4.1 en 4.2 Romeinen GTL
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Hoe heten de broertjes op deze afbeelding?
Slide 3 - Question ouverte
Noem 2 redenen voor de vele veroveringen door Rome.
Slide 4 - Question ouverte
Tot 509 v.Chr.
vanaf 509 v.Chr. tot 27 v.Chr.
Vanaf 27 v.Chr.
Senaat
Keizer
Koning
Slide 5 - Question de remorquage
Senaat
Senatoren
1 heerser
300 mannen
Vergadering
Rijke families
Stemmen
Volksvergadering
Erfopvolging
Slide 6 - Question de remorquage
In de Romeinse geschiedenis was Octavianus belangrijk omdat
A
hij Augustus werd genoemd
B
hij de adoptiezoon van Caesar was
C
hij het keizerrijk stichtte
D
hij zorge voor vrede in het Romeinse Rijk
Slide 7 - Quiz
Hoe heette de vrede in het Romeinse Rijk?
Slide 8 - Question ouverte
Noem 1 oorzaak van de Pax Romana.
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Arme Romeinen
Kosteloos voedsel en amusement
Personen met macht
Vechter in amfitheater
Proletariaat
Brood en spelen
Autoriteiten
Gladiator
Slide 11 - Question de remorquage
Arme Romeinen behoorden tot het proletariaat. Wat was hun enige bezit?
A
Huis
B
Werk
C
Kinderen
D
Kleding
Slide 12 - Quiz
Wat was geen rede voor de groei van de steden in het Romeinse Rijk?
A
De nijverheid groeide
B
Het leger groeide
C
De armoede onder boeren groeide
D
De handel groeide
Slide 13 - Quiz
Er waren slaven die goed behandeld werden. Uit welk land kwamen zij en welk werk deden ze?
Slide 14 - Question ouverte
Welke 2 groepen werkten op de grote landbouwbedrijven?
