aanwijzende voornaamwoorden in het Frans:
Ce, cet, cette, ces

  -> Het ligt aan het zelfstandig naamwoord welke je moet gebruiken

Slide 6 - Diapositive

Hoe weet je dan welke je moet gebruiken?
Zelfstandig nw mannelijk enkelvoud -> ce 
Zelfstandig nw mannelijk enkelvoud dat begint met een klinker of 'h'-> cet
Zelfstandig nw vrouwelijk enkelvoud -> cette
Zelfstandig nw meervoud -> ces
    m
      v
  enk
 ce, cet
  cette
   mv
   ces
   ces

Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden
    m
      v
  enk
 ce, cet
  cette
   mv
   ces
   ces
Le garçon -> ce garçon
L'hôtel -> cet hôtel
La pizza -> cette pizza
Les élèves -> ces élèves

Slide 8 - Diapositive

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
La robe est noire. ____ robe est noire.
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 9 - Quiz

Au travail!
Maak het werkblad

Fini? -> ga het werkblad nakijken, staat op It's Learning


Slide 10 - Diapositive