Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
De Middeleeuwen
H3 §2
Slide 1 - Diapositive
Brugge --> middeleeuwse stad. Herken je aan de kleine huisjes het stratenpatroon, en de kerkjes.
Benoem een kenmerk van de Middeleeuwen
Slide 2 - Diapositive
- Welk geloof was belangrijk?
- Welke ziekte kon men in de Middeleeuwen?
- Hoe leefden de mensen?
- Wat was de Engelse benaming voor Middeleeuwen? Wat houdt dat in?
Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
Van wanneer tot wanneer duurde de Middeleeuwen?
Slide 3 - Diapositive
Begin ME: Einde Romeinse Rijk. (476)
Einde ME: ontdekking Amerika door Columbus (1492)
Wat/waar is dit?
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke 3 problemen had het Romeinse Rijk?
Slide 5 - Diapositive
Leger
Belastingen
Opvolging van de keizer
Wat gebeurde er door de komst van de Hunnen?
Slide 6 - Diapositive
De problemen werden nog groter toen de Hunnen aanvielen. Dit volk uit Azië trok plunderend door Europa. Allerlei volken sloegen op de vlucht en zochten bescherming in het West-Romeinse Rijk. (ze dachten dat het daar veilig was)
--> volksverhuizingen!
Onrustige tijden in Europa
500-800
Na de val van het West-Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.
Grote steden, zoals Rome, waren er niet (meer)
Slide 7 - Diapositive
Dark Ages (donkere/onrustige tijden)
Wat veranderde na het verdwijnen van de Romeinen?
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat veranderde na het verdwijnen van de Romeinen?
- Bruggen en wegen verdwenen (geen onderhoud)
Slide 9 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat veranderde na het verdwijnen van de Romeinen?
- Bruggen en wegen verdwenen (geen onderhoud)
- Het werd onveilig om te reizen (Romeinse leger was verdwenen) --> hierdoor verdween de handel
Slide 10 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat veranderde na het verdwijnen van de Romeinen?
- Bruggen en wegen verdwenen (geen onderhoud)
- Het werd onveilig om te reizen (Romeinse leger was verdwenen) --> hierdoor verdween de handel
- Europa werd weer een landbouwsamenleving
Slide 11 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 12 - Diapositive
Het Romeinse rijk was gevallen en er leefden overal allerlei stammen.
Een Germaans volk wat al in het Romeinse Rijk leefden waren de Franken. (dit moet je onthouden) Nadat het Romeinse Rijk gevallen was, breidden de Franken hun macht langzaam uit. Uiteindelijk is het Frankische Rijk ontzettend groot geworden (dat was dus het eerste echte Rijk weer sinds het Romeinse Rijk)
Slide 13 - Diapositive
Uiteindelijk is het Frankische Rijk ontzettend groot geworden (dat was dus het eerste echte Rijk weer sinds het Romeinse Rijk)
Na de val van het Romeinse Rijk breidden de Franken hun gebied uit
Slide 14 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Na de val van het Romeinse Rijk breidden de Franken hun gebied uit
Koning Clovis was christen en kreeg steun van de geestelijken
Slide 15 - Diapositive
Koning Clovis wilde zijn rijk uitbreiden en kreeg daarbij steun van de leiders van de christelijke kerk. Zij vonden hem een goede koning, omdat hij christenen was geworden.
Na de val van het Romeinse Rijk breidden de Franken hun gebied uit
Koning Clovis was christen en kreeg steun van de geestelijken
Geestelijken waren belangrijk en konden lezen en schrijven
Slide 16 - Diapositive
Koning Clovis wilde zijn rijk uitbreiden en kreeg daarbij steun van de leiders van de christelijke kerk. Zij vonden hem een goede koning, omdat hij christenen was geworden. In de nieuwe veroverde gebieden leefden heel veel christenen, zij vonden de geestelijken (de paus, bisschoppen, pastoors) belangrijke leiders. Bovendien konden de geestelijken lezen en schrijven. Dat was handig bij het besturen van een groot gebied.
Het Frankische Rijk
751-870
Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.