Toetsbespreking V6 ges T2 2021

Toetsbespreking T2
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Toetsbespreking T2
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.

Slide 1 - Diapositive

toelichting op het nakijken
een V betekent dat er iets ontbreekt

ja en..., want...., dus.., er is geen afdoende toelichting gegeven (zie soms commentaar docent)

een punt met een golfje ervoor wil zeggen dat het een twijfel antwoord is dat op het examen fout gerekend zal worden

Alleen de punten voor de opgave moet je optellen!

Slide 2 - Diapositive

vraag 1          max. 2p
1. godsdienstoorlogen Reformatie TV 5
2. 2 maanden na WO1 TV 9 I
3. atoomgeheimen TV 9 III
4. Franse Revolutie TV 7
5. vrouwenkiesrecht TV 8
6. Duitse bezetter TV 9 II
1,4,5,2,6,3

Slide 3 - Diapositive

VRAAG 2        max.  4p
Motief 1: Bismarck had behoefte aan afzetmarkten, in de toespraak wordt gezegd dat Afrika zal samenwerken bij de handelsbetrekkingen.

Motief 2: Het tweede motief is het verspreiden van de beschaving naar Afrika toe, Afrika had dit niet en Europa wel. In de toespraak staat "aan te moedigen de noodzakelijke kennis te verspreiden." Bismarck wil de kennis die Europa wel heeft verspreiden naar Afrika.

Slide 4 - Diapositive

vraag 3 deel 1        max 2 p
- KA: Discussies over de sociale kwestie. De arbeidersklasse leefde in slechte omstandigheden, dit moest verbeterd worden. De overheid greep in door te investeren in betere leef omstandigheden, maar ook in onderwijs. In de bron lees je dat de kinderen geen onderwijs volgens en moeten werken in fabrieken. Door het ingrijpen van de overheid einde 19e eeuw, mochten kinderen onder de 12 niet meer in fabrieken werken en werd onderwijs toegankelijker. 

Slide 5 - Diapositive

vraag 3 deel 2    max 2 p
- De bron kan bruikbaar zijn als bijvoorbeeld onderzoek wilt doen specifiek naar deze fabriek of arnhem. Maar als je onderzoek wil doen naar heel nederland moet je meer informatie hebben om daar een conclusie over te maken. De bron is dus niet heel representatief.

Slide 6 - Diapositive

vraag 4  deel 1     max 1 p
- de politieke boodschap die ze wou overbrengen aan de rijke burgerij is: dat zij als machthebbende in de politiek met maatregelen moeten komen tegen de slechte omstandigheden van arbeiders. 

Slide 7 - Diapositive

vraag 4 deel 2     max 1p
de politieke boodschap die ze wou overbrengen aan de arbeiders is dat ze zich moeten verenigen en op moeten komen voor hun rechten

Slide 8 - Diapositive

vraag 4 deel 3     max 1p
Dit sluit aan bij KA: de opkomst van emancipatiebewegingen

Slide 9 - Diapositive

vraag 5          max 2 p
1. De grondwet was een grote stap op weg naar democratie omdat door de grondwet een parlementaire democratie onstond en de macht van de koning werd verminderd.

2. de grondwet was geen volledige overgang naar de democratie zoals wij die nu kennen omdat in de grondwet die wij nu kennen iedereen gelijk is, en zowel mannen als vrouwen kiesrecht hebben

Slide 10 - Diapositive

Vraag 6 deel 1     max 2p
-de conferentie van berlijn kan gezien worden als beginpunt van het morden imperialisme, omdat vanaf de conferentie van Berlijn werd er besloten dat de regering met kolonies in Afrika ook echt zijn best moest doen om alles daar goed te laten verlopen. het was niet alleen meer een stukje rijk wat er bij hoort maar je moest er echt regeren

Slide 11 - Diapositive

vraag 6 deel 2     max 2p
- Bismarcks Alliantiepolitiek hield in dat hij machtsevenwicht in Europa wilde. Dit machtsevenwicht moest zich ook uiten in kolonieën in Afrika: die macht moest ook evenwichtig zijn voor Duitsland, aangezien zij nu ook een groter rijk hadden. Dit gebeurde via de Conferentie van Berlijn.

Slide 12 - Diapositive

vraag 7       max 2 p
- Nationalisme, door het opkomende nationalisme werd de 'kans' op oorlog en conflicten tussen landen groter en groter, want elk land was volledig overtuigd van zijn eigen kracht en daardoor kwamen landen sneller tegen over elkaar te staan en braken er sneller conflicten uit en daarom heeft het ook bijgedragen aan het uitbreken van de eerste wereldoorlog.

Slide 13 - Diapositive

vraag 8 Max 2p
1. Het is een gevolg van de Weltpolitiek omdat er werd beredeneerd dat een wereld imperium ook een sterke marine moest hebben. Als een land machtig wilde zijn in overzeese kolonie, moet het ook een sterke zeemacht hebben.
2. Door het produceren van een machtige marine, kwam Duitsland oog in oog te staan met het de sterkste zeemacht, het Verenigd Koninkrijk. Hierdoor kwam er een wapenwedloop tussen de twee landen van wie het sterkste zou zijn op zee.

Slide 14 - Diapositive

vraag 9     max 2p
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogsvoeren. Door het bombarderen van London waren natuurlijk ook veel burgerbevolking betrokken en de zeppelins zijn massavernietigingswapens.

Slide 15 - Diapositive

vraag 10     max 3p
. - De revolutie in Duitsland aan het eind van de oorlog zorge ervoor dat de socialisten aan de macht kwamen. De socialisten waren, net als de toenmalige regering, Duitsers.

- Het einde van de oorlog kwam volgens de vijanden van de socialisten door hun beleid: Duitsland had kunnen winnen. Deze dolkstootlegende gecreeërd door Duitsers zorge voor veel onrust en opstanden in Duitsland, die ook weer neergeslagen werden door Duitsers.

- Wilhelm geeft het perspectief van de oude elite, omdat hij vind dat het feit dat de socialisten aan de macht zijn gekomen een noodlot is.


Slide 16 - Diapositive

vraag 11 deel 1    max 2p
- De Sovjet-Unie werd eerst uitgesloten van lidmaatschap voor de Volkenbond omdat het land communistisch was en ze de Sovjet-Unie niet vertrouwden.
- De internationale situatie in 1934 liet Frankrijk pleiten voor het lidmaatschap van de Sovjet-Unie omdat ze dan Duitsland in toom konden houden als er een 2 fronten oorlog kwam en er kwam in die tijd weer een oorlogsdreiging.
- Na 1939 voldeed de Sovjet-Unie niet meer aan de verwachtingen van Frankrijk aangezien de Sovjet-Unie een verbond sloot met Duitsland om samen Polen in te nemen en daarom nog niet de oorlog verklaarden aan Duitsland waardoor Frankrijk veel meer mankracht nodig had omdat Duitsland maar op 1 front vocht, daardoor voldeed de Sovjet-Unie niet meer aan de verwachtingen van Frankrijk.

Slide 17 - Diapositive

vraag 12  deel 1  max 2p
- Een kenmerkend aspect dat bij fragment 2 past is: Het in praktijk brengen van totalitaite ideologieën. Dit past hierbij omdat in een totalitaire staat zowel het denken als het doen van de burgers wordt bepaald. Dit staat in fragment geschreven: 'Discipline op te dringen, fysieke conditie verbteren (...) vanaf de leeftijd van 12 jaar', hier wordt het leven van de soldaten dus fysiek en mentaal bepaald om een goede rol te spelen in het leger.

Slide 18 - Diapositive

vraag 12 deel 2   max 2p
- Een kenmerkend aspect dat bij fragment 3 past is: De rol van moderne propaganda en communicatiemiddelen die helpen bij het vormen van massaorganisatie. Deze past hierbij, omdat er in fragment 3 wordt gesproken over georganiseerde nazipropaganda dat voor de nazi's een belangrijk beleidsinstrument is, dit sluit aan bij het kenmerkend aspect.

Slide 19 - Diapositive

vraag 13          max. 2p
1. Hitler opstand tegen Republiek 1923
2. aftreden Duitse keizer november 1918
3. Aanslag op Hitler 1944
4. Spartakus-opstand 1919
5. Rijksdagbrand 1933
6. Bismarck voor 1888
6-2-4-1-5-3

Slide 20 - Diapositive

vraag 14                2p
Aan de hand van het beeldelement van Engeland (de ridder) die gevaar loopt door niet te reageren op Duitsland (de gevaarlijke draak) kun je concluderen dat de tekenaar kritiek had op de Appeasementpolitiek van Engeland. De beeldelementen van Engeland die niks doet terwijl het land gevaar loopt (door Duitsland) slaat terug op Engeland die Duitsland zijn zin geeft bij het uitvoeren van schadelijke of gevaarlijke acties (bijvoorbeeld het veroveren van Sudetenland of Tsjechië) in plaats van dat Engeland iets doet om deze gevaarlijke acties tegen te gaan.

Slide 21 - Diapositive

vraag 15     deel 1            max 2p
Nationaalsocialisme in Duitsland bevatte:
- Rassenleer. De Joden waren van het laagste soort volk, en daarom moesten ze weggedreven worden. Vanwege deze rassenleer werd de synagoge in brand gestoken.

Slide 22 - Diapositive

vraag 15 deel 2   max 2p
- Totalitaire bestuurswijze. Ieder persoon moest zich gedragen zoals de partij dat wilde, zelfs hun denkwijze moest zo veel mogelijk beïnvloed worden. Dit kun je merken aan de Gestapo die direct ingrijpt in de trein, als de man iets zegt wat tegen de bedoelingen van de partij ingaat.

Slide 23 - Diapositive

vraag 16          max 2p
- In 1942 vond de Wannseeconferentie plaats waarbij Duitse nationaalsocialistische bij elkaar kwamen om een definitieve oplossing te vinden voor het 'jodenprobleem'. Deze leiders kwamen uit op het idee om joden massaal in vernietigingskampen te vermoorden. Door deze Wannseeconferentie werd rond 1942 dus overal in het Nazi-rijk het beleid ingezet om Joden te gaan isoleren, zodat later het beleid van vernietigingskampen kan worden ingezet en dus ook in Nederland dat door de Duitsers bezet was.

- Deze aanpak werd gekozen omdat de afspraken van de Wannseeconferentie in het geheim werden gedaan. Door stapje voor stapje steeds verder te gaan, dus bijvoorbeeld eerst de joden te isoleren en dan pas op te pakken, werd chaos en massale paniek onder de joden en bevolking voorkomen en kon met deze aanpak het plan van vernietiging het beste verlopen.

Slide 24 - Diapositive