Engels The team in the picture 5/6 Unit 2 lesson 1
1 / 14
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat betekent het Engelse woord:
fast?
fast?
A
vasten
B
snel
Slide 5 - Quiz
Wat betekent het Engelse woord:
jump?
jump?
A
springen
B
trui
Slide 6 - Quiz
Wat betekent het Engelse woord:
high?
high?
A
hoog
B
hijgen
Slide 7 - Quiz
Hoe schrijf je het Engelse woord voor:
laag?
laag?
A
low
B
log
Slide 8 - Quiz
Hoe schrijf je het Engelse woord voor:
voorzichtig?
voorzichtig?
A
watch out
B
careful
Slide 9 - Quiz
Hoe schrijf je het Engelse woord voor:
langzaam?
langzaam?
A
slow
B
low
Slide 10 - Quiz
accident
bike
fast
high
car
Slide 11 - Question de remorquage
slow
play chess
watch out
low
jump
Slide 12 - Question de remorquage
Ik kan vertellen met Engelse woorden wat ik kan.
😒🙁😐🙂😃
