LJ 3 - Speaking

• Engels
• MBO
• Studiejaar 3

Speaking and conversation 

Lesson goals

• Discuss the rules with the speaking exam
• Demonstrate example of the exam books
• What you need to do to prepare 

English exams

1. Speaking exam (spreken en gesprekken A2 niv.)

CEFR (Common European Frame of Reference for languages) 

rm.coe.int

Speaking exam

The speaking exam is split into two categories: 

• Presentation; Give a presentation about a specific topic.
• Conversation; A spontaneous conversation with the assessor about a specific scenario. It is a role-playing type of conversation where you must follow key points that you'll find in the exam book.  

Scheduled date for the exam

The speaking exam will take place on the following dates:

.....................

5 minute warm-up

In the following activity, we're going to play "never have I ever"

The goal of this warm-up is to present something about yourself in English.

Speaking - Presentation

Voor deze opdracht houd je een presentatie over een stage die je gedaan hebt. Je houdt de presentatie voor

de docent en internationale medestudenten.

Het doel van je presentatie is je publiek te informeren over je stageperiode.

Hoe ziet het examen eruit?

De presentatie moet tussen de 4 en 6 minuten duren. 

1. Stel jezelf voor.

2. Vertel waar je stage hebt gelopen.

3. Geef een korte beschrijving van het bedrijf of de instelling waar je stage hebt gelopen.

4. Vertel wanneer en hoelang je stage hebt gelopen.

5. Vertel op welke dagen je stage hebt gelopen.

6. Vertel wat je tijdens je stage hebt gedaan. Beschrijf hoe je deze dingen hebt aangepakt.

7. Vertel wat je vond van je stage.

Je beantwoordt ook vragen vanuit het publiek na je presentatie. Dit hoort niet bij de spreektijd. 

Conversation - Role playing

Gesprek met klant/opdrachtgever

Je bent aanbieder van een bepaald product of een bepaalde dienst. Je voert een gesprek met een Engelstalige

klant/opdrachtgever.

Het gesprek moet ongeveer 4 minuten duren. De volgende punten moeten tijdens het gesprek aan bod

komen:

1. Begroet de klant op een passende manier.

2. Vraag hoe het met de klant gaat.

3. Vertel hoe het met jezelf gaat en hoe het met het bedrijf/de instelling gaat.

4. Vraag de klant naar zijn mening over jullie bedrijf/instelling.

5. Vraag de klant waarom hij/zij dit vindt.

6. Geef je mening over de samenwerking met de klant.

7. Nodig de klant ergens voor uit (denk aan: een personeelsfeest, een voorlichtingsdag, een beurs).

8. Maak een afspraak.

9. Neem afscheid van de klant.

Present perfect of past simple?
We danced all night.

1. present perfect
2. past simple

Which one is written in present perfect simple?

1. how long have you known her?
2. she has been working since 5 am

Martina has been playing tennis since she was 12 years old

1. present perfect continuous
2. present perfect simple

Present Perfect / Past Simple


I ... (enjoy) the sun last Sunday.

1. Present Perfect
2. Past Simple