Cette leçon contient 49 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Oplossingsgericht werken als verpleegkundige
ZoWe
21/12/2022
Slide 1 - Diapositive
Doel van deze les:
principes en vragen die ons gidsen bij het oplossingsgericht werken kunnen toelichten
oplossingsgericht kunnen communiceren
ZoWe
21/12/2022
Slide 2 - Diapositive
Wie ben ik?
Dieter Ysebaert
Kinder- en jeugdpsycholoog
Eigen praktijk en Revalidatiecentrum (CAR)
Onderzoek en therapie
Slide 3 - Diapositive
Vroeger ...
Slide 4 - Diapositive
Nu
Slide 5 - Diapositive
Waar zou je respect plaatsen?
Slide 6 - Diapositive
Oplossingsgerichte communicatie
Ondersteunt herstelgerichte zorg
Gelijkwaardigheid
Zorgvrager: regie van eigen proces, tempo, doelen, verwachtingen
Verpleegkundige: aanreiken hulpmiddelen in overleg
Slide 7 - Diapositive
Communicatie
Welke gesprekken voert een
verpleegkundige?
Slide 8 - Diapositive
Inleefoefening
Stel alleen maar vragen die de focus leggen op het probleem.
Voorbeelden:
Wat is het probleem?
Wanneer is het begonnen?
Wat loopt er fout?
Waarom?
Hoe wordt het erger?
Slide 9 - Diapositive
Inleefoefening
Stel nu vooral vragen met de focus op wanneer het probleem minder voorkomt, minder zwaar aanvoelt, ...
Voorbeelden:
Zijn er momenten waarop het probleem minder voorkomt?
Wanneer is het eens beter?
Wat doe je dan anders? Wie helpt er?
Waaraan zie je het dat het beter gaat?
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Oplossingsgericht?
Fragment 1:05
Slide 15 - Diapositive
Uitgangspunten
Mensen hebben zelfhelende capaciteiten
De oorzaak van een probleem zegt vaak niets over de oplossing
Mogelijkheid om keuzes te kunnen maken: essentieel om zich goed te voelen
Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke interventies
Slide 16 - Diapositive
1. Mensen hebben zelfhelende capaciteiten
Het probleem is een oplossing
die niet meer werkt.
Slide 17 - Diapositive
2. De oorzaak van een probleem zegt vaak niets over
de oplossing
Soorten vragen: oplossingsgerichte vragen
Positief, hoopgevend
Geloof in groeimogelijkheden, gericht naar de toekomst
Door op oplossingen/sterktes te focussen, versterk je die
Slide 18 - Diapositive
3. Mogelijkheid om keuze te kunnen maken:
essentieel om zich goed te voelen
Keuzevrijheid geeft controle terug
Positieve connotaties: door een andere context te scheppen, ga je kijken wat bruikbaar is
Slide 19 - Diapositive
Positieve connotaties
We moeten niet van nul beginnen
Mensen kunnen niet anders dan samenwerken: band wordt versterkt (positieve benadering)
Symptomen als oplossing: symptomen als nuttig zien om een bepaald doel te bereiken
weerstand vermindert
Slide 20 - Diapositive
Positieve connotaties
Taal als uiting van ‘respect’:
‘Everything before but is bullshit’
'Wat maakt... ?'
'..... terzelfdertijd ....'
Joinen via positieve connotaties
duiden positieve
intenties
Slide 21 - Diapositive
4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke
interventies
Mandaat:
Goed contact opbouwen
Vertrouwensrelatie ontwikkelen
Slide 22 - Diapositive
4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke
interventies
Mandaat:
Betekenis hebben voor die persoon (sensitief/responsief)
Noodzakelijke voorwaarde om te begeleiden en oplossingen te zoeken
Cette vidéo n'est plus disponible
Slide 23 - Diapositive
4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke
interventies
Hoe mandaat opbouwen?
Zorgvrager ‘volgen’: joinen (non-verbaal en verbaal)
Krachten benoemen, inzet opmerken & last erkennen
Pas in tweede instantie: ‘leiden’ via uitzonderingsvragen, doe-opdrachten, observaties, etc.
Slide 24 - Diapositive
4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke
interventies
Hoe mandaat opbouwen?
Inleefoefeningen:
non-verbale communicatie
Slide 25 - Diapositive
4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke
interventies
Wat is het aandeel non-verbale communicatie binnen onzecommunicatie?
illustratie
Slide 26 - Diapositive
4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke
interventies
Hoe mandaat opbouwen?
Non-verbaal joinen
Armlengte afstand
Patiënt aankijken
Gelijke hoogte
Tien-voor-twee-positie
Slide 27 - Diapositive
Oplossingsgericht?
- Hoe benoemt de hulpverlener zijn kwaadheid?
- Welke aanpak hielp hem niet?
- Welke aanpak hielp hem wel?
Slide 28 - Diapositive
Oplossingsgericht?
- Gaat de hulpverlener oplossingsgericht te werk?
- Welke oplossingsgerichte vragen zou je (nog) kunnen
stellen?
Fragment 9:30
Slide 29 - Diapositive
Gras groeit niet door er aan te trekken.
Slide 30 - Diapositive
4 vragen om ons te gidsen
1. Is er een probleem of beperking en is er een oplossing?
2. Is er een hulpvraag?
3. Is er een werkbare hulpvraag?
4. Zijn er bruikbare hulpbronnen aanwezig?
Slide 31 - Diapositive
1. Is er een probleem of beperking?
Wat is het verschil tussen een probleem en een beperking?
Slide 32 - Diapositive
1. Is er een probleem of beperking?
Beperking: vb autisme --> leren mee omgaan
Probleem: concreet gedrag --> kan opgelost worden
Respectvol hulp bieden: aandacht voor impliciete boodschappen
Joinen: benoemen van het positieve
relatie zv-hv: cliënt/patiënt als expert in het eigen leven
--> bevragen wat ze al geprobeerd hebben als oplossing
Slide 33 - Diapositive
Joinen
Slide 34 - Diapositive
2. Is er een hulpvraag?
Meestal vanuit de ouders (bij zorg bij kinderen)
Conditie: beide ouders dienen op hetzelfde spoor te zitten
--> het gemeenschappelijke benoemen
Geformuleerde doelen: concreet gedrag opstellen van gedragsexperimentjes en pronostieken
Slide 35 - Diapositive
3. Is er een werkbare hulpvraag?
Rol hulpverlener: induceren van een werkbare hulpvraag;
door cliënt/patiënt soms vaag geformuleerd,
vb ‘ik ben depressief’
Werkbare hulpvraag: formuleren van concrete doelstellingen, te zien in concreet gedrag (positief geformuleerd)
Slide 36 - Diapositive
Wat zijn jouw 'resources', krachtbronnen?
Bedenk per twee: wat doe je om te ontspannen na een lastige dag, waarvan kun je genieten, met wie ...?
Slide 37 - Diapositive
4. Zijn er bruikbare hulpbronnen/resources
aanwezig?
Zijn al aanwezig, maar de zv is er zich meestal niet van bewust
begeleiden naar het ontdekken ervan
Vragen naar ‘uitzonderingen’, geeft steeds al een zicht op (gedeeltelijk) aanwezige oplossingen; symptomen zijn er niet dag en nacht, van 1/01 tot 31/12
Slide 38 - Diapositive
4. Zijn er bruikbare hulpbronnen/resources
aanwezig?
Meestal geeft een zorgvrager zelf aan wanneer het probleemgedrag minder aanwezig is; dit zijn cadeautjes voor de hulpverlener… hij/zij dient ze alleen maar te zien
Valkuil van de overijverige hulpverlener: aandraven met
eigen oplossingen vanuit het theoretisch kaderDit werkt écht niet!
Slide 39 - Diapositive
Bruikbare tool
graadschaal
uitzonderingsvragen
Slide 40 - Diapositive
Bruikbare tool
Slide 41 - Diapositive
Bruikbare tool
Slide 42 - Diapositive
Bruikbare tool
Slide 43 - Diapositive
Bruikbare tool
Slide 44 - Diapositive
Bruikbare tool
Slide 45 - Diapositive
Bruikbare tool
Wondervraag
Slide 46 - Diapositive
Bruikbare tool
Wondervraag:
- spreekt de verbeelding aan - stimulerende en uitnodigende vraag - geeft een schat aan informatie waarmee de zv en hv aan de
slag mee kunnen gaan - belemmerende en negatieve overtuigingen geraken op de achtergrond
en oplossingen/gedragsalternatieven komen op de voorgrond